no. 7, ter voorbereiding van de nieuwe Pharmacopea, leverde hij belangrijke adviezen. Groot bewonderaar van muziek is hij in het hoofdbestuur van de Maatschappij tot bevordering der toonkunst met ijver werkzaam geweest. Zijne belangstelling in de literatuur kenmerkte zich voornamelijk door voorliefde voor de fransche voortbrengselen op dit gebied.
Zijne bijdragen op wetenschappelijk gebied komen hoofdzakelijk voor in het Ned. Tijds. v. Geneesk., zie Register van oorspronkelijkest ukken verschenen in de eerste 50 jaargangen, 1857-1906, en hebben betrekking op syphilis en prostitutie, en verder op onderwerpen van zeer verschillenden aard, behoorende tot de pathologie en therapie. In de verslagen der vergaderingen van de sectie voor geneeskunde van het Genoots. t. bev. d. natuur-, genees- en heelkunde te Amsterdam gedurende de jaren 1860-72 komen meerdere bijdragen van hem over verschillende onderwerpen voor.
En verder verscheen: Iets over blennorrhoea vaginae en hare behandeling, in Ned. Weekbl. v. geneesk. 1856, VI, 209; Ueber syphilitischen Affectionen des Mastdarms, mit Abb. in Behrends Archiv für Syphilidologie 1858; A.C.J. Michaëlis, Compendium van de leer der syphilis voor praktische artsen en studeerenden, vert. uit h. Hoogd. en met aant. voorzien (Amst. 1859); De huid, wat zij is, wat zij doet en wat wij voor haar moeten doen (Haarl. 1860); Verslag omtrent de ziekten welke in het jaar 1859 binnen Amsterdam geheerscht hebben (Amst. 1861); Erythrema papulatum uraemicum, in Arch. f. Dermatologie und Syphilis, 1870, 615 en hetzelfde in den Feestbundel v.h. Ned. Tijds. v. geneesk. 1882, 87.
Zie over hem: In memoriam dr. G.D.L. Huet door Stephan, in Ned. Tijds. v. Geneesk, 1891, II, 373; Dr. G.D.L. Huet door Stephan, in Eigen Haard, 1891, 632; G.D.L. Huet door J.E. van Iterson, in Leidsche Stud. Almanak 1892, 369; In memoriam G.D.L. Huet door D.E. Siegenbeek van Heukelom in Alg. Nederl. Studenten-Weekblad Minerva, 1891, no. 19.
Simon Thomas