Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen(1971)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave Inleiding 1. De predikant 2. De piëtist 3. De dichter 4. Verantwoording Bibliografie van Jodocus van Lodenstein Studies over Jodocus van Lodenstein Afkortingen Lijst van illustraties Voor-reden I. Deel Behelsende eenige / Bybel-Stoff, / of / Bedenckingen over, en Uyt-breydingen van / eenige plaatsen der H. Schrifture / of Psalmen. Grootsheyd des levens Den naackten Jesus, of Aandagt op Joh. 19: 23. Den nedrigen Christen, Op Psalm 131. Hert-sterckte in Jehova Op 1 Sam. 30: vers 6. II. Hert-sterckte in Jehova. Op 1 Sam. 30: 6. Kinder-lesse, of Aandagt op 1 Petr. 2: 2. Den besloten Hoff Op Cant. 4: 12 II. Deel Behelsende eenige / Aandagten / over bysondere / Geestlijke Stoffen. Toe-Tred tot 's Heeren H. Sacrament Genoegen in het cleyne Het jonge en onbecommert leven Jesus Voorbeeld Heerlijckheyds Loff 't Cruyce van een Christen Des Heeren H. Avontmaal Jesus ten Hemel Gods Soon in 't Vleesch Jesus getrouwe liefde voor de wereldt verkoren III. Deel Behelsende eenige / Stigtelijke Invallen / op / Verscheydene Voorvallen. Op een versch Hoender-Ey geschoncken tot verquickinge Toe-sang der gelovigen in het vaderlandOp den Voorsang van den voorgem. Gerardus Holckenburg ende Maria van Waalre, Echte-lieden: Op hare reyse naar Oost-Indien. Af-syns smerte.Op gelegentheyd van 't scheyden eens Vriends. Op mijn verjaring in Sprockelmaand 1670.End' op dat Saysoen des jaers Cruys-Schole van J. Christi Gemeynte.>Op de voorvallen des selven Jaars. Eenige Invallen, voorgecomen op eene reyse van Sluys in Vlaanderen, na Holland en wederom in 't Jaar 1651. Op de onversettelijcke Catharren-pijn na vele gebruyckte genees-middelen. Op de Stilte in 't Swin IV. Deel Behelsende eenige / Boet-Digten. Den Medicyn-Meester Duc-d'Alba, Ofte Den geessel der Nederlanden ter genesinge. 't Heylige Sacrament ont-heyligd Aanhangsel Van eenige Gesangen die in de or-/dre overgeslagen waren. Eensaemheyd met God Jesus Min. Genaden afgrond Punt-digten J. van Lodensteyns swanen-gesangh,Of het laatste by hem in sijn sieckte, korts voor zijn salig af-sterven gemaackt, en Zions kinderen na-gelaten.