Geestelijke minnevlammen(1653)–Matthijs van der Merwede– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Aen Jonkheer Pieter van Peene. Op De seven Psalmen van boetveerdigheyt, Nitidissimi, tersissimi Ingenij Viro, D. Mathiae Merwedaeo, Clootwiaco, Theod. Graswinckel. S.P. Antwoord van den Autheur Aen de Heeren C. Boy en T. Graswinkel. Op het Hooge Lied Salomons Van den Heere vander Merwede, Heere van Clootwijck in rijm gebracht. In Psalmos poenitentiales, & alios ejusdem Nobilissimi Domini Merovingii. Op de Heylige Dagen van den selven Heere. In Satyram 13. Juvenalis, ejusdem Opera Batavè loquentem. Op de Geestelijcke Minne-vlammen van den Edelen seer geleerden Matthys vander Merwede, Heer van Clootwijk, &c. Lofs-stof Op de Stralen der Geestelycke Minne-vlammen van den Heere van Clootwyck, geestighgeriimt tot deugden-spoor van alle Gods-Yveraers. Op de Seven Boet-psalmen door Jonckheer Mathys vander Mer wede, Heere van Clootwyk In Neer-lands rym gebracht. Op het hooge Lied Salomons van den Ed. Heere van Clootwijck, &c. Op d'ongemeene en hoog-op-geschoote Geestelijcke Minne- Vlammen Van den Heere vander Merwede, Heere van Clootwijck, &c. Klink-dicht Aen de Edele Jonkvrouwe Margarita vander Merwede van Clootwyk, mijne jongste Suster, Op d'af-beelding Van den Ed: Heere Mathys vander Merwede, Heere van Clootwyk, &c. Het Hooge Lied Salomons. Het eerste hooft-stuck. Het tweede hooft-stuck. Het derde hooft-stuck. Het vierde hooft-stuck. Het vijfde hooft-stuck. Het seste hooft-stuck. Het sevende hooft-stuck. Het achste hooft-stuck. [Aantekeningen] De Seven Psalmen van Boetveerdigheyd. Den eersten, zijnde den sesten Psalm. Den tweeden, zijnde den 32. Den derden, zijnde den 38. Den vierden, zijnde den 51. Den vijfden, zijnde den 102. Den Sesten, zijnde den 130. Den Sevenden, zijnde den 143. Noch eenige andere uyt-gelesen Psalmen, als den 18. Psalm. Den vijf-en-dertigsten Psalm. Den vijftigsten Psalm. Den t'Negentigsten Psalm. Den Hondert drie en veertigsten Psalm. Noch eens verduytst. Den 137. Psalm. Den 58. Psalm, Na d'Over-setting van Theod. de Beze, ende Diodati. Den vier-en-tnegentigsten Psalm, Na d' Oversetting van Diodati. [Aantekeningen] Heylige dagen. Boetveerdige Maddalena. Pauli Bekeeringe. Aen den ongemomden, trouw-hertigen, ende recht-geschapen leser. Aen de wel-bezielde Geesten van onsen Tijdt. De heylige dagen. Het 13. Satyr-dicht van Junius Juvenalis, van hem aen Calvinvs geschreven. De Mis-slagen sal den goetwilligen Leser aldus gelieven te beteren: