Vermakelijcke bruylofts-kroon, doorvlochten met verscheyden leersame gedichten
(1659)–Jacob Coenraetsz Mayvogel– AuteursrechtvrijStem: Gelijck de Sterren verçieren.
NU laet ons al t'saem danckbaer zijn
Den Heer die eeuwigh leeft,
Die door zijn vriendelijck aenschijn
Ons nu versadight heeft:
Heft op u hert ten Hemel-waert,
En danckt den Heer ghy die hier zijt vergaert.
2. Wij dancken u, o Vader goet,
Fonteyn van alle vreught,
Dat ghy in volle overvloet
Ons spijst en maeckt verheught,
U Liefd' en u barmhertigheyt
Hem wijder als des Hemels-troon uyt-spreyt.
| |
[pagina 117]
| |
3. Wat is (o Heer!) den armen mensch,
Dat ghy hem onderhoudt?
En geeft hem hier sijn lust na wens,
Met vreught soo menichfout,
O rijcke Vorst, o goetheyt groot!
Veel stercker is u liefde dan de doot.
4. U milde handt die doet ghy op,
En spijst elck seer bequaem,
U goetheyt reyckt aen 's Hemels top,
Iehova is u naem,
Een Heer zijt ghy groot vermaert
Die op des Hemels-wolcken henen vaert.
5. Laet onse vreught ter eeren zijn
Van uwe Majesteyt,
Oprecht en niet in valsche schijn,
Tot onser saligheyt.
O Heere Iesus Davids Soon!
Schenck uyt ghenaden ons des levens Kroon.
|
|