Schadt-Kist der Liefde(1632)–Jacob Coenraetsz Mayvogel– Auteursrechtvrijvoort gebracht in tijt van vrolyckheydt Inhoudsopgave [Handtekening uit 1661] Voor-reden. Sonnet. Tot lof des Autheurs. Ghedicht. Aende Lof-waerde, Deucht-rijcke, Eerbare, onder de Maeghden gheheten met de naem van Clara. Oorspronck van dese materie. t’Samen-spraeck in de ghestaltenisse van Petrus ende Clara. Klagh-liedt. Klach-Liedeken. Avondt-Klach-Liedt. Klach-Lof-Dicht. VVandel-klagh-liedeken. O Wilt doch mijn sinnen Eensaeme klachte. [O Puyckje vande jeught] Lof-sangh over de Minne. [Ghy soete Venus minnaeren] Lof-dicht Lof-sangh over de eerbaerheyt der Vrouwen. Den Auteur