[Beeckman, Elias]
BEECKMAN (Elias), geb. omstr. 1642 te Vlissingen, overl. 21 Juni 1677 te Dixmuiden, zoon waarschijnlijk van den rector Abraham B. en Maria Coppin, en dezelfde, die 8 April 1661 te Leiden als stud. phil. et math. en nogmaals 21 Mei 1664 als stud. jur. is ingeschreven, trad in krijgsdienst, streed bij Naarden en Bodegraven en verdedigde op 25 Juni 1672, bij afwezigheid van den commandant Joan Cau, als vaandrig met 37 soldaten en 186 gewapende burgers het stadje Aardenburg tegen 5000 Franschen onder de Nancré; later werd de bezetting versterkt door troepen uit Cadzand en Sluis en kwam het bevel aan den kolonel Spindler. De vijand moest afdeinzen en verloor vele gevangenen en dooden. Tot belooning voor zijn heldhaftig gedrag werd B. op 29 Juli 1672 bevorderd tot kapitein. Later streed hij nog in den slag bij Mont-Cassel en werd in een twist met den kapitein Drijwegen door dezen gedood. In de kerk te Tholen, waar hij echter niet begraven ligt, prijkte eertijds een grafschrift te zijner eere.
Zie: H. Collot d'Escury, Holl. Roem V, Aant. 9; J. Scheltema, Geschied- en Letterk. Mengelwerk V, 2e st.; Bosscha, Heldendaden te Land II, 48 e.v.; H. de Vriese, Oprecht en bondigh verhael van de attacque der Franse (Middelburg 1675); P. Meesters in de Rec. der Recensenten XXVIII (1835) 239 e.v.; Rethaan Macaré in Kron. Hist. Genootsch. 1850, 347 e.v.; Callenfels, in Zeeuwsch Jaarboekje 1852; v. Dale in Handel. Maatsch. Ned. Letterk. 1865, 261 en Vorsterman v. Oyen, De Berenning v. Aardenburg (Schoonhoven 1872).
Eysten