[Kechelius, Samuel Carolus van Hollesteyn]
KECHELIUS (Samuel Carolus) van Hollesteyn, geb. te Praag in 1611, werd 16 Oct. 1632 ingeschreven als student te Leiden en wordt in 1645 mathematicus aldaar genoemd. Op het titelblad van een voor zijn leerling Joos Crommeling in 1655 samengesteld handschrift van wiskundigen inhoud, noemt hij zich ‘Magister in de mathematische en astronomische konst’ in die stad. Hij ontving vóór 1657 bezoek van Bouillaud, stond in correspondentie met Joh. Hevelius, was bevriend met van Schooten en bekend met Chr. Huygens. Na den dood van Golius in 1667 werd K. eene jaarlijksche gratificatie van ƒ 400 toegelegd. Hij gaf uit eene Eygentlicke afbeeldinge der drie sonnen, dewelcke verschenen zijn anno 1653 den 14 (24) Januarii alhier binnen Leyden ende op den toren van de academie waergenomen (Leid. 1653), waarschijnlijk ook waarnemingen over kometen vóór 1661, gelijk waarnemingen over de komeet van 1664 van hem voorkomen in Stan. Lubienietski's Theatrum cometicum (Lud. Bat. 1681) 592. Zijn portret, geteekend door D. Druyf, wordt in bovenbedoeld handschrift aangetroffen.
Zie: Handel- en Meded. Letterkunde 1864, 38, 75-82; Navorscher XXXVIII (1888) 104 en de Oeuvres compl. de Chr. Huygens (La Haye 1888-90) I, 299, 381, 82, 89, 516, 24; II, 198, 209, 22, 50, 51, 453, 509; III, 280, 315; V register.
de Waard