merckenswaerdigh voorgecomen is sint 23 Martij ao 1672, sijnde den dagh van 't vertreck van syne Exc. d'heer amb. Pieter de Groot’. Onder zeer ongunstige omstandigheden en met gevaar voor lijf en goed bleef hij op zijn post, wist hij talrijke gevaren en bedreigingen voor nederlandsche onderdanen af te wenden en de belangen van den Prins voor te staan. De minister le Tellier en diens zoon Louvois, waren hem niet ongenegen, doch het meest had hij te danken aan Pomponne, wiens gemalin, terwijl hij ambassadeur in den Haag was, door Rumpf's broeder, Dr. P.A.R. (kol. 1078) van een gevaarlijke ziekte was genezen.
Rumpf werd 21 April 1673 aangesteld tot resident aan het hof van Portugal, welke zeer voordeelige aanstelling geen uitvoering verkreeg, maar 20 April 1674 vervangen werd door zijn benoeming tot resident aan het hof van Zweden, welk ambt hij tot zijn dood bekleedde. Hij sloot hier, boven alle verwachting, 26 Nov. 1675 een zeer voordeelig verbond van koophandel; bij deze gelegenheid werd in Zweden een gedenkpenning geslagen, waarop zijn borstbeeld voorkomt. Hij stond bij koning Karel XII in zeer groote achting en deze vorst deed daarvan blijken door een eigenhandigen rouwbrief aan de St.-Gen. (Nov. 1706) en door een uitkeering van 400 kronen aan de weduwe.
Dr. C.C. Rumpf is tweemaal gehuwd geweest: 13 April 1670 in het Ambass. Hôtel te Parijs met Elisabeth Pierrat de Longueville, geb. 1646 te Metz, overl. te Stockholm en te 's Gravenhage in de kloosterkerk begr. 9 Maart 1675, dochter van Abraham en van Susanne Coulet; daarna (vóór 1684) met Anna Margaretha Bex, geb. te Stockholm 6 Oct. 1659 (verliet Stockholm 4 Juni 1721) en overl. kort vóór 1 Jan. 1727, dochter van Isaäc en van Sara Hovius. Uit het eerste huwelijk sproten 2 kinderen, nl. Hendrik Willem, die volgt, en een dochter Elisabeth, die den beroemden Christiaan Huygens als peter had. Uit het tweede huwelijk zes kinderen waarvan Isaäc Augustinus en Willem volgen en Carel voorgaat.
Dr. C.C. Rumpf had geschreven: Auctarium ad. Joh. Andr. Smitzii compendium medicinae practicae (sub approb. facult. medic. Parisiensis) en uitgegeven: Epistola de variis sectis amplectensis van Dr. Ant. Meniot en het daarover door Dr. Pierre Petit geschreven strijdschrift.
Zie: Nederl. Heraut VI, 86-101 en de op blz. 101 en 102 genoemde bronnen, VII, 254, 255; Alg. Ned. Familiebl. III, 255; Hora Siccama, Aant. Reg. Journ. Huygens, 599, 600.
Regt