Dagelijks leeven van een wel-gesteld Christen, uit-gebeeld in verscheide zang-versen
(ca. 1720)–David Montanus– AuteursrechtvrijToon: Som mille tormenti.1.
Kom al die geloven, het herte na boven
Van d'aarde, van d'aarde; zijt blijde
In God; die uw leven is, en heeft gegeven,
Zijn Zoon; en Geest om u te leide.
2.
Laat alles nu wijken, omkeeren, beswijken;
Wie zal ons; wat kan ons, nu hind'ren?
Geen Scheps'len, nog lijden; van Gods liefde scheide,
Niet tegen; maar zegen, voor kind'ren.
3.
Dat org'len en snaren, met keelen zig paren;
En spelen, en strelen, en zingen;
Hoe groot! en hoe heerlijk! hoe dierbaar! begeerlijk
Is 't goed; dat God ons zal toe bringen?
4.
Veragtse, belagtse; wat dwazen, ooit razen,
Door 't aardsche, en zonden gedreven;
Zy zullen 't beklagen, op 't eynde der dagen;
Als alles zal beven; Begeven.
5.
Maar gy onbesweken, uw Hoofden op steken,
Met Vreugden op-staan; om te hooren,
Van Hemelsche Boden; wy komen uw noden,
Ten leven; gaat in uitverkoren.
6.
Dan zult gy gantsch vuurig, door liefde geduurig;
| |
[pagina 72]
| |
Halelu, Halelujah! zingen;
Met volmaakten toone; den Vader, Geest, Zoone,
Eer geven; lof Psalmen toe bringen.
7.
Wel wakker dan t'zamen; wilt u hier niet schamen
Gods grootheid te roemen, hem leven.
Terwijl gy beneden, nog omswerfd; en treden
In lijden, en stryden, naboven.
|
|