[Aerts, Andreas]
AERTS (Andreas), geb. te Lommel 10 Nov. 1715, overl. te Schijndel 13 Aug. 1790, is vooral bekend als apostolisch vicarius van het vicariaat van 's Hertogenbosch. Aerts genoot zijne opleiding te Leuven, promoveerde in 1742 tot licentiaat in de godgeleerdheid aan de universiteit aldaar, na reeds tevoren (1739-42) leeraar der godgeleerdheid in het Collegium van Standonck te Leuven geweest te zijn. Hij werd later kapelaan te Schijndel, pastoor te Heeze (1740), pastoor van S. Jacob te 's Hertogenbosch (1751), pastoor te Schijndel (1763) na in 't begin van laatstgenoemd jaar benoemd en erkend te zijn geworden tot vicarius apostoliek van 's Hertogenbosch c.a., welke waardigheid hij 27 jaren bekleedde.
Op den laatsten Januari 1790 sloot Aerts zich geheel aan bij de vermaarde declaratie van den kardinaal-aartsbisschop van Mechelen, die tegen het onderwijs in het ‘Seminarium generale’, te Leuven door keizer Jozef II opgericht, protest aanteekende. 16 Aug. 1790 werd Aerts naast de oude kerk (N.) te Schijndel begraven.
Vgl.: A. van Gils, Katholyk Meyerysch Memorieboek ('s Bosch 1819) 123 vlg.; J.A. Coppens, Nieuwe beschrijving van het Bisdom van 's Hertogenbosch I, 297-299; L.H.C. Schutjes, Kerkelijke Geschiedenis van het Bisdom 's Hertogenbosch II, 157-158.
Smits