[Breda, Jacob van]
BREDA (Jacob van), geb. zeer waarschijnlijk te Delft 16 Juli 1743, gest. aldaar 14 Oct. 1818, zoon van Jacob van B. en Sara Maria van Blommesteyn, ging in de medicijnen studeeren, hoewel ik hem in geen der gedrukte alba van een nederlandsche hoogeschool als ingeschreven vond aangegeven. Als geneesheer vestigde van B. zich te Delft. 31 Jan. 1773 huwde hij, vermoedelijk te Delft, met Anna Elsenera, de 17 Oct. 1748 geboren dochter van den predikant Gerhardus Johannes van Campen en Christina Abigael van Elsen. Hij werd 16 Dec. 1773 veertigraad en secretaris van het heemraadschap Delftland, in de laatste functie veel bijdragende tot de verbetering van dijken en wateren in zijn district. Hij werd lid van het Bataafsch Genootschap der proefondervindelijke wijsbegeerte te Rotterdam en het Provinciaal Utrechtsch Genootschap, zeker ten gevolge van zijne verschillende vertalingen uit het engelsch en fransch van geschriften van Ingenhousz als diens Proeve over den Electrophorus (Delft 1780); Proeven op Plantgewassen (Delft 1780) met brieven tusschen schrijver en vertaler; Verhand. over de gedephlogiticeerde lucht (in Verh. Gen. proefonderv. wijsbegeerte VI, Rott. 1781, 107), met andere opgenomen ook in zijne