huisdier neemt:
omdat het nu eenmaal goed is voor de opvoeding van je kind of zo. Je schopt het
niet, en is het ziek, dan neem je het liefdevol mee naar de dierenarts - maar
het blijft een ornament in het bestaan, een noodzakelijk iets, misschien, maar
dan net zo noodzakelijk als het milieu - daar ben je ook goed voor, als je
verstandig bent.
Je kunt een driedeling maken in de menselijke ontwikkeling, in de menselijke
biografie. Mensen beginnen ontzettend dromerig, als een soort hemelburger begin
je aan het aardse bestaan, vol fantasie en creativiteit, in het geheel niet
aangepast aan de aarde. Door opvoeding, scholing, ontwikkeling word je aardser
en aardser, je wordt een geïndividualiseerd ego. Als het goed is,
blijf je niet in dat stadium steken. Dan komt er een derde fase, waarin je de
relativiteit van dat ego, je eigen kleine ijdelheden, je machtsstreven, je
privé-lust gaat relativeren, waardoor je een ruimer soort mens wordt
- dan word je weer zoals je begonnen bent, maar dan op een hoger niveau.
Het verwarrende van die driedeling is dat veel mensen - ook mannen - niet door de
ego-ontwikkeling heen willen gaan. Ze blijven in de eerste fase steken: hippies,
zwervers, mensen die erg graag “terug willen naar het
Oosten”. Dat lijkt dan misschien wel erg op wat ik fase drie noem,
maar het is het absoluut niet; het is het angstig blijven staan
vóór de tocht door de diepte, waar je echt doorheen moet
als modern, westers mens.
Eens werd ik beschouwd als een voorloper van het feminisme. Vervolgens is er een
tijdje een uitgesproken haatverhouding geweest, met name vanuit de
Femsoc-beweging. Omdat ik me altijd met huid en haar verweerd heb tegen de
gedachte van het staatssocialisme. Ik heb namelijk een ongelooflijke hekel aan
patriarchale structuren en geregel van bovenaf. Femsoc wilde naar een diffuus
groepsbeleven, waarin geen individuen zich mochten manifesteren; anonieme
publicaties van het collectief en zo. En daar houd ik niet van. Dat is wat ik
noem: niet door fase twee durven. Het marxisme kan psychologisch een regressieve
beweging zijn: terug in de schoot van vadertje of moedertje Staat, of van het
collectief. Ik vind massa's eng en groepen vervelend.
Nu ben ik wat ouder, dan ben je minder bedreigend, dan mag je een beetje anders
zijn. Trouwens, ik weet niet of die Femsoc en daarop lijkende feministische
groeperingen nog wel zo marxistisch zijn.
Nu vindt men mij, denk ik, een randfiguur. Van weerstand is, voorzover ik weet,
amper sprake meer.
Ik ben een volkomen apolitiek wezen. Wanneer mensen over politiek beginnen, roep
ik maar: “Ik ben een liberale anarchist.” Ik ben in
cultureel opzicht progressief, en economisch streef ik naar kalmte en ben ik
tegen revolutie. Als je creatief wilt zijn, heb je rust nodig, wat geld en een
huis, waarin je niet door de televisie van de buren gestoord wordt; laat alles
maar fijn zoals het is