Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2
(1912)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1115]
| |
Thin (zie: l kol. 1495). Hij studeerde te Leiden in de rechten (aldaar 1 Juni 1580 ingeschreven als Everardus Pollio), werd l.U.D., reisde daarna en werd 15 Nov. 1587 als Eberhardus Pollio te Heidelberg ingeschreven. Te Utrecht teruggekeerd, werd hij advocaat voor het Hof van Utrecht en werd tot landsadvocaat van Utrecht benoemd. In 1597 dong hij tevergeefs naar het door zijns vaders dood opengevallen secretarisschap van Utrecht. Thin's testament van 29 Aug. 1590 benoemde hem tot erfgenaam. Hij testeerde 10 Aug. 1602 en vermaakte zijn belangrijke boekenverzameling aan de utrechtsche stadsbibliotheek. Dit legaat was een der eerste groote aanwinsten der latere universiteitsbibliotheek. Ook was hij de stichter van het Pollen-Huis te Utrecht voor bedelaars. Een advies van hem, in samenwerking met anderen, in de uitgave der Holl. Consultatiën van 1662, III no. 95. Zie: G. Toepke, Die Matrikel der Univ. Heidelberg II, 136; Kroniek Hist. Gen. XV (1859) 105; XXI (1865) 453-9; Dodts Archief III (1843) 274; IV (1844) 96, 343, 350; Diarium A. van Buchell (Werken Hist. Gen. III: 21) 349, 447; J.F. van Someren, De Utrechtsche Universiteitsbibliotheek (Utr. 1909) 11 vlgg. van Kuyk |
|