Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 902]
| |
van den voorg. en Akke Rymersma, beoefende onder leiding van haar vader de dichtkunst. Zij was een zeer begaafd meisje, dat een fraaie hand schreef en mooi teekende. doch haar talent kwam niet tot rijpheid. Twee jaar na haar dood werden hare pennevruchten of althans een gedeelte er van onder den titel Mengeldichten uitgegeven, Amst. 1782, met een voorbericht van Jan de Jongh, den jonge, van Enkhuizen, welke zegt die eer te moeten de len met twee andere kunstvrienden J. Backer te Harlingen en J. Jordens te Amsterdam. Een tijdgenoot vergelijkt haar dichttrant met dien van L. van Merken. Zie: Witsen Geijsbeek, Woordenboek in voce; Levensschetsen van merkwaardige meest Friesche mannen, uitgave van de Leeuw. afd., der M.t.N.v. 't A.; Friesche Volksalm. 1857; Nieuw Advertentiebl. van Hepkema 19 Dec. 1900; Yn ús eigen Tael (1915, 62. Wumkes |
|