voor als lid van het haagsche St. Lucas gild. In dit jaar trouwde hij daar met een meisje uit Breda.
De literatuur over H. is, volgens W. Stechow, vol verwarring, daar de gravures met zijn naam of monogram, geheel willekeurig tusschen hem en Hendrik (2) verdeeld worden De oorzaak hiervan zal wel de dwaling zijn, dat Hendrik in 1610 gestorven zou zijn en het latere werk daarom aan den jongeren H. moest worden toegeschreven. Het is toch reeds lang bekend (zie Mariette, Abecedario II, 375) dat de gravures ‘Ad proverbia Salomonis’ en ‘Schellebelle’ tot het werk van Hendrik (1) behooren, daar zij aetatis 66 (1639) resp. 75 (1648) geteekend zijn. De toeschrijvingen van deze en andere gravures kunnen dus op chronologische gronden bestreden worden. Er is verder geen enkel bewijs voor een werkzaamheid als plaatsnijder van den amsterdamschen cartograaf en uitgever Hendrik (2), terwijl het bestaan van een anderen Hendrik H. (misschien een zoon van Hendrik (1), zie onder Hendrik (3) nog zeer twijfelachtig is, daar er geen gravures van hem bekend zijn.
Als het meest bekende werk van H. kan genoemd worden de copieën der portretten van kunstenaars uit de verzameling van H. Cock, die iconographisch zeer belangrijk zijn (uitvoerig behandeld door v. Szwykowski in Naumann's Archiv II, 1856, 13).
Hij gaf uit: Korte Beschrijvinge ende afbeeldinge der generale regelen der fortificatie, der artillerie munitie ende vivres van deselver en hare commissien van de leger, aerde wallen de approchen met het legenweer ende van vyerwerken (Hagae-Comitis 1624, 4 dl.) fol.; dit werk werd vertaald en uitgegeven onder den titel: Discription et déclaration des règles générales de la fortification de l'artillerie, et des munitions et des vivres (1625); Alghemeine regelen der sterkebouw (den Haag, 1625) fol., vertaald en uitgegeven in het Italiaansch onder den titel: Descorsi sopra la necessita della architectura militaris (Venetié, 1642) 4o; Pictorum aliquot celebrium praecipue Germaniae Inferioris effigies Pars I [III] (Hagae Com. [1610?]) kl. fol., 2e dr. o.d.t. Theatrum honoris in quo nostri Apelles saeculi, seu pictorum, qui patrum nostrorum memoria vixerunt, celebriorum pracipue quos Belgium tulit, verae et advivum expressae imagines in aes incisae exhibeniur (Amst. 1612, 1618), kl. fol. 68 portr., kopieën naar de tweede verm. uitgaaf met verzen van Dominicus Lampsonius, in 1572 door de Wed. van Pieter Clocke van Aelst uitgegeven, door Jeronimo Cock, Wierix e.a. gesneden; Icones virorum nostra patriumque memoria illustrium, quorum opera cum literarum studia tumvera religio fuit restaurata, ab Henr. Hondio sculptae, aeneisque typis excusae, (z.p. 1599) 4o. plaatdruktitel, 34 prtn. en pl.; deze werden wederom opgenomen in J. Verheiden, Praestantium aliquot theologorum qui Rom. Antichristum
praecipue oppugnarunt, effigies: quibus elogia librorumq. catalogi... (Hag. Com. 1602 met titel, 50 portr. en 1 krt.; 2e ed. 1725); nederlandsche vertaling hiervan: Afb. van sommige in Gods woordt ervaren mannen die bestreden hebben den roomschen Antichrist door P. de K(empenaar) ('s Gravenh. 1603) 4o; de kaarten enz. voor: M.Z. Boxhorn, Toonel ofl Beschrijvinge der steden van Holland (Amst. 1634) 4o obl.; Belgiae Pacificatorum vera delinealio. Pourtraicture vraye des pacificaleurs des Pays Bas. Ware afbeeldingen vande vredemakers der Nederlanden (Hagae Comitis Ex off. Henri Hondii, 1608) kl.-fol. 2 drukken; Les hommes illustres, gravés et imprimés par H.H. 121 pll. 4o; Les portraits des hérésiarques et autres hommes illustres par H. Hondius, J. Muller, J. Matham, J. Stadeler,