Stichtelijcke gesangen
(1661)–Cornelis Maertsz.– AuteursrechtvrijStem: O Saligh Heyligh Bethlehem.WAnneer als het Egyptische Landt
Was van den hongers-noot beseten,
Die met haer opgevijlde tant
De burgers dreyghde op te eten.
2. Soo was 'er nochtans overvloet
| |
[pagina 52]
| |
Van spijs, in 't Hof van haren Koningh,
Dit krayd' de' faem: Die daer door doet
Elck Burgher vlughten tot sijn woningh.
3. Aen wien zy haer, en oock haer haef,
Op-offerden, niets uytgenomen,
En hebben tot een weder-gaef
Het leven als een buyt bekomen.
4. Het gantsche Menschelijck geslaght,
Door het moedwilligh overtreden,
Is onder eenen vloeck gebracht:
Maer Godt is rijck in goedigheden:
5. Al wie dat dan tot hem genaeckt,
En hem aen Godt doet overgeven,
Wordt van d' elenden vry gemaeckt,
En krijght tot erf het eeuwigh leven.
|
|