Dagelijks leeven van een wel-gesteld Christen, uit-gebeeld in verscheide zang-versen(ca. 1720)–David Montanus– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Psalm 67. Stort, stort op ons uw milden zegen: Vertroost ô Heer! onz' bang gemoed: Leid door uw licht ons, op de wegen, Langs welken men u naad'ren moet Op dat Ioden leeren; zig tot u bekeeren: En 't heil-pad inslaan. En Heidensche rijken van d'afgoden wijken, En u bidden aan. 2. Laat 't zaad uws woords voorspoedig groejen, [pagina 74] [p. 74] Roeit 't onkruid uit uw' akker uit, Zo zal uw kerk geneuglijk bloejen, En loven u met vreugd geluid, Dan zal Iood, en Heiden, uw goedheid verbreiden, En maken vermaard/ Om dat gy zult regten, al die ons bevegten. Als Heerscher van d'aard. 8. De volk'ren zullen zig verblijden, En zeer verheugen in den Heer: Die dwalen, 't regt geloov' belijden, En voegen 't leven na de leer. Dan zal Godes zegen. All' d'aarde bewegen Tot Heilige vreugd. Men zal niemant eeren, Als u, Heer der Heeren, In waarheid, en deugd. Vorige Volgende