[Willigen, Volkert Simon Maarten van der]
WILLIGEN (Volkert Simon Maarten van der), geb. te Rockanje 9 Mei 1822, overl. te Haarlem 19 Febr. 1878, zoon van Johannes v.d. W., die voorgaat, en Gerarde Maria Elsabé Bodde. Hij studeerde te Leiden, promoveerde in 1847 op proefschrift: De aberratione lucis, werd in 1847 verbonden als leeraar aan de latijnsche school te Amsterdam. In 1848 werd hij benoemd tot hoogleeraar in de wis- en natuurkunde en bespiegelende wijsbegeerte aan het athenaeum te Deventer, welk ambt hij aanvaardde met een rede voering: Over natuur- en sterrekundig onderzoek (Dev. 1848). Na de opheffing van dit athenaeum in 1864, werd hij benoemd tot directeur van het Physisch kabinet van Teyler's Tweede Genoot schap. Van 1857 af was hij lid van de Koninklijke academie van wetenschappen. Van 1864-78 was hij lid van den Gemeenteraad van Haarlem.
Hij schreef: Slingerproeven te Deventer (Dev. 1852); Bepaling der poolshoogte voor Deventer (Dev. 1852); Proeve betreffende den galvanischen lichtboog (Dev. 1854); De coefficienten van breking van mengsels van zwavelzuur en water (Amst. 1864). Verder werden veel verhandelingen van hem opge nomen in Archives du musée Teyler, tom. 1-5 (1868-80).
Zijn portret is gelithografeerd door J.P. Berg haus; een portret naar fotografie in Nederl. Patriciaat XVI (1926), 386.
Zie over hem: Poggendorff's Biogr. Liter. Handwörterbuch II, 1332, III, 1448; J.C.v. Slee, De Illustre school te Deventer 1630-78 ('s Grav. 1916).
Hoogeveen