uit turksche, arabische, perzische en grieksche boeken en handschriften; de academische senaat van Utrecht adviseerde 28 Nov. 1643 tot aankoop dezer bibliotheek.
Door Anslo's financieele hulp werd Georgius Gentius (zie art.) in staat gesteld zich in de oostersche talen te oefenen.
Een dochter van Gerbrandt was Aaltje of Alida, die in 1658 trouwde met den koopman Michiel Block (1635-70); op dit huwelijk maakte Vondel eveneens een bruiloftsgedicht. Wellicht was een tweede dochter van Gerbrandt een zekere Abigel Gerbrants, die jong gestorven moet zijn en wier godvruchtige woorden voor haar sterven in een boekje verzameld werden. Van dit boekje is evenwel tot nu toe geen exemplaar bekend; het bestaan er van weten wij uit een ander dergelijk werkje Laetste Uyren van Susanna Bickes (Amsterdam 1664, 20e dr. 1752).
Zie: Knippenberg, Reyer Anslo (1913); Catalogus codicum manu scripterum Bibl. Univ. Rheno-Trajectinae (Trajecti ad Rhenum 1887), no. 1441, 1450; J.M. Hillesum, Bijdrage tot de bibliografie van Menasseh Ben Israel's geschriften in Het Boek (1927), 355; A.C. Duker, Gisb. Voetius III (1897), 11; W.M.C. Juynboll, Zeventiende eeuwsche beoefenaars van het Arabisch in Nederland (1931), 185, 205, 216, 244 (waar hij abusievelijk Nicolaas Anslo Wordt genoemd); Maandschrift De Ned. Leeuw (1929), 100/101; Vondelkroniek (1930), 170-173 (artikelen van schrijver dezes); Het Boek (1930), 220, 335.
Wijnman