sanne ± 1735, 23 Oct. 1749 als stud. en nogmaals 15 Nov. 1793 als med. dr. te Leiden ingeschreven, een zoon van hem is, is dat vermoedelijk uit een eerste huwelijk.
Ongedrukte briefwisseling van A. berust op de leidsche un. bibl. o.a. met J.S. Bernard te Amsterdam en Prosper Marchand, na wiens overlijden in 1756 A. de uitgave van de Dictionnaire historique (la Haye 1758-59) voortzette. Als brief zijn gedrukt de oorspronkelijke geschriften over de uitvinding der leidsche flesch in de Histoire de l'académie des sciences pour l'année 1746 (Par. 1747); een Mém. contenant diverses expériences d'électricité in de Blbl. Brittannique XXIV (la Haye 1747) 406-437 (vertaald Leiden 1748); over de aardbeving van 1755 in de Nederlanden in de Transactions of the Royal Society XLIX: 1 (1756) 379 en XLIX: 2 (1757) 512, 545. Met Musschenbroek en A. Eden gaf hij een afkeurend advies in de Gedrukte stukken over de watermachine van L. de Genneté (Leiden 1754), schreef voorts een Diss. sur les bouteilles de Bologne (Medical Transactions ns. 477, art. 3) en verschillende opstellen in de Verhandelingen der Holl. Maatsch. van Wetenschappen I (1754) 489 vv., II (1755) 93 vv., 372 vv., 380 vv. Daarbij sluiten zich aan zijn uitgave van A.D. Brisson, Regnum animale (L.B. 1762) en diens Ornithologia (L.B. 1763, 2 vols); de 3e uitgaven van 's Gravenzande's Phil. Newtonianae institutiones (L.B. 1744, herdr. ib. 1766), en Introductio ad phil. metaphysicam et logicam continens (L.B. 1756), diens Oeuvres philosophiques et mathématiques (Amst. 1774, 2 vols), benevens wat van hem voorkomt in dl. IV en V van het supplement tot Buffon's Hist. naturelle (Amst. 1778 en 1785). Hij vertaalde gedeeltelijk Le livre de Job traduit du latin de M.
Schultens (Leid. 1748), voorts Boerhaave's Eléments de chimie (Amst. 1752, 2 vols.), Oliver, Diss. sur les comètes (1777) en eenige kleinere geschriften op natuur-historisch gebied. De catalogus van de verkooping zijner boeken (Leiden 1791) is in de bibliotheek der Vereeniging v.d. boekhandel te Amsterdam.
Zie: Algem. Konst- en Letterbode I (1788) 13; de monografie van Suringar in het Nederl. Tijdschrift voor geneeskunde II; 3 (Amst. 1867) 65-84, aangevuld door Boeles, Frieslands Hoogeschool II (Leeuw. 1881) 504-7 met de daar aangegeven bronnen en Bijdr. en Meded. Hist. Gen. XXXI (1910) 464-5, 479, 486, 489.
de Waard