Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6
(1924)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1193]
| |
van Unico (2) drost van Twenthe, en van Anna van Doetinchem. Hij trad in militairen dienst, volgde 18 Sept. 1623 zijn vader op als ritmeester eener compagnie arquebusiers, doch verliet weinige jaren later zijn krijgskundige loopbaan om een staatkundige te beginnen. Geadmitteerd ten landdage van Overijsel 20 Oct. 1631 werd hij uit de ridderschap naar de vergadering der St.-Gen. afgevaardigd en aldaar tot gewichtige zaken gebruikt. In 1644 werd hij in de plaats van den overleden Zweder van Haersolte (kol. 677) benoemd tot extra-ordinair ambassadeur en plenipotentiaris tot den vredehandel te Munster. De zweedsche gezant Appelbom geeft van hem de volgende karakteristiek: ‘Mr. Ripperda a été Député plénipotentiaire au traité de Munster. Il est âgé de 50 ans et veuf. Il a été marié à la soeur de Mr. v. Wimmenum. Il a cinq ou six enfants, tient equipage. Sa ville natale est Twenthe (!). Il passe pour très-avare, flatteur, affectionné tant à la France qu'à l'Espagne selon le profit qu'il peut tirer de l'une ou de l'autre, mais pourtant toujours dévoué au Prince d'Orange.’ Het laatste bleek vooral bij de ziekte en het overlijden van den stadhouder, toen hij, voorzitter der Statenvergadering zijnde, voorstellen deed, die naar het oordeel der meerderheid te veel naar vleierij zweemden en daarom niet werden aanvaard. Over 's mans desolaten boedel, nog meer verachterd door zijn zoon Unico, en daarmee verband houdende requesten van zijn schoonzoon de Caravas en van de crediteuren, zie men Resol. Ridd. en Steden v. Overijsel, 10 Nov. 1680. Hij huwde te 's Gravenhage, Gr. K. 21 Maart 1627, Alida van den Bouckhorst, overl. 1642, dochter van Nicolaes, heer v. Wimmenum, en van Wilhelmina van der Noot. Na haar dood verwekte Ripperda bij Elisabeth Herlett nog twee zoons: Amelis en Herman Otto, die hij in 1668 door een huwelijk heeft willen legitimeeren. Zijn door G. ter Borch geschilderd portret is in de Nat. Gallery te Londen, nog zijn er twee schilderijen door J.B. Floris (?) en door G. ter Borch (?) in het stadhuis te Munster, voorts een schilderij door A. van Hulle; prenten naar zijn portret zijn vervaardigd door J. Nolpe, M. Borrekens, B. Moncornet, Chr. Espagne en een onbekend kunstenaar. Zie: Wagenaar, Vad. Hist. XI, 405; Scheltema, St. Nedert.; Bijdr. Gesch. Ovl. V, 28; XIV, 332; Wapenheraut V, 215, 217, 218; Navorscher VII, 305, LVIII (1909) 583; v. Doorninck, Gesl. Aant. 98, 99; Vreede, Inl. Gesch. Dipl. IIb, 144. Regt |
|