daarna te Amsterdam, waar hij als latijnsch schoolmeester in zijn onderhoud trachtte te voorzien. In deze stad was hij zijn zwager, Jodocus Hondius, behulpzaam bij verschillende uitgaven, o.a. van 't Stedenboek van Boxhorn en bewerkte vertalingen, waarvan de titels luidden: Beschrijvinghe van alle de Nederlanden, anderssins ghenoemt Nieuw Duytslandt, door M. Lowys Guicciardyn, Eedelman van Florencen, overgeset in de Nederd. Spraecke door Cornelium Kilianum, nu wederom met verscheyden Historien ende aenmerckingen vermeerdert en versiert door P.M. (Amst. 1612, 1617, fol.) en J.J. Pontanus, Beschrijvinghe der seer wijtberoemde coopstadt Amsterdam, uyt het Latijn vertaalt door P.M. (Amst. 1614, 4o.).
Hij was 23 Nov. 1585 te Londen gehuwd met Jacomina Hondius, geb. te Wackene in Vlaanderen op St. Jansdag 1558, ongelukkig te Amsterdam in de Prinsengracht verdronken 2 Jan. 1628, na de predikatie te hebben bijgewoond in de houten loods, ongeveer waar thans de Westerkerk staat. Zij, Jacomijntje de Hond, stond als schrijfster bekend en was in groote achting bij koningin Elisabeth.
Uit hun huwelijk o.a. Petrus, predt. te Opperdoes; Adrianus, te Midwoud, en Johannes, praeceptor primae classis te Middelburg en Vlissingen.
Zie: Catal. Mij. d. Ned. Letterk.; Pars, Naamrol, 50; Alg. Ned. Familiebl. VI, 41.
Regt