Hoewel op de fabrieken van de Regouts vele misstanden op het gebied van behandeling van werklieden, vrouwen en kinderen bestonden, sprak Regout in de vergadering der Eerste Kamer van 3 Mei 1889 eene warme rede uit ter aanprijzing van een wetsvoorstel tot het tegengaan van die misstanden. Een toestand, waarover veel geklaagd werd, was dat de gebakken potten nog nagenoeg niet afgekoeld door de werklieden uit de ovens gehaald moesten worden ten einde er spoedig andere in te kunnen plaatsen.
H.G.L. Regout was de intelligentste en de beste man van zaken onder de broeders. In 1899 trok hij zich uit de bovengenoemde firma's terug, in Sept. 1904, na de ontbinding der Eerste Kamer verzocht hij, niet meer in aanmerking te komen.
Hij huwde 7 Mei 1855 met Theresia Huberta Berger, geb. 5 Juni 1829, overl. 13 Oct. 1899, bij wie hij drie zonen en twee dochters had. Twee der zonen werden minister.
Ramaer