[Schröder, Johannes Frederik Lodewijk]
SCHRÆDER (Johannes Frederik Lodewijk), geb. te Dornberg (Westfalen), 30 Oct. 1774, overl. 20 Maart 1845. In 1798 was hij hulpprediker bij de Luthersche gemeente te Amsterdam. Op 23 Maart 1803 werd hij benoemd tot directeur van de studiën der kadetten op een fregat te Hellevoetsluis, waarbij hij den titel van kapitein ter zee ontving; in 1806 werd hiervan een instituut gemaakt te Feijenoord, in 1809 te Enkhuizen, waarvan hij directeur was. Na opheffing van dit instituut, vestigde hij zich ambteloos te Amsterdam, later te Maarsen. In 1815 werd hij benoemd tot hoogleeraar in de wiskunde te Utrecht, welk ambt hij aanvaardde met: Oratio de majoribus corporum coelestium permutationibus.... Hij onderwees ook logica en metafysica, later ook wijsgeerige zedeleer. Emeritus in 1844. Hij is in 1809 gehuwd met Margaretha Antonia Heemskerk.
Hij schreef o.a.: Oratio de nostra cognitione animi comparata cum cognitione rerum corporearum in de Annal. Ac. Rh. Traj. 1823-24; Over den aard der zielkunde en de werking der terugroepende verbeeldingskracht (Zaltbommel 1829); Elementa matheseos purae 2 din. Traj. ad Rh. 1831-34); Berigten en verhandelingen over de zeevaartkunde (Amst. 1837; nieuwe uitg. ald. 1840); Verhandeling der meetkundige bepalingen (2e dr. Amst. 1841); bijdragen in van Hemert's Magazijn v. crit. wijsbeg. II-IV e.a.
Zijn portret is in prent gebracht door J.P. Lange.
Zie: J. Loosjes, Naamlijst van predikanten enz. der Luth. Kerk in Ned. ('s Gravenh. 1925), 294 v.; Alphabetische naamlijst van boeken enz. (1790-1831), supplement, 114; (1833-49), 224, 602, 617, 702; Muller, Cat. van portretten.
Knipscheer