maker en geadmitteerd landmeter. Reeds toen kon hij instrumenten maken om de vaart van een schip correct te vinden, hoe snel de stroom loopt en waarheen, benevens een astrolabium om nauwkeurig op 1 sec. de hoogten te meten. Vooral is hij echter bekend geworden door zijne beweerde uitvinding van het lang en overal gezochte vraagstuk van het vinden der lengten op zee, waarvoor hij 11 April 1682 octrooi had gekregen van de Staten van Zeeland, gelijk ook blijkt uit twee zijner bewaard gebleven brieven aan den bekenden zeevaartkundige Dirck Rembrandts van Nierop dd. 23 Apr. 1682 en 15 Aug. 1682 (Mathematische liefhebberije X (1762) 297-300, 351-53, zie ook 165). Met Gilles van de Gilde verzocht hij aan dezelfden nogmaals, 28 Jan. 1683, octrooi om ‘een seecker curieus tin ovael werck alleen te mogen maken. Hij huwde 9 Mei 1688 met Beatrix de Schmidt, d.v. Willem en Catharina van der Heyden, uit een deftige koopmansfamilie. Hij gaf uit: Redeneering (dienende als voorlooper) over de mogelijkheid der twee (onder de wiskundigen) zoo lang betwiste wetenschappen, namelijk 't perpetuum mobile artificiale oft konstig gedurig bewegen en de vinding der lengte (Midd. z.j.). De
Mr. Landschot, die in 1712 met Roggeveen e.a. genoemd wordt als aanhanger van Pontiaan van Hattem en op wiens buitenplaats bij Middelburg Mar. Booms (I kol. 408) een toevlucht vond (Archief kerkgeschiedenis XIX (1848) 130, 133; Arch. Nederl. kerkgesch. I (1885) 101) is ongetwijfeld een andere: de predikant Petrus Immens (kol. 631), ijverig vervolger van Booms, was gehuwd met Catharina de Smidt en Hendrik van L.'s zwager.
de Waard