kunsthandel. Zijn zoon Julius en de oudste der gebr. Andriessen waren zijn leerlingen.
Zijn geschilderd zelfportret op een regentenstuk van het ambachtskinderhuis te Utrecht, een miniatuur uit het Panpoeticon Batavum in het Rijksmuseum te Amsterdam, door C. Wever (1771) en door Jul. Quinckhard, beide eveneens in het Rijksmuseum; prenten door P. Tanjé, J. Houbraken en J. Ledeboer, alle drie naar Quinckhards eigen voorbeeld, en een door J. Quinckhard.
Zie: A. von Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon II (1910); U. Thieme und F. Becker, Allgem. Lexikon der bildenden Künstler XXVII (1933); G.H. Marius, De Holl. Schilderkunst in de 19e eeuw (1920), 61; C.J. Hudig in Oud-Holland (1925), 42, 171.
van Guldener