hun top. Het tweede merk is grooter en omgeven door een lijnenlijst; het stelt voor, onder een ronden boog, het wapen van Maximiliaan, vastgehouden door twee leeuwen (waarschijnlijk toespeling op den naam), boven den boog links het wapen van Gouda en rechts weer het huismerk van Leeu. In Antwerpen waren deze merken niet meer te gebruiken en zoo liet hij 2 nieuwe snijden. De een, omgeven door een lijnenlijst, stelt in gothisch boogwerk weer een leeuw voor, die 2 schilden draagt, links het wapen van Antwerpen, rechts Leeu's huismerk. Dit is het merk, dat ook Claes Leeu gebruikt heeft. Het andere is grooter en niet in een lijst; het is het antwerpsche kasteel, waaruit 4 vlaggen wapperen, op de 2 kleine de hand, behoorend bij 't antwerpsche wapen, op de groote vlag links boven de dubbele rijksadelaar, op de rechter het wapen van Maximiliaan. Dit merk is later in handen van Thedoricus Martinus gekomen.
Leeu neemt, zoowel door het karakter van zijn uitgaven als door de uiterlijke verzorging ervan, een belangrijke plaats in onder de drukkers van incunabelen in Nederland, Noord en Zuid.
Zie voor de beschrijvingen van zijn drukken M.F.A.G. Campbell, Annales de la typographie néerland. au XVe siècle, avec Suppléments I-IV (la Haye 1874-90), met aanvullingen bij R. Proctor, Tracts on early printing III (Lond. 1897) en enkele bij E. Gordon Duff, Fifteenth century Engl. books (Oxf. 1917) met reproducties, Facs. L-LII. Over zijn typen, houtsneden, enz., ten deele met reproducties, zie J.W. Holtrop, Monuments typographiques des Pays- Bas au quinzième siècle (la Haye 1868), p. 74-75 en 99-100 en Pl. 67 [52], 68 (53], 69 [22], 70 [56], 71 [54], 79 [126], 102-105 [57-60]; G. van Havre, Marques typographiques des imprimeurs et libraires anversois I (Antw.-Gent 1883), 257-260; W.M. Conway, The woodcutters in the Netherlands in the fifteenth cent. (Cambr. 1884), p. 32 ss., 74 ss. en passim; H. Bradshaw, Collected papers (Cambr. 1889), 217-218; E. Gordon Duff, Early Engl. printing (Lond. 1896), Pl. XXXV-XXXVI; Type Facsimile Society. Publications (Oxf. 1900, etc.) Pl. 1901 Eb en Ef, 1902 yy, 1909 x; K. Haebler, Typenrepertorium der Wiegendrucke II (Leipz.-N. York 1908), 210-211 en 219-220; B. Kruitwagen, Het horarium van Ger. Leeu, enz. in Het Boek II ('s Grav. 1913), 1-19, 209-218 en 246-254 (met reproducties). Meer in het bijzonder voor levensbijzonderheden zie P.C. van der Meersch, Recherches sur la vie et les travaux des imprimeurs belg. et néerl., etc. I (Gand-Par. 1856), 101-108 en 117-120; Ph.
Rombouts en Th. van Lerius, De liggeren, enz. der Antwerpsche Sint Lucasgilde 1 (Antw. 1864), 37; Ch. Ruelens, La mort de Gér. Leeu in Annales du bibliophile belge et holl. I (Brux. 1865-66), 5-7; (P. Deschamps), Dict. de géographie anc. et mod., etc. (Par. 1870), 577-78; A.M. Ledeboer, De boekdrukkers, boekverkoopers en uitgevers in N.-Ned., enz. (Dev. 1872), 153-54; Campbell, a.w. p. 423 (noot bij no. 1492; het stuk Rijksarchief, Fonds van Wijn no. 27, ald. vermeld, is thans genommerd: Oude Inventarissen no. 49); P. Bergmans in Biographie nat.... de Belgique XI (Brux. 1890-91), 642-45; F. Olthoff, De boekdrukkers, boekverkoopers en uitgevers in Antwerpen, enz. (Antw. 1891), 59-61 (met reproducties van de beide Antw. merken); Des. Erasmus, Epistolae, ed. Allen I (Oxon. 1906), p. 125-27.
M.E. Kronenberg