dachte niet van mij af kon zetten, dat hij, door deze crematie, niet
alleen ophield voor ons te leven door zijn werk, maar ook ophield zichzelf
voort te zetten, dat de verwijderde vogel ophield te zingen, niet omdat zijn
lied te hoog en te ver voor ons oor verdwenen was, niet omdat hij was
weggevlogen naar een land met een andere en onverstaanbare taal, maar omdat hij
zichzelf had teniet gedaan, omdat hij, zoals de legende vertelt van de
scorpioen, in doodsbenauwdheid de scherpte van zijn schaar tegen zichzelf had
gericht; - men kan gerust zeggen, dat wij allen, sedert de zomerdag, dat wij
dit bittere overdachten, hebben gewacht op het verschijnen van zijn nagelaten
werk, of het zou tonen, dat wij ons vergist hadden, dat zijn stem helder tot
het einde gebleven was, of het zou blijken, dat hij, toen hij het wereldse zo
moedwillig afstroopte, zich gered had naar een uiterste zekerheid van
meesterlijke bekentenissen.
Voor hen allen, die zoals wij mochten denken, is deze tweede bundel een
pijnlijke teleurstelling. Maar wij willen haar nog niet goedschiks aanvaarden.
Is het mogelijk, roepen wij uit, is het in de twintigste eeuw mogelijk, dat het
nagelaten werk van de grootste dichter van zijn vaderland en tijd, uitkomt in
zulk een beestachtig onverzorgde vorm! Hebben wij geen recht op een
voorbericht, op een verantwoording van de uitgever? Iemand toch heeft deze
verzen gevonden, bijeengebracht, de drukproeven gecorrigeerd, enz. Is hij dan
de weerloze overledene, is hij dan zijn eigen tijd en land, niets anders
schuldig? Wij krijgen geen antwoord op de vragen: was dit alles? in welke staat
verkeerden de handschriften? zijn er geen aanwijzingen, dat dit of dat gedicht
onvoltooid was?
De bundel opent met ‘Cheops’, het gedicht met de zwaarste en langste
adem dat ooit in onze taal geschreven werd, een bariton-aria, om het zo eens
uit te drukken, van een volle beweging als nooit een componist heeft
aangedurfd. Maar waar vermeldt de uitgever dat het reeds 15 jaar geleden in de
‘Zilverdistel’ en daarvoor nog in ‘De Nieuwe Gids’ verscheen? Volgt het
‘Albumblad’ dat indertijd in ‘De Gids’ verscheen. Volgt