[Noordt, Sijbrant van (2)]
NOORDT (Sijbrant van) (2), zoon van Jacob van Noordt (kol 1002) was organist van 1679-1692 van de Oude kerk te Amsterdam, van 8 Jan. 1692-1695 van de Groote kerk te Haarlem (Bouwsteenen I, 65). De mededeeling, dat hij sedert weer terugkeerde naar zijn eerste officie (t.a.p. II, 47) wordt weersproken door Tijdschr. muziekgesch. I (1885) 46. Zijn haarlemsche bediening schijnt hij niet ten volle met lof bekleed te hebben naar het oordeel van Quirinus van Blanckenburg in 1722 (Enschedé, Gerardus Havingha 36). Als keurmeester van orgels treedt hij op in 1686 bij het nieuwe orgel in de Westerkerk te Amsterdam (Hess, Dispositien 9) en 13 April 1703 en 18 Nov. 1704 bij het orgel in de St. Laurens te Alkmaar (Havingh a, Oorspronk en voortgang 169, 170). In een ouden veiling-catalogus is van hem vermeld:
Melange italien ou sonates a une flute et une basse continue, a un violon et basse continue, a 2 violons sans basse et a un clavecin seul, op. 1 (Bouwsteenen III, 20), waarvan thans geen ex. meer bekend is. Zijn portret, zwarte kunst van Petrus Schenck 1702 met onderschrift van A. Alewijn, is beschreven Bouwsteenen I, 97.
Zie Amsterdam in de zeventiende eeuw: Muziekgesch. 36, 37.
Enschedé