[Hangest baron d'Yvoy, Maximiliaan Louis van]
HANGEST baron D'YVOY (Maximiliaan Louis van), geb. op den huize Zandwijk te de Bilt bij Utrecht, 13 Sept. 1774, ged. te Utrecht 18 Sept., overl. te 's Gravenhage 16 Mei 1840, zoon van Daniël Cornelis Egbert, hiervoor, en van Maria Sybilla Voet van Winssen.
Hij diende in 1791 als luitenant in het regiment hollandsche gardes te paard, doch werd, als oranjegezind, in 1795 ontslagen. Hij werd daarna kapitein in engelschen dienst onder het corps van den Prins van Oranje en in 1802 als majoor gedimitteerd. Later werd hij adjudant van prins Frederik, dien hij als zoodanig vergezelde bij zijn verblijf aan de hoogeschool te Leiden, en werd door dezen tot zijn hofmaarschalk aangesteld. Bij K.B. van 20 Febr. 1816, no. 67, in den nederl. adel ingelijfd, overleed hij in 1840, ongehuwd, aan een zenuwberoerte.
Aan zijn groote deugden van verstand en hart werd bij zijn verscheiden een welverdiende hulde gebracht. Hij bezat geen geringe kennis der fraaie letteren in onderscheidene talen, waarom hij in 1814 tot lid der Maatsch. der Ned. Letterkunde was gekozen.
Zie: Jaarb. Ned. Adel VI 176, 177; Nederl. Adelsboek (1914) 95; Handel. Maatsch. v. Ned. Letterk. (1840) 42, 43.
Regt