[Goltz, Friedrich Adrian graaf von der]
GOLTZ (Friedrich Adrian graaf von der), geb. te Friedrichsdorf in Brandenburg 7 Aug. 1770, overl. te 's Gravenhage 4 Febr. 1849, was de zoon van Bernhard Wilhelm graaf von der Goltz en Cornelia Jacoba Steengracht. De Steengrachts waren een zeeuwsche familie. Daardoor was hij later gegoed in Zeeland en nam hij dienst in het nederlandsche leger als kadet in 1785, terwijl zijn vader, pruisisch officier, later minister van oorlog was. In 1786 werd hij luitenant in het regiment van Randwijck, in 1787 verkreeg hij verlof en diende korten tijd in het oostenrijksche leger in de Zuidelijke Nederlanden. Hij was daar gedurende eenige jaren ordonnans-officier van den schoonzoon van keizerin Maria Theresia, Albert hertog van Saksen-Teschen. Na zijn terugkomst h.t.l. werd hij in 1791 tot kapitein bevorderd en in 1792 werd hij adjudant van den erfprins van Oranje, den lateren koning Willem I. Hij nam in 1793 en 1794 deel aan de veldtochten in de Zuidelijke Nederlanden en werd bij een poging tot het veroveren van een batterij bij Lincelle aan het hoofd gewond.
In 1795 verliet hij Nederland en ging hij in Duitschland wonen, maar na onze bevrijding keerde hij in Nederland terug. In Apr. 1814 werd hij tot kolonel en provinciaal kommandant van Zuid-Holland benoemd en werd hij weder adjudant van Willem I. Op 29 Aug. van dat jaar werd hij benoemd tot lid der Provinciale Staten van Zeeland voor de ridderschap. Op 21 Mei 1815 werd hij met ingang van 1 Juni d.a.v. benoemd tot generaal-majoor en commissaris-generaal van Oorlog. In dien tijd was er bovendien een intendant-generaal, belast met de administratie en werd nog in het begin van 1818 een adjudant-generaal met het personeel van het leger belast. Nog schijnt zijn taak von der Goltz te zwaar geweest te zijn, hij werd op zijn verzoek 21 Febr. d.a.v. eervol ontslagen en tot lid der Eerste Kamer benoemd. Tevens verkreeg hij ontslag als lid der Staten van Zeeland en werd hij benoemd tot luitenant-generaal. Of hij gedurende de 3 jaren van zijn bewind iets bijzonders gedaan heeft, is even onbekend als of hij dit deed in de ruim 30 jaren lidmaatschap der Eerste Kamer.
Hij huwde 15 Dec. 1794 Isabella Augusta de Perponcher Sedlnitzky, geb. 1 Mrt. 1767, overl. 24 Oct. 1837, en 28 Oct. 1841 Antoinetta Maria Bergers, geb. 18