wisseld worden met Adelbert, abt van Epternach, opvolger van Sint Willibrord, wiens sterven plaats heeft in 739.
Adelbert werd te Egmond begraven. Op zijn graf werd volgens de legende een ruwe kerk gebouwd, en hoewel deze meermalen door de Noormannen verwoest werd, bleef de plaats steeds bezocht door de geloovigen.
Verscheidene wonderverhalen worden omtrent hem overgeleverd. Een Leven van hem werd in opdracht van den hollandschen gravenzoon, Egbert, aartsbisschop van Trier, op het einde der 10de eeuw geschreven door Rupertus, monnik van Metlach, welk klooster met Egmond in verband stond.
Bij de verwoesting der abdij van Egmond in 1573 door de troepen van Sonoy werden de daar bewaarde overblijfselen van Adelbert in veiligheid gebracht. Tot in het midden der 19e eeuw bleven ze in een koffertje bewaard in de Sint-Bernardus-kerk te Haarlem. In 1890 werden ze teruggebracht naar de parochiekerk van Egmond-binnen.
Zie: Rupertus Metlacensis, Vita et miracula S. Adalberti (verkort in Surius, d'Achery en Mabillon; geheel in Acta SS. 25 Jun. en in Henschenius, Acta SS. Belgii VI, 6, 54 met noten van Papebroch); Analecta boll. XX, 343; Annales Egmondani in Werken van het Hist. Genootschap te Utrecht 1864; Willelmi ... Procuratoris Chronicon, uitg. d. C. Pijnacker Hordijk in diezelfde Werken 1904; Batavia Sacra 1-12, 44-46, 422-431; J.A. de Rijk, Sint Albrechtsput bij Egmond in Bijdr. Gesch, Bisdom Haarlem I, 400-420; J.J. Graaf, De Reliquieën van St. Jeroen en St. Adalbert uit de Abdij van Egmond in Bijdr. Gesch. Bisd. Haarlem II, 377; J.A.F. Kronenburg, Neerlands Heiligen II, 132-154; Dom Pitra, La Hollande Catholique 78-79 (Paris 1850); C. Pijnacker Hordijk, Wat weten wij omtrent den heiligen Adelbert van Egmond? in Nijhoff's Bijdragen, Vierde Reeks I, 145-174.
Graux