Alle de brieven. Deel 8: 1688-1692
(1967)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdGepubliceerd in:
| ||||||||||||
Inhoud:De rups van de korenmot (wolf) vreet tarwe, kurk en hout. De verpopping heeft plaats buiten het graan op de korenzolder. De mot verschijnt in het voorjaar. Over de schubben op de vleugels en hun ordening. L. treft op korenzolders veel motten aan. Onderzoek van het ovarium en van de wijze van het eierleggen van de korenmot. De bestrijding van de korenmot door het verbranden van zwavel in het klein en in het groot beproefd. Eieren van de korenmot opgekweekt tot jonge rupsen, deze vreten zich in de tarwekorrel. Over de bouw van de eischaal en de vleugelschubben van de korenmot. Oorzaak van meer of minder sterke aantasting van het graan door de korenmot. Klanders | ||||||||||||
Letter 119 [71]
| ||||||||||||
Published in:
| ||||||||||||
Summary:The caterpillar of the corn-moth - wolf - feeds on wheat, cork and wood. Pupation occurs outside the corn in the corn-loft. The moth appears in springtime. On the scales on the wings and their arrangement. In corn-lofts L. finds many moths. Investigation of the ovary and the mode oviposition of the corn-moth. Combating the corn-moth by burning sulphur tested on small and large scale. Eggs of the corn-moth developed into young caterpillars, these eat into the wheat-grain. On the structure of the egg-shell and the wing-scales of the corn-moth. The cause of more or less serious affection of the corn | ||||||||||||
opgekweekt, deze blijken aangetast te zijn door een mijt. Op korenzolders ook luizen aangetroffen. Over micro-organismen in regenwater. Over zwarte vliegen op bloesems en over maden in kaas. | ||||||||||||
Figuren:De 15 oorspronkelijke figuren zijn verloren gegaan. In de druk zijn zij gerangschikt op een dubbele plaat. | ||||||||||||
by the corn-moth. Corn-weevils bred, these appear to be affected by a mite. Lice are also found in corn-lofts. On micro-organisms in rain-water. On black flies on blossoms and on maggots in cheese. | ||||||||||||
Figures:The 15 original figures have been lost. They are arranged in print on one double plate. | ||||||||||||
Delft in Holland den 7e Maart 1692.Ga naar voetnoot1)
Hoogh Edele Heeren.
Mijn Heeren die vande Coninklijke Societeit.
Mijn laasten alder onderdanigsten aan hare Hoogh Ed: is geweest, den 1e februarij der voorledene maantGa naar voetnoot2), sedert welke tijd, ik goet gedagt hebbe, dese mijne volgende aantekeningen, Hare Hoogh Ed: toe te senden. Na dat ik mijne observatien ontrent de voorteelinge vande Klander, tot mijn genoegen hadde volbragt, ende de Werelt hadde overtuijgt,Ga naar margenoot+ dat de Klanders niet anders, als door voorteelinge en wierde voortgebragt. SooGa naar voetnoot3) hebbe ik mij begeven omme na te spueren de voorteelinge van het wormke, dat bij de koorn-koopers en bakkers, de Wolf genaamt werd. Dit Dierke is een kleijn wit Wormke, versien met twee roode Schaarkens, of tantagtige deelen, die het voor aan het hooft heeft met welke Schaaren het niet alleen de Taruw, en ander koorn weet ontstukken te bijten, en tot voetsel te gebruijken: maar het weet ook selfs het hout te doorknagenGa naar voetnoot4). | ||||||||||||
Delft in Holland, 7th March, 1692.Ga naar voetnoot1)
Very Noble Sirs.
Gentlemen of the Royal Society.
My last most humble missive to Your Honours has been on February the 1st of last monthGa naar voetnoot2) since which time I have thought fit to send Your Honours these my following notes. Ga naar margenoot+After I had completed to my satisfaction my observations concerning the propagation of the Corn-weevil, and had convinced the World that the Corn-weevil is not produced otherwise than by propagationsGa naar voetnoot3). I therefore set about investigating the propagation of the tiny worm which, among corn-merchants and bakers, is called the Wolf. This little Animal is a small white little Worm, provided with two tiny red Shears, or tooth-like parts, which it has at the front of its head, with which Shears it succeeds not only in biting the Wheat and other corn to pieces, and in using them as food: but it is also capable of gnawing through woodGa naar voetnoot4). | ||||||||||||
Ga naar margenoot+Ik hebbe verscheijde malen de Wormkens met een weijnig taruw, in glase pijpjens op geslooten, en die in mijn sak gedragen, als het inde winter wasGa naar voetnoot17): dog sij sijn telkens, eer deselve tot veranderingGa naar voetnoot5) quamen, afgestorven. Dierhalven hebbe ik inde somer vanden jare 1690. aan een koorn-kooper versogt, dat mijGa naar voetnoot6) een doosje met taruw, daar de Wolf in was bij een soude versamelen, omme was het mogelijk de Menschen die met een voor oordeel sijn in genomen, namentlijk, dat de Wolf niet als door een puterfactieGa naar voetnoot7), en soo andere seggen, door een MistGa naar voetnoot8), voort komt, te overtuijgen, op wat wijse de Worm die men de Wolf noemt, voort teelt. Dese taruw bekomen hebbende, heb ik gesien, dat een Wormke vier, vijf, ses, seven en ook wel agt Taruwkens aan een hadden gehegt, ende dat het Wormke van binnen in een van dese Taruwkens lag, ende dat de andere Taruwen meest alle van binnen waren uijt gegeten. Dit Wormke oordeelde ik veel schadelijker int koorn, als de klander, om dat het door gaansGa naar voetnoot9) seer groote excrementen (die wit en rond sijn) na proportie van de groote van der selver Lighaam maakt, ofGa naar voetnoot10) loost. Dese Worm heeft voor aan het hooft, onder andere een werktuijg, waar uijt het in sijn beweginge die het met sijn hooft komt te maken, continueel een seer dun draatge, ofte gespin brengt, welk draatge het met ijder voortgang die het komt te doen, vast hegt, waar door desselfs lighaam vast blijft en niet kan vallen, soo dat het selfs aan een schoon glas kan op loopen, en aan de draat blijven | ||||||||||||
Ga naar margenoot+I have several times shut up the little Worms with a little wheat in small glass tubes, and carried those in my pocket, when it was winter-timeGa naar voetnoot9): but they always died off before the same came to a changeGa naar voetnoot5). For this reason I did, in the summer of the year 1690, request a corn-merchant to collect me a little box with wheat, in which the Wolf was, in order, if it were possible, to convince those People who are taken in by a prejudice, namely that the Wolf is not produced by anything but a putrefaction, and as others say, by a Mist, in what way the Worm that is called the Wolf, propagates. Having obtained this wheat, I did see that one little Worm had joined together four, five, six, seven, and sometimes even eight grains of Wheat, and that the little Worm lay inside one of these grains of Wheat, and that most of the other Wheat-grains had been eaten away inside. This little Worm I considered to be much more injurious in the corn than the corn-weevil, because it always makes or discharges excrements (which are white and round) that are very big in proportion to its own Body. Among other things this Worm has, at the front of the head, a tool, out of which, in its movements which it makes with its head, it continually produces a very thin tiny thread, or spun filament, which thread it attaches to something with each forward move it makes, whereby its body remains fixed and cannot fall, so that it can even walk up a clean glass, and remains hanging on by the thread; | ||||||||||||
hangen, en door welk draat gespin, het eene koorn, aan het andere komt te hegtenGa naar voetnoot11). Ik hebbe een gedeelte van dese Taruw, daar dese Worm de Wolf genaamt in was, in een glase tuba, die de dikte van een vinger wijd was, en ruijm de lengte van een voet hadde, gedaan; ende die glase tuba aan beijde de eijnden met een goede kurk vast toe gestopt. De rest vande taruw daar de Wolf in was, heb ik gedaan in een greijne houteGa naar voetnoot12) doosje: ende de geseijde tuba voor mijn gesigt op mijn ComptoirGa naar voetnoot13) geleijt, op dat ik die in gedagte mogte hebben, en veel maal soude besigtigen. Nu gebuerde het inde na Somer, dat ik sag, dat veele van deze Wormkens de taruw verlieten, en tegen het glas aan saten, en voornamentlijk, als ik het glas met de taruw quam te bewegen. Ga naar margenoot+Na der hand sag ik verscheijde Wormkens, soo op mij[n] papier als anders loopen. Ik door sogt het doosje, en bevond dat het selvige door beten was, met twee gaatgens, waar door de Wormkens waren gekroopen, als ook mede sag ik, dat de Wormkens door de kurk die wel een vinger dik was, hadden gebeten; ik nam een stuk kurk uijt de glase tuba, en ik snede die ontstukken, en haalde agt â. tien Wormkens uijt het selvige, die ik weder int glas onderGa naar voetnoot14) de Taruw sette, en ik stopte de glase tuba met een nieuwe kurk, die ik van buijtenen met segel-lak, soo verre als die buijten het glas stak, toe druijpte, op dat de Wormkens mij niet weder soude ontloopen, en soo handelde ik ook met de tweede kurk. Dog ik droeg in dit doen sorg, dat in ijder kurk een kleijne opening was, op dat de Wormen genoegsaam van lugt mogten versien sijn. Ga naar margenoot+Fig: 1. ABCD. verbeeld de glase tuba. AD. en[de] BC. verbeelden beijde de eijnden vande glase tuba, die met kurk en lak sijn toegestopt. EG. ende FH. sijn twee kleijne glase tuba, die door de lak en kurk, tot inde holligheijt vande groote glase tuba ABCD. sijn gebragt: op dat de lugt inde selvige soude konnen door speelen, welke opening vande kleijne glase tubae EG. ende HF. soo kleijn waren datter geen Wormke konde door kruijpen. | ||||||||||||
and by which spinning of threads the one grain will become affixed to the otherGa naar voetnoot6). I did put a part of this Wheat-grain, in which was this Worm called the Wolf, in a glass tube that was as wide as the thickness of a finger, and had at least the length of a foot; and I firmly closed up that glass tube at both ends with a good cork. The rest of the Wheat in which the Wolf was, I put in a small pinewood box: and I laid the said tube before my eyes on my StudyGa naar voetnoot7), in order to remind myself of it, and to inspect it frequently. Now it happened in the late Summer, that I saw that many of these little Worms left the Wheat, and were sitting against the glass, and especially when I came to move the glass with the wheat. Ga naar margenoot+I afterwards saw several little Worms walking either on my paper or otherwise. I searched the box, and found that the same had been bitten through, with two holes through which the little Worms had crawled, and I moreover saw that the little Worms had bitten through the cork, which was quite as thick as a finger. I took a piece of the cork from the glass tube, and I cut it to pieces, and fetched out eight or ten little Worms out of the same, which I put back again in the glass among the Wheat, and I closed up the glass tube with a new cork, on which I poured sealing-wax outside, as far as it protruded outside the glass, in order that the Worms might not again give me the slip, and I also dealt in this way with the second cork. But in doing this I took care that there was a small opening in each cork, in order that the Worms might be sufficiently supplied with air. Ga naar margenoot+Fig: 1. ABCD. represents the glass tube. AD. and BC. show the two ends of the glass tube, which have been closed up with cork and wax. EG. and FH. are two small glass tubes which have been brought, through the wax and cork, into the cavity of the large tube ABCD: in order that the air might be able to play through the same, which opening of the small glass tubes EG. and HF. were so small that not one little Worm would be able to crawl through. | ||||||||||||
Ontrent dese tijd ging ik op een koorn-solder, daar de Wolf inde taruw was, en ik sag dat een groote menigte van dese Wormkens tegen de muer op liepen, waar uijt ik een besluijt maakte, dat gelijk de Wormen inde glase tuba het koorn verlieten, en haar inde kurk plaasten, dat veele Wormen op de koorn-solder uijt het koorn verhuijsden, en haar boven na de solder begaven, om inde solder of balken soo lang te blijven, tot dat hare veranderingGa naar voetnoot5) geschiede. DitGa naar voetnoot15) versterkte mijn gevoelen, want beschouwende de solder, sag ik, dat die soo door beten was met worm-gaaten, dat men geen vinger breete aan de balken konde sien, of deselvige was door beeten. Ik sag ook dat de kurken, soo verre die inde glase tuba staken, van tijd, tot tijdGa naar voetnoot16), soo door knaagt wierde, dat deselvige tot een meelagtige stoffe wierde verbrijselt, en datter seer veel reten of Canaaltgens, door de verbrijselde stoffe gemaakt wierde, en schoon de Wormen haar gans in de kork sogten te verbergen, ofte te bedekken, soo bleven daar nogtans drie verscheijde Wormen voor het gesigte leggen, die ook een gantsche Winter stil bleven leggenGa naar voetnoot17). Dese waren van haar spinsel soo weijnig om sponnen, datGa naar voetnoot18) wanneer ik deselve met het vergroot glas beschoude, haar hooft meest door gaansGa naar voetnoot19) een weijnig sag bewegen. Op den 29e April sag ik dat de Wormkens hier boven verhaalt, begonden root te werden, ende dat die een weijnig korter waren geworden. Den 30e. April, sag ik dat de Wormkens in roodigheijt nog meerderGa naar voetnoot20) waren toe genomen, en ik beelde mij in te sien, dat deselvige in tonnekens of popkens waren verandert. Ik hebbe ontrent dese tijd alle de taruw, daar ook de Wolf in hadde geweest, uijt het hier vooren verhaalde doosje gedaan, en alle de taruwen geopent, dog niet een Wormke daar in gevonden, soo dat mij alle de Wormkens, door de gaatgens, die deselve in het doosje hadden gebeeten, ontkroopen waren. | ||||||||||||
At about this time I went up to a corn-loft, where the Wolf was in the wheat, and I saw that a great multitude of these little Worms were walking up the wall, from which I concluded that, just as the Worms in the glass tube left the corn, and placed themselves in the cork, so many Worms in the corn-loft had quitted the corn, and made for the ceiling above, in order to remain in the ceiling or rafters until their changeGa naar voetnoot5) took place. ThisGa naar voetnoot8) strengthened my opinion; for on inspecting the ceiling, I saw that it was bitten through with worm-holes, that one could not see a finger's width on the rafters but the same had been bitten into. I also saw that the corks, in so far as they stuck in the glass tube, were gradually being gnawed through so much that the same became pulverized into a floury substance, and that a great many cracks or tiny Channels were being made through the pulverized substance, and although the Worms tried to hide or cover themselves completely inside the cork, there nevertheless remained three different Worms lying before one's eyes, which, moreover, remained lying still an entire WinterGa naar voetnoot9). These had been enveloped so little by their spun filament, that, when I examined the same through the magnifying glass, I usually saw their head moving slightly. On the 29th April I saw that the little Worms mentioned above, were beginning to turn red, and that they had become a little shorter. On the 30th April I saw that the little Worms had become still more red, and I imagined perceiving that the same had changed into cocoons or pupae. Around this time I did remove all the wheat, in which the Wolf had also been, from the little box mentioned heretofore, and I did open all the grains of wheat, but did not find a single Worm in them, so that all the little Worms had escaped from me by crawling through the little holes which the same had gnawed into the box. | ||||||||||||
Den 23e. Meij sag ik dat de Popkens of tonnekens, in een bruijn root waren verandertGa naar voetnoot21). Den 24e Meij sag ik een kleijn vliegende schepsel, dat wij een Mot noemen, door de glase tuba loopen en vliegen, de welke uijt een vande tonnekens of Popkens was voortgekomen, welk Tonneken of Popken voor mijn gesigt hadde gelegen, en waar op ik mijn meeste Speculatie hadde gehadGa naar voetnoot22). Als mede sag ik daar digte bij leggen,Ga naar margenoot+ de menbrane ofte huijt, waaruit dit vliegende schepsel de Mot, was gekroopen, of in verandert was, welke huijt het omwinsel van het popke hadde geweest. Dit Mottge of vliegende Schepsel was een aardig dierke, want desselfs vluegels of wieken waren wit, en door gaansGa naar voetnoot23) met swarte vlakjens beset. Wanneer ik het selvige met het vergrootglas beschouwde, sag ik dat de witagtige stoffe, die op de wieken was, uijt witte veeren bestond, ende dat de swarte plekjens, die op deselve stonden, door veertgens wierde veroorsaakt, welkers eijnde swartagtig waren. Alle dese veeren hadde schagjens, die in het vlies of menbrane vande wiek vast stonden, en bekleeden aan wedersijden de gantsche wiekGa naar voetnoot24). Dese Dierkens waren versien met vier wieken, en rondom dese wieken stonden drie rijen met veeren, waar van ijder rije in groote boven de andereGa naar voetnoot25) uijt staken. Dese veeren waren na proportie van het dierke ongemeen lang, en ijder veertge was op het eijnde niet rond ofte glat, maar die waren alle tants gewijse gekartelt. Twee dagen voor die tijd, dat ik een Mottge inde glase tuba hadde ontdekt, sag ik op mijn Comptoir vliegen vier distincte Mottgens waar van ik er twee doode, die ik door het vergroot glas exami- | ||||||||||||
On the 23rd May I saw that the Pupae or cocoons had changed into a brownish red colourGa naar voetnoot10). On the 24th May I saw a small flying creature, which we call a Moth, walking and flying through the glass tube, which had come forth from one of the cocoons or Pupae, which Cocoon or Pupa had lain before my eyes, and on which I had most of my SpeculationGa naar voetnoot11). Moreover I saw, lying close by, the membrane or integument, out ofGa naar margenoot+ which this flying creature the Moth, had crawled, or wherein it had undergone its change, and in which the pupa had been enveloped. This little Moth or flying creature was a nice little animal, for the wings of the same were white, and dappled all over with tiny black spots. When I examined the same with the magnifying glass, I saw that the whitish substance that was on the wings, consisted of white feathers, and that the black spots on the same were caused by tiny feathers, whose ends were blackish. All these small feathers had little quills, which stood fixed in the pellicle or membrane of the wing, and covered the whole wing on both sidesGa naar voetnoot12). These little Animals were provided with four wings, and around these wings there stood three rows of feathers, each row of which exceeded the other in sizeGa naar voetnoot13). These feathers were uncommonly long in proportion to the little animal, and each tiny feather was not round or smooth at the end, but they were all notched toothwise. Two days before that time when I had discovered a little Moth in the glass tube, I saw four distinct little Moths flying on my Study, two of which I killed, which I examined through the magnifying | ||||||||||||
neerde, en sag, dat die van een ende deselve maaksel waren, als die inde glase tuba was, soo dat ik mij nu inbeeldeGa naar voetnoot26), dat dese Mottgens waren voort gekomen, van die Wormkens, die de bakkers Wolf noemen, en welke door het houte doosje, of kurk waren door gebeten, en ontkroopen. Den 25e Meij sag ik dat op nieuw twee Mottgens uijt de kurk waren gekomen, die hare verlatene huijtgens, aan het eijnde vande kurk hadde laten hangen. Omme dat veele dese Mottgens niet en kennen, heb ik deselveGa naar margenoot+ laten afteijkenen, als hier met fig: 2. AA. werden aan gewesen. Het omwinsel of menbrane waar in de Wormkens tot MotkensGa naar margenoot+ veranderen, heb ik mede laten afteijkenen, als hier met fig: 3: PQ. soo groot als het den Teijkenaar int bloote oog sagGa naar voetnoot27). Soo ik niet als voor de oogen gesien hadde, dat de Mottgens uijt soo een kleijn lighaam als haar omwinsels sijn, waren voort gekomen, het soude mij ongelooflijk schijnen. Op den laast geseijden dag, begaf ik mij op een koorn-solder, daar ik voor leden jaar inde na Somer, veel Wormkens de Wolf genaamt, tegen de Muijer hadde sien op loopen, en sag aldaar tegens de Muijer seer veel Mottgens aan sittenGa naar voetnoot28), en ook over de solder vliegen, en alsoo ik ses distincteGa naar voetnoot29) nieuwe glaasjens hadde mede genomen, en al hoe wel de Mannekens vande Wijfkens, om dat de Mannekens kleijnder sijn, wel te onderscheijden warenGa naar voetnoot30), soo en tragte ik in ijder glaasje geen andere op te sluijten, dan een Manneken en een Wijfke, die aan den anderen vast, of versamelt warenGa naar voetnoot31). Ga naar margenoot+Vorders heb ik tuijs komende, drie distincte wijfkens, die ik apart op geslooten hadde, op gesnedenGa naar voetnoot32), en uijt ijder het EijernestGa naar voetnoot33) genomen, ende soo veel ik konde tellen, geoordeelt, dat ijder Eijer-nest bestond uijt meer dan vijftig Eijeren, en op een ander | ||||||||||||
glass, and I saw that they were of one and the same structure as the one in the glass tube, so that I now assumed that these little Moths had come forth from those small Worms which the bakers call the Wolf, and which had bitten through the little wooden box or cork, and had crawled to their escape. On the 25th May I saw that once again two little Moths had come out of the cork, which had left their deserted cocoons hanging at the end of the cork. As many people do not know these little Moths, I have had theGa naar margenoot+ same drawn, as is indicated here in fig: 2. AA. I have also had the cocoon or membrane drawn, wherein the littleGa naar margenoot+ Worms change into Moths, as shown here by fig: 3: PQ, the same size as the Draughtsman saw it with the naked eye. If I had not seen with my own eyes that the little Moths had come out of such a small body as that of their cocoons, it would appear incredible to me. On the lastmentioned day I went up to a corn-loft, where, last year in the late Summer, I had seen many little Worms called the Wolf, walking up the Wall, and I there saw very many little Moths sitting against the Wall, and also flying about the loft, and as I had taken six different new glasses, and although the Males may well be distinguished from the Females, because the Males are smallerGa naar voetnoot14), I tried to lock up in each glass no others but one Male and one Female, which were stuck together, or mating. Ga naar margenoot+Furthermore, on coming home, I did cut open three different Females that I had shut up separately, and out of each I did take the Ovary, and so far as I could count, I judged that each Ovary | ||||||||||||
tijd oordeelde ik dat het Eijernest bestond, uijt meer dan seventig eijerenGa naar voetnoot34). Den 26e Meij, sag ik dat in mijn glase tuba hier vooren verhaalt, nu ses Mottgens vlogen. Op desen dag hadde ijder Mottge vande geene die ik op de koornsolder hadde op gevangen, vijf à. ses eijeren geleijt. Dese eijeren haar maaksel quamen seer netGa naar voetnoot35) over een, met onse hoender eijeren, deselvige waren niet grooter als kleijne santgensGa naar voetnoot36). Den 27e Meij, vernamGa naar voetnoot37) ik dat een Mottge seer naGa naar voetnoot38) seventig eijeren hadde geleijt. Ik hebbe verscheijde maal getragt te sien, hoe en in wat voegenGa naar voetnoot39) het Motke sijn eijeren quam te leggen. Dog alsoo ik sulks niet en heb konnen aan treffen, soo heb ik verscheijde Mottgens voor mijn gesigt, doorGa naar voetnoot40) het vergroot glas gestelt, ende deselve dan een weijnig gedrukt,Ga naar margenoot+ of met een naalde gesteken hebbende, deden soo danige Mottgens haar devoirGa naar voetnoot41), om haar van der selver eijeren te ontlasten, inGa naar margenoot+ dit doen rekten het Mottge sijn agterlijf als fig: 4. van A. tot B. een weijnig uijt, ende te gelijk bragt het uijt het selvige het gedeelte van het lighaam BCD. ende uijt deselve BCD. wierd voort gebragt het lighaam CDE. sijnde het eijnde van het selve lighaam, met verscheijde hairtgens beset, als met E. werd aan gewesenGa naar voetnoot42). | ||||||||||||
consisted of more than fifty Eggs, and at another time I judged that the Ovary consisted of more than seventy eggsGa naar voetnoot15). On the 26th May I saw that, in my glass tube mentioned heretofore, six little Moths were now flying about. On this day each little Moth of those which I had caught on the corn-loft had laid five or six eggs. The structure of these eggs corresponded precisely to our hen's eggs; the same were no bigger than small grains of sandGa naar voetnoot16). On the 27th May I observed that one little Moth had laid nearly seventy eggs. Ga naar margenoot+I have several times tried to see how and in what way the little Moth came to lay its eggs. But since I did not succeed in perceiving this, I did put several Moths in front of my eyes before the magnifying glass, and having slightly pressed the same, or pricked them with a needle, such Moths did their best to relieve themselves of their eggs; in doing so the little Moth stretched its abdomen a little, asGa naar margenoot+ (in) fig: 4. from A. to B., and at the same time it brought out of the same the part of the body BCD. and from the same BCD. the part CDE, was brought forth, being the extremity of the same body, and covered with several tiny hairs, as is indicated at EGa naar voetnoot17). | ||||||||||||
Dit Lighaam BCDE.Ga naar voetnoot43) bragt het Dierke onophoudelijk tot tien, twaelf, en ook wel soo veel maal dat mijn gesigt moede wierd, uijt, en in het Lighaam, tot dat het eijntelijk een eijtge in het selvige hadde gebragt, welk eijtge als dan door de naeuwe passagie, in lengte uijt sette: en gelijk het eij in lengte wierde uijt gezet, soo wierd ook de door gangGa naar voetnoot44) daar het eijtge passeerde in wijte uijt geset, in welke door gangGa naar voetnoot45) van het eij, het geseijde lighaam op sijn langsteGa naar voetnoot46) wierdGa naar margenoot+ uijtgeset als hier met fig: 5: GHI. werd aan gewesenGa naar voetnoot42). Dit lange lighaam beelde ik mij in, was alleen geschapen, om de eijeren te konnen plaatsen, inde inwendige reeten, of holligheden, die ijder koorn-graan heeft, om datGa naar voetnoot47) deselvige aldaar onbeschadigt soude konnen leggen, als het koorn door het verschieten of handelenGa naar voetnoot48), tegen malkanderen werd gestooten. Ga naar margenoot+Het Eijtge nu gebragt sijnde fig: 4: aan E. of fig: 5. aan I. namGa naar margenoot+ sijn eijronde figuur aan, en bleef daar vast sitten. Het Dierke nietGa naar voetnoot49) voelende of ontmoetende, waar aan het sijn Eij konde plaatsen, soo beweegdeGa naar voetnoot50) het geseijde gedeelte van sijn lighaam fig: 4: BCDE. aan alle kanten, als ook met het in, en uijt brengen voor een gedeelte van het selvige in sijn lighaamGa naar voetnoot51). In dit doen bragt ik dan wel het een, of het ander kleijn lighaam aan het Eijtge, waar aan dan het Eijtge vast bleef sitten, soo dat mij hier bleek, dat het Eijtge van buijtenen, met een aan klevende stoffe was besetGa naar voetnoot52). Het Dierke nu van het Eijtge ontlast sijnde, stelde sig aanstonts weder aanGa naar voetnoot53), om hem van meerder Eijeren te ontlasten, gelijk ook veeltijts kwam te geschieden. | ||||||||||||
This body BCDE.Ga naar voetnoot18) the little Animal incessantly brought out of and into its Body, up to ten or twelve times, and sometimes so often that my eyes got tired, until it had at last got an egg into the same, which egg then, owing to the narrow passage, increased in length; and just as the egg increased in length, so the passageGa naar voetnoot19) through which the egg was passing increased in width, during which passing of the egg, the said body was extended to its greatest length,Ga naar margenoot+ as is indicated here by fig. 5: GHI.Ga naar voetnoot17). This long body, I assumed, had solely been created to enable the eggs to be placed in the internal clefts, or cavities, which every grain of corn has, in order that the same might lie there undamaged when the corn, by being stirred or handledGa naar voetnoot20), might be jolted together. Ga naar margenoot+The little Egg now having been laid, fig: 4: at E. or fig: 5. at I.,Ga naar margenoot+ took on its oval shape, and remained firmly fixed there. If the little Animal did not feel or meet anything on which it could deposit its Egg, it moved the said part of its body, fig: 4: BCDE. on all sides, also while moving a part of the same into and out of its bodyGa naar voetnoot21). While it was doing this, I would then bring some small object or other close to the little Egg, to which it then remained stuck, so that it was apparent to me here, that the little Egg was covered outside with a sticky substanceGa naar voetnoot22). The little Animal now having been relieved of its Egg, it at once prepared to relieve itself of several more Eggs, as indeed often came to happen. | ||||||||||||
Ga naar margenoot+Vorders heb ik in gedachten genomen, of men dese Mottgens, uijt welkers Eijeren ik vast steldeGa naar voetnoot54), dat het schadelijk Dierke dat men de Wolf noemt, voort komt, op de koorn-solders niet en soude konnen doen sterven, om daar door hare voorteelinge te beletten. Ik hebbe dan genomen een ronde glase fles, waar inne na mijne afmetinge en oordeel, ses pont swaarte water konde gaanGa naar voetnoot55), in welke fles, ik hebbe gedaan agt levende Mottgens, die ik weijnig tijd daar te vooren hadde op gevangen. Inde openinge vande fles hebbe ik laten branden, een vierde deel van een aas swaarteGa naar voetnoot56) swavel. Soo ras als dese Mottgens int glas de rook of ruekGa naar voetnoot57), vande swavel gewaar wierden, vlogen sij seer stark gins, en weer door het glas, dog dit vliegen geschiede maar voor een korten tijd, want sij vielen alle neder en bewoogen alleen voor een korten tijd hare pooten, en storven kort daar aanGa naar voetnoot58). Drie uren daar na, dede ik de Mottgens uijt het geseijde glas, en ik bragt daar weder levende Mottgens in, met die insigteGa naar voetnoot59), omme de laaste Mottgens mede door swavel te doen sterven: Dog wanneer ik nu vaardigGa naar voetnoot60) was, om de swavel te branden, sag ik dat alle de Mottgens int glas doot lagen, dat alleen vande swavel quam, die nog int glas was. Uijt de groote van het voorverhaalde glas, of flesGa naar voetnoot61), heb ik een Calculatie gemaakt, wat quantiteit swavel men van doen soude hebben, om een koorn-solder te berooken, die vier en twintigGa naar voetnoot62) lang, sestien voeten breet, en agt voeten hoog was, en geoordeelt, dat dit met een half pont swavel soude konnen geschieden. Ik heb een koorn-solder na die tijd berookt, daar agt lastGa naar voetnoot63) taruw op lag, en op welke solder, een groote quantiteit Motten vlogen. Hier toe gebruijkten ik twee stukken swavel, wegende ontrent een | ||||||||||||
Ga naar margenoot+I furthermore reflected whether it might not be possible to kill off these little Moths, from whose Eggs I was convinced that the harmful little Animal that is called the Wolf, comes forth, on the corn-lofts, in order thereby to prevent their reproduction. I therefore did take a round glass bottle, which, according to my measurement and judgement, could contain six pounds' weight of waterGa naar voetnoot23), in which flask I put eight live little Moths, which I had caught a little time previously. In the opening of the flask I burned one-fourth of an ‘aas’ 's weightGa naar voetnoot24) of sulphur. The moment these Moths in the glass became aware of the smoke or the smell of the sulphur, they were flying very fast to and fro inside the glass, but this flying lasted only a short time, for they all fell down and moved their legs for only a short time, and died shortly afterwards. Three hours after this I took the Moths out of the said glass, and I put live Moths in it, with the intention also to kill the latter Moths with sulphur: But when I was then ready to get the sulphur to burn, I saw that all the little Moths were lying dead in the glass, which was caused only by the sulphur that was still in the glass. From the size of the aforementioned glass, or flask, I have made a Calculation, what quantity of sulphur one would require to fumigate a corn-loft which is four-and-twenty feet long, sixteen feet wide and eight feet highGa naar voetnoot25), and I judged that this might be done with half a poundGa naar voetnoot23) of sulphur. Since that time I have fumigated a corn-loft containing eight ‘last’Ga naar voetnoot26) of wheat, and on which loft a large quantity of Moths were flying about. To this end I used two pieces of sulphur, weighing | ||||||||||||
vierde deel van een pont swaar, soo danig geprepareert, als onse Wijnkoopers gebruijken, om hare wijn-vaaten mede te swavelenGa naar voetnoot64). Deze stukken swavel, hadde ik gehangen aan een kooper-draat, in een hooge van aarde gebakken pot, die boven naeuw was, welke potten bij onse gemene Man in gebruijk sijn, om haar vuijer teGa naar margenoot+ dooven, of te smoorenGa naar voetnoot65). Dese pot liet ik setten in een groote aarde schotel, om voor brant bewaart te sijn, en stelde die int midden op de taruw, soo ras de swavel in brant was, retireerde ik vande solder, en sloot de duer agter mij toe. Wanneer de solder groot was, soude men twee à. drie, soo danige Potten konnen gebruijken. Twee dagen daar na, ben ik gegaan op de geseijde koorn-solder, en als doen sag ik nog verscheijde Motten, aan de muer en balken sitten: Dog het getal datter geweest was, voor de rookinge vande swavel, oordeelde ik, dat wel tien maal meer was geweest. Ik beelde mij inGa naar voetnoot26), soo daar nog eenige Motten in leven waren gebleven, dat het bij gekomenGa naar voetnoot66) is, om dat de glasen op de koorn-solder seer ontstukken waren, waar door veel swavel-rook quam. Ten anderen konnen de Mottgens, die men als doen quam te sien, wel sedert het rooken, uijt haar omwinsels, of tonnekens sijn voort gekomen; want ik beeld mij in, dat soo lang als de Mottgens, nog | ||||||||||||
about a quarter of a pound, and prepared in the same way as used by our Wine merchants to sulphurize their wine-casksGa naar voetnoot27). These pieces of sulphur I had hung on a copper wire, in a tall earthenware pot, which was narrow at the top, which pots are in useGa naar margenoot+ among our ordinary People to damp down or smother their fireGa naar voetnoot28). I had this pot put in a large earthenware dish, as a safeguard against fire, and placed it in the middle on top of the wheat, as soon as the sulphur was burning I retired from the loft, and shut the door behind me. If the loft were large, one might use two or three such Pots. Two days afterwards I went to the said corn-loft, and I then still saw several Moths sitting at the wall and rafters: But the number that had been there, before the smoking of the sulphur, I judged to have been quite ten times more. I assumed that, even if some Moths were still left alive, this was because of the fact that the glassesGa naar voetnoot29) of the corn-loft were very broken, through which much sulphur-smoke came. On the other hand it is possible that the little Moths which one did then see, may have come out of their wrappings or cocoons after the smoking; for I | ||||||||||||
in haar omwinsels beslooten leggen, de swavel rook haar niet kan schadenGa naar voetnoot67). De geene nu, die de Worm de Wolf genaamt, van haar koorn-solders wilGa naar voetnoot68) weeren, moet de solder swavelen, soo ras als hij de Motten gewaar werd, op dat deselve geen eijeren souden leggen, ende daar mede eenige dagen agter den anderenGa naar voetnoot69) continueren, en dat soo lang, als men Motten gewaar werd; om dat alle de Motten niet op eene dag, uijt haar omwinsels te voorschijn komen. Dit swavelen kan met weijnig kosten gedaan werden, na de maal soo een pont swavel, om drie stuijvers kan gekogt werden. Welk swavelen het koorn gans niet kan schaden, nog ook geen hinder, maar eer voordeel doen, aan onse gesontheijtGa naar voetnoot70). Men kan ook inde na somer, als veele Wormen uijt het koorn verhuijsen, en tegen de muijeren op loopen, vande muijer af veegen, ofte met veegen dooden, alsoo het een seer teer en sagt Dierke is, dat met veegen seer ligt kan gedoot werden. Waar door men dan in het volgende jaar, weijnig Motten sal hebben. Den 28e Meij, waren mijne op geslootene Motten, inde glase tuba hier vooren verhaalt, vermeerdert tot negen int getal. Den 31. Meij sag ik dat een Mottge inde glase tuba doot lag. Ik hadde vier dagen hier te vooren, namentlijk op den 27. Meij, verscheijde eijeren, die een Mottge op den 25e en 26e Meij geleijt hadde uijt een glas genomen, ende deselvige in een bij sonderGa naar voetnoot71)Ga naar margenoot+ nieuw glaasje gedaan, ende dat glaasje in mijn sak gedragen, ende digt aan mijn lijf geplaast, om te sien, in wat korten tijd, dat ik door die warmte, de Wormen uijt die Eijeren soude doen voortkomen. Sedert welke tijd ik twee maal daags de eijeren besigtigde, en nu sag ik, dat de Wormkens inde eijeren leefden. | ||||||||||||
assume that, as long as the little Moths are still enveloped in their wrappings, the sulphur-smoke cannot harm themGa naar voetnoot30). Now those who wish to keep away the Worm called the Wolf from their corn-lofts, must fumigate the loft as soon as they become aware of the Moths, in order that the same may not lay any eggs; and continue with this a few days in succession, and that as long as one is still aware of Moths; because not all the Moths come out of their cocoons on one and the same day. This fumigation may be done at little expense, because such a pound of sulphur can be bought for three stivers. Which fumigation cannot impair the corn in any way, nor be a hindrance, but rather a benefit, to our healthGa naar voetnoot31). One may also, in the late summer, when many Worms move out of the corn and crawl up the walls, wipe them off the wall, or kill them by wiping, because it is a very delicate and soft little animal that may quite easily be killed by wiping. Whereby one will then have few Moths the following year. On the 28th May my Moths, shut up in the above mentioned glass tube, had increased to the number of nine. On the 31st May I saw that one little Moth was lying dead in the glass. Four days before this, namely on the 27th May, I had taken several eggs, which a little Moth had laid on the 25th and 26th of May,Ga naar margenoot+ out of a glass, and put the same in a separate small glass, and carried that glass in my pocket and held close to my body, in order to see in how short a time I could, through this warmth, make the Worms come out of those Eggs. After that time I examined the eggs twice a day; and I then saw that the little Worms in the eggs were alive. | ||||||||||||
Des anderen daags, sijnde den eersten juni, observeerde ik verscheijde eijeren, selfs die geene waar in ik daags te vooren de Wormkens hadde sien leven; dog ik konde gans geen beweging inde eijeren gewaar werden, schoon ik mij inbeelde te sien, de leden waar mede het Wormke versien is. Ik continueerde de Eijeren in mijn sak te dragen. Den 2e juni observeerde ik weder de eijeren: maar ik konde als nog geen leven inde eijeren vernemenGa naar voetnoot37); als wanneer ik sagGa naar voetnoot72), dat meest alle de eijeren, niet inde ronte stonden uijt gespannen, maar dat die in wendige bogten hadden, waar uijt ik een besluijt maakteGa naar voetnoot73), dat de vogtige stoffe door de groote warmte, te veel uijt de eijeren was weg gewasemt, daar door de Wormkens die inde eijeren dus verre gefourmeert waren, dat ik de deelen van haar lighaam hadde konnen sien, en daar benevens sag leven; nu door de wegwasemende vogt inde eijeren waren gestorven. Hier op nam ik voor verscheijde eijeren te openen, en ik haalde uijt drie distincteGa naar voetnoot29) eijeren de Worm, waar aan ik niet alleen van twee uijt deselvige, de leden konde sien, maar ik konde selfs de hairtgens, waar mede het lighaam vande Wormkens beset is, seer klaar bekennen. Ik continueerde de eijeren in mijn sak te dragen, en ik plaasten deselvige, daarGa naar voetnoot74) die soo een groote Warmte niet en hadden, als daar te vooren. Ga naar margenoot+Den 3e juni des morgens observeerde ik weder de eijeren, en sag met verwondering, dat van vier eijeren die bij den anderenGa naar voetnoot69) lagen, drie op gebrookenGa naar voetnoot75), en ledig waren. Dierhalven sogt ik na de Wormkens, die ik mij vast in beeldeGa naar voetnoot76), dat uijt de eijeren gekroopen waren, en ik vond die alle drie door het glas loopen. Dog de andere eijeren lagen nog als vooren, sonder dat ik eenige verandering daar aan konde bekennen. Ik heb een vande Wormkens uijt het glaasje genomen, ende dat selvige in een glase tuba gedaan, welkers holligheijt was, van ontrent een vijfde deel vande lengte van een duijmbreet. Door behulp van dese tuba het Dierke voor het vergroot glas gebragt hebbende, heb ik het den Teijkenaar inde hand gegeven, om soo veel het hem doenlijk was, het selvige af te teijkenen. Maar alsoo het hem onmogelijk was het selvige in alle sijn kleijnigheden na te volgen, soo heeft hij het selvige sonder de werktuijgen, die het aan de pooten heeft, afGa naar margenoot+ geteijkent, als hier met fig: 6. KL. werd aangewesen. | ||||||||||||
Next day, being the first of June, I examined several eggs, even those in which I had, the day before, seen the little Worms alive; but I could not perceive any movement in the eggs, although I did imagine seeing the limbs with which the little Worm is provided. I continued to carry the Eggs in my pocket. On the 2nd June I again examined the eggs: but I still could not perceive any life in the eggs; I then saw that nearly all the eggs were not distended evenly all round, but that they had inside bends, from which I concluded that the moist substance, due to the great warmth, had evaporated too much from the eggs, whereby the little Worms that had thus developed thus far that I could see the parts of their body, and also could see them live, had now died owing to the evaporation of the moisture. I thereupon decided to open several eggs and from three different eggs I took the Worm, on two of which I could not only see the limbs, but I could even very clearly recognize the little hairs, with which the body of the little Worms is covered. I continued to carry the eggs in my pocket, and I placed the same where they did not get such a great Warmth as before. Ga naar margenoot+On the 3rd June in the morning I examined the eggs again, and I saw to my surprise that, out of four eggs that lay together, three were broken open and empty. Therefore I tried to find the Worms which, as I definitely assumed, had crawled out of the eggs, and I found all three walking about in the glass. But the other eggs were lying just as before, without my being able to perceive any change in them. I did take one of the little Worms from the glass, and put the same in a glass tube, whose inside width was about a fifth of a thumb-breadth. Having placed the little Animal, with the aid of this tube, before the magnifying glass, I did hand it to the Draughtsman to draw the same as far as it was feasible for him to do. But since it was impossible for him to follow the same in all its small details, he did draw the same without the parts which it has on its legs, asGa naar margenoot+ is shown here in fig: 6. KL. | ||||||||||||
Het voorste gedeelte van het lighaam van dit Wormke, was versien met ses pootgens, vande welke men maar eenige soo nu en dan konde bekennen, als men het Dierke op de buijk of rugge quamGa naar margenoot+ te sien. Die den Teijkenaar met een gedeelte van het lighaam fig. 7: MN. heeft aangewesen. Het agterste gedeelte van het lighaam, was mede met verscheijde werktuijgen, waar mede het voortliep versienGa naar voetnoot77). Dit Wormke soo als het uijt het eij was gekomen, hoe wel het in ons bloote oog niet grooter of langer was, als het streepje dat intGa naar margenoot+ binnenste van de fig: 8. O is geteijkent, soo was het nogtans wel twee maal soo lang als het eij, waar uijt het gekroopen was. Den selven dag des naar middaags, sag ik seven â. agt wormkens, die uijt de eijeren waren gekroopen, door de glase tuba loopen, ende des avonts sag ik, dat het getal, met twee â. drie was vermeerdert. Als ik sag, dat de eerste uijt gekoome Wormkens begonden te sterven, soo dede ik eenige weijnige taruw-greijnenGa naar voetnoot78) int glas, daar geenGa naar voetnoot79) taruw in geweest had, om daar haar voetsel uijt te halen, en daar na en vernamGa naar voetnoot37) ik geen WormkensGa naar voetnoot80), waar uijt ik oordeelde, dat die geene aan de taruwen waren gekomen, tot van binnen inde taruw waren gegeten: WantGa naar voetnoot81) na drie â, vier dagen, sag ik al een quantiteit excrementen, vande Wormkens int glas leggen. Ga naar margenoot+Ik hebbe verscheijde malen de schorssen vande eijeren, daar de Wormkens waren uijt gekroopen, geobserveert, en sijn mij dan te vooren gekomen, de nets gewijse vaaten, waar mede de eijeren van het Motke sijn versienGa naar voetnoot82), welke deelen inde eijeren, niet en sijn te bekennen, als de eijeren vol sijn. Om dat de eijeren die het Motke komt te leggen, ongemeen kleijn sijn, soo heb ik een eij waar uijt het Dierke de Wolf genaamt gekroopen was, voor het vergroot glas gestelt, dat meerder vergroo- | ||||||||||||
The anterior part of this little Worm's body was provided with six tiny legs, of which one could only now and then perceive some, when one saw the little Animal either on the belly or the back. WhichGa naar margenoot+ the Draughtsman has indicated by a part of the body fig: 7: MN. The hindmost part of the body was also provided with several organs with which it walked alongGa naar voetnoot32). This little Worm, as it had come out of the egg, although it was no bigger or longer than the little line drawn in the inside of the fig: 8.0, was nevertheless quite twice as long as the egg from which it had crept. On the afternoon of the same day I saw seven or eight little worms, which had crawled out of the eggs, walking through the glass tube, and in the evening I saw that their number had increased by two or three. When I saw that the little Worms which had come out first began to die, I put some few grains of wheat in the glass in which there had been no wheat, that they might obtain their nourishment therefrom; and after this I observed no little Worms, from which I judged that those had got at the wheat, and had eaten into the inside of the wheat: For after three or four days I already saw a quantity of excrements of the Worms lying in the glass. Ga naar margenoot+I have several times examined the rinds of the eggs from which the little Worms had crawled, and I have then observed the net-like vessels with which the eggs of the Moth are providedGa naar voetnoot33), which parts cannot be perceived in the eggs when the eggs are full. Because the eggs which the Moth comes to lay are uncommonly small, I did put an egg from which the little Animal called the Wolf had crept, before the magnifying glass which had greater magnifying | ||||||||||||
tende was, als waar door de voor gaande figuuren sijn af geteijkent,Ga naar margenoot+ als hier met fig: 9: RSTV. werd, aangewesen. SijnGa naar voetnoot83) STV. het ontstukken gebrooke deel van het eij, daar het Wormke was uijt gekroopen. Ik heb hier voorenGa naar voetnoot84) geseijt, dat ik in verscheijde glaasjens, de Mottgens hadde op geslooten, en door gaansGa naar voetnoot9) gesien, dat van ijder Mottge eenige duijsent veeren, soo van haar wieken, lighaam, pooten,Ga naar margenoot+ en vande hoornenGa naar voetnoot85), afging, dat ik mij inbeelde veroorsaakt wierde, om dat sij int glas geen groote ruijmte hebbende, meest door gaansGa naar voetnoot19) int vliegen, met haar wieken tegen het glas, of tegen malkanderen quamen aan te slaan. Ja, het glas was van alle de Veerkens, met het bloote oog te beschouwen, als met rook beslagen. En schoon ik eenige duijsent Veeren beschoude, soo waren deselvige van soo bijsondereGa naar voetnoot86) maaksels, dat ik niet seggen kan, dat ik er twee konde sien, die malkanderen in alle deelen gelijk waren, want ik sag door gaansGa naar voetnoot9) nog ijets het geeneGa naar voetnoot87) inde andere niet te bekennen was. Ga naar margenoot+Fig: 10: AB: CD: EF: sijn drie vande grooste veeren, (door het vergrootglas te beschouwen) waar mede de Wieken, van het Mottge soo danig beset waren, dat men de menbrane waar in dese Veeren met haar schagtgens staan, gans niet sien konde. Dese veeren sijn aan het breetste eijnde wat swartagtig, en niet door schijnende, als aan B.D.F. en als deselve soo op en over malkanderen leggen, maken deselve aldaar een swart plekje. DaarGa naar voetnoot88) andere Veeren, alsGa naar margenoot+ fig: 11: GH:IK: LM: soo door schijnende sijn, dat men daar door kan sien, en met op malkanderen te leggen, dat deel vande Wiek in ons oog witGa naar voetnoot89) voortkomt. Alle dese Veeren hoe kleijn datse ook mogten sijn, hadden haar schagtgens, waar mede die inde menbrane vast stonden, als hier met fig: 10. A.C.E. ende fig: 11: G: I: L. soo wel versien, als de Veeren van ons gevogelte, met schagten versien sijnGa naar voetnoot90). Ik hebbe tien kleijne Veeren, die ijder van bijsondere maakselsGa naar margenoot+ waren, laten afteijkenen, als hier met fig: 12: NOPQ. werden aan gewesen. De Veeren die rondomme op de rand vande wiek stonden, die | ||||||||||||
power than that through which previous figures were drawn; as isGa naar margenoot+ here indicated by fig: 9: RSTV. STV being the broken-up part of the egg out which the little Worm had crawled. I said heretoforeGa naar voetnoot34) that I had shut up the little Moths in several glasses, and had invariably seen that, in each little Moth, someGa naar margenoot+ thousands of feathers fell from its wings, body, legs, as well as from the feelers, which I assumed was caused by the fact that, not having ample room in the glass, they would nearly always knock up against the glass or against each other when flying. Nay, looked at with the naked eye, the glass appeared to be blurred by all the little Feathers as if by smoke. And although I looked at some thousands of Feathers, the same were of such different structures that I cannot say that I could see two which resembled each other in every detail, for invariably I still saw something in one that was not to be perceived in the other. Ga naar margenoot+Fig: 10: AB: CD: EF: are three of the largest feathers (as seen through the magnifying glass) with which the wings of the little Moth were covered in such a way that one could not at all see the membrane in which these Feathers stand with their quills. These feathers are slightly blackish at their broadest end, and not transparent, as at B.D.F., and when the same lie thus, one on and over another, they there form a small black spot. Whereas other Feathers,Ga naar margenoot+ as in fig: 11: GH: IK: LM: are so transparent that one can look through them, and by their lying one on top of another, that part of the Wing appears white to our eye. All these Feathers, however tiny they might be, had their quills, with which they stood fixed in the membrane, as here in fig: 10. A.C.E., and fig: 11: G: I: L: just as well provided as the Feathers of our fowls are provided with quillsGa naar voetnoot35). I did have ten small Feathers drawn, each of which was ofGa naar margenoot+ different structure, as indicated here in fig: 12: NOPQ. The Feathers that stood all round on the edge of the wing, far | ||||||||||||
staken verre in lengte boven andere uijt, en voornamentlijk, die op de wiek digte bij het lijf geplaast waren. Dese waren ook van bijsondereGa naar margenoot+ maaksels, waar van hier vijf distincte, met fig: 13. R.S.T.V.W. werden aan gewesen. Op den 10e juni sag ik alle de Mottgens, die inde glase tuba waren op geslooten geweest, en op mijn comptoir van Wormkens in Mottgens waren verandert, doot leggen. Ga naar margenoot+Ik hebbe hier vooren geseijt, dat ik op den 27e Meij, in mijn sak droeg, die eijeren die op den 25. en 26. daar te vooren vande Mottgens geleijt waren, ende dat ik gesien hadde, dat op den derden juni uijt die eijeren Wormkens waren gekroopen. Nu hadde ik nog verscheijde Eijeren in een glaasje op geslooten, op mijn Comptoir leggen, die op de selfde tijd, en van het selfde Mottge waren geleijt: welke Eijeren, ik sedert die tijd wel twee maal daags hadde geobserveert, en aan welke ik geen verandering konde gewaar werden, deselve behielden ook haar ronte, soodanig, als of die eerstGa naar voetnoot91) geleijt waren. Maar nu op den 10e juni, des avonts, sag ik seer perfekt, de Wormkens inde Eijeren seer stark leven. Des anderen daags 's mergens sijnde den 11e juni, sag ik, dat van agt Eijeren, die digte bij den anderenGa naar voetnoot69) lagen, vijf wormen waren uijt gekroopen, die ik soo hier als daarGa naar voetnoot92) door het glas sag loopen. Ik hadde als doen nog vijf bij sondereGa naar voetnoot86) glaasjens, en in ijder vande selvige hadde ik twee Mottgens, als Manneke en Wijfke, soo als die versameltGa naar voetnoot31) waren, op geslooten, en welke Wijfkens ook Eijeren hadden geleijt, ende der selver Eijeren ook daaglijks wasGa naar voetnoot93) observerende, en sag nu ook, dat in een vande glaasjens, de Wormkens door het glas liepen. In een ander glaasje, sag ik de Wormen inde Eijeren leven. En weder in een ander glaasje, en konde ik geen beweginge inde Eijeren gewaar werden. In nog een ander glaasje, staken de Eijeren in doorschijnentheijt verre boven andere uijt, waar uijt ik oordeelde, dat die Eijeren onvrugbaar warenGa naar voetnoot94). Hier uijt blijkt nu, dat de groote warmteGa naar voetnoot95), die ik alleen des | ||||||||||||
exceeded the others in length, and chiefly those which were placed on the wing close to the body. These, too, were of different structures,Ga naar margenoot+ of which five different ones are shown here, in fig. 13. R.S.T.V.W. On the 10th of June I saw all the little Moths, which had been locked up in the glass tube, and had changed on my study from little Worms into Moths, lying dead. Ga naar margenoot+I said heretofore that, on the 27th of May, I carried in my pocket those eggs which had been laid by the little Moths on the 25th and 26th before that, and that I had seen that little Worms had crawled out of these eggs on the third of June. Now I still had several Eggs, locked up in a small glass, lying on my Study, which had been laid at the same time, and by the same little Moth: which Eggs I had examined quite twice a day since that time, and in which I could not observe any change; the same also retained their roundness, in such a way as if they had only just been laid. But then, on the 10th of June, in the evening, I saw quite perfectly that the little Worms in the Eggs were vigorously alive. On the next day in the morning being the 11th of June, I saw that, out of eight Eggs that were lying close together, five worms had crawled out, which I saw through the glass were walking to and fro. I then had still five separate glasses, and in each of the same I had shut up two little Moths, as Male and Female, just as they were mating, and which Females had also laid Eggs, and I was also examining these same Eggs every day, and again I saw that, in one of the glasses, the little Worms were walking about in the glass. In another glass I saw the Worms in the Eggs alive. And in yet another glass I could not perceive any movement in the Eggs. In still another glass the Eggs by far exceeded the others in transparency, from which I concluded that these were barren.Ga naar voetnoot36) Now it is clear that, owing to the great warmth, which I did | ||||||||||||
daags aan de Eijeren hebbe toe gebragt, met deselvige seven dagen in mijn sak te dragen, de Wormen in die tijd uijt de Eijeren sijn gekomen; daarGa naar voetnoot96) in tegendeel de Eijeren, sestien dagen op mijn Comptoir hebben gelegen, eer de Wormen soo volmaakt waren, dat die uijt de Eijeren sijn gekroopen. Soo dat de koorn-koopers en Bakkers, die gewoon sijn te seggen, dat de Wormkens de Wolf genaamt, niet eer int koorn komen, dan ontrent de maant augustij, van nu voortaan wel mogen staat maken, dat sijGa naar voetnoot97) na verloop van sestien dagen, dat sij de vliegende schepsels, die men Motten noemt, op haar koorn-solders sien vliegen, de Wolf of Wormkens, al int koorn sijn, soo men in die tijd van sestien dagen, maar redelijke warmteGa naar voetnoot98) heeft. SchoonGa naar voetnoot99) men de Wolf, om der selver uijtnemende kleijnte niet kan gewaar werden. Ten anderenGa naar voetnoot100), om dat de Wormkens int koorn in booren, ende daar uijt haar voetsel haalen, en dus als onsigbaar voor het bloote oog blijven, en daar om de koorn-koopers, en Bakkers oordeelen de Wolf niet eer int koorn te hebben, dan als de Wormkens haar eerste koorentge verlaten hebbende, uijt een ander haar voetsel soeken, in welk doen, het Wormke het eene koorn-graan, aan het andere vast spint. Als dese Wormkens vijf â. ses dagen out waren, heb ik gesien, dat haar spinsel, dat sij quamen te maken, al soo stark was, dat sij daar aan bleven hangen. Dese Wormkens die men de Wolf noemt, sijn niet alleen het koorn schadelijk, dat sij door eeten, en tot voetsel gebruijken, maar het isGa naar voetnoot101) ook een soort van Wormkens, die wij in onse huijsen vinden, en welke het hout, kassenGa naar voetnoot102), kisten, en boeken door knagen, en ook haar begeven in alle wolle stoffen, die sij ook met reeten en gaaten | ||||||||||||
bring to the Eggs during the daytime only, by carrying the same in my pocket for seven days, the Worms did come out of the Eggs during that time; whereas, on the contrary, the Eggs on my study had lain there sixteen days, before the Worms were so fully grown that they crawled out of the Eggs. So that the corn-merchants and Bakers, who are used to saying that the little Worms called the Wolf do not get into the corn until the month of August, may now in future be quite assured that they will see the Wolf or little Worms in the corn already after a lapse of sixteen days after they see the flying creatures that are called Moths, flying about their corn-lofts, providing only that one has reasonable warmth in that time of sixteen days. Although, because of the Wolf's extreme minuteness, one cannot perceive the same. Secondly, because the little Worms bore into the corn, and fetch their nourishment therefrom, and thus remain invisible to the naked eye, and the corn-merchants and Bakers therefore consider that they do not have the Wolf in the corn until the little Worms, having left their first grain of corn, seek their nourishment from another one; in doing which the little Worm spins one grain of corn on to the other. When these little Worms were five or six days old, I did see that their webs, which they were thus making, were already so strong that they remained hanging on to them. These little Worms that are called the Wolf are not only harmful to the corn, through which they eat their way, and which they use as nourishment, but it isGa naar voetnoot37) also a species of Worms that we find in our houses, and which gnaw through wood, cupboards, chests and books, and also get into all woollen materials through which they | ||||||||||||
door eetenGa naar voetnoot103), en eijntelijk tot vliegende schepsels worden, die wij alsdan gelijk hier vooren meer maal is geseijt, Motten noemen. Dog dese Mot en doet geen schade, want soo lang als hij een vliegende schepsel is, en gebruijkt hij geen spijsGa naar voetnoot104), (soo veel mij gebleeken is) maar soo wij de Mot niet en dooden, soo kan van een Wijfke wel seventig. Wormkens voort komen, want van inde seventig eijeren die een Wijfke hadde geleijt, heb ik gesien, dat maar een eijtge onvrugbaar was, en in drie andere eijeren lagen de Wormkens doot; uijt oorsaak beelde ik mij inGa naar voetnoot26), dat de Wormkens niet magtig hadden geweest, om de schaal van het eij, te konnen ontstukken arbeijden. Ik hebbe ook waar genomen, dat de Wormkens, bij gebrek van voetsel, hare eijer-schale tot spijs gebruijkte, want ik sag ook dat veele doppen van de eijeren, op gegeten warenGa naar voetnoot105). Int laast vande maant Augustij quam inde glase tuba hier vooren verhaalt, nog een levende Mot te voorschijn, en twee dagen daarna, sag ik nog twee Mottgens door het glas loopen en vliegen; dog twee vande selvige waren een weijnig kleijnder als de eerste Mottgens. Den 1e Septemb. sag ik vijf Mottgens, door het glas loopen. Ik heb waar genomen, dat eenige vande Mottgens inde glase tuba versameldeGa naar voetnoot31), waar uijt ik een besluijt maakte, dat inde tuba veel Wormkens souden voort komen: gelijk ook geschiede, want int laast vande Maant Augustij, was alle de taruw inde glase tuba bij na vande Wolf, aan een gesponnen, ende de tuba lag soo vol drek vande Wolf, dat ik mij in beeldeGa naar voetnoot26), dat meest alle het meel uijt de taruw was gegeten. Seker koorn-handelaar, die mede van gevoelen wasGa naar voetnoot106), dat de Wolf, sonder eenige voorteelinge int koorn groeijden, en bragt tot | ||||||||||||
also eat slits and holesGa naar voetnoot38), and finally become flying creatures, which, as stated many times heretofore, we then call Moths. But this Moth does no harm, for as long as it is a flying creature it takes no nourishmentGa naar voetnoot39) (as far as I have found out), but if we do not kill the Moth, quite seventy little Worms may come from a Female; for out of the seventy eggs which one Female had laid, I saw that only one little egg wass terile, and in three other eggs the little Worms were lying dead; the cause of which I assumed to be that the little Worms had not been strong enough to break into pieces the shell of the egg. I also did perceive that the little Worms, for lack of food, used the shells of their egg as nourishment, for I also saw that many shells of the eggs had been eaten upGa naar voetnoot40). At the end of the month of August another live Moth appeared in the above-mentioned glass tube, and two days after that I saw another two Moths walking and flying inside the glass, but two of the same were slightly smaller than the first little Moths. On the 1st September I saw five little Moths walking about in the glass. I did observe that some of the Moths in the glass tube were mating, from which I concluded that many little Worms would appear in the tube: as, indeed, did happen, for at the end of the Month of August nearly all the wheat in the glass tube had been spun together by the Wolf, and the tube was so full of the Wolf's dung that I presumed that most of the flour had been eaten out of the wheat. A certain corn-merchant, who was also of the opinion that the Wolf grew in the corn without any procreation, alleged as his con- | ||||||||||||
sijn bevestinge voort, dat de Wolf op verre na soo veel niet inde oude, als inde nieuwe taruw groeijde. Hier op seijde ik, dat wij de redenen daar van ons dus konnen toe eijgenenGa naar voetnoot107). Ga naar margenoot+De Wormkens de Wolf genaamt, als die eerstGa naar voetnoot91) uijt de eijeren komen, sijn seer kleijn en teer, soo dat deselvige seer beswaarlijk, de baste vande oude ofte drooge en harde taruw, konnen doorknagen, waar door veele uijt gebrek van voetsel komen te sterven; Dit is mij klaar gebleeken. Want ik hadde drie distincteGa naar voetnoot29) glaasjens op mijn comptoir leggen, en in een vande selvige daar meer dan sestig jonge Wormkens in waren, leijde ik eenige taruw graanen, waar onder een taruwtge was, dat inde lengte was door brooken, en welk gebrooke taruwtge, alleen vande Worme wierde door knaagt, soo dat alle de andere taruw graanen, ongeschonden bleven leggen, en ik vernamGa naar voetnoot37) dat van alle de Wormen, maar een à. twee int leven waren gebleven. Uijt oorsaak stelde ik vastGa naar voetnoot54), dat de taruwe die ik inde glaasjens hadde gedaan, boven gemeen hard en droog waren, alsoo deselvige twee â. drie jaren in een doos op mijn comptoir hadden gestaan. Wanneer ik nu in een ander glaasje hadde gesien, dat de eerstGa naar voetnoot91) uijt de eijeren gekomen Wormkens of Wolfkens, over de taruw kroopen, sonder dat die inde taruw konden inbooren, snede ik verscheijde taruwen ontstukken, ende die leijde ik bij de kleijne Wormkens, en ik bevond, dat veele door dat doen int leven bleven. Int laast vande maant September, heb ik van een Bakker tot mij laten brengen, een hand vol uijtgesogte rogge daar in seer veel Wormkens de Wolf genaamt, waren. Dese rogge met de Wormkens heb ik gedaan in een groote glase fles, en gesien, dat meest alle de Wormkens de rogge verlieten, en tegen de fles op liepen, als wanneer ik inde fles een weijnig swavel liet branden, om de Wormkens daar door te dooden, en hebbe waar genomen, dat in korten tijd, alle de Wormkens waren gestorven. Ik kan niet na laten hier bij te voegen, dat ik int begin vande maant September, kome te spreeken, met een Out, en bedaart Man, die van sijn jonge jaren af, met koorn hadde om gegaanGa naar voetnoot108), en door gaansGa naar voetnoot9) verscheijde solders met taruw heeft leggen. Dese vraagden ik, of hij de Wolf al in sijn taruw vernomenGa naar voetnoot37) hadde. Waar op hij antwoorde, als het nog een weijnig verder, en dan mistig weer is, dan sullen wij de Wolf int koorn krijgen, en dan bespint hij het koorn. | ||||||||||||
firmation that the Wolf did not grow by far as much in the old wheat as in the new. To this I said that we can appropriateGa naar voetnoot41) the reasons for this as follows. Ga naar margenoot+The little Worms called the Wolf, when they first come out of the eggs, are very tiny and delicate, so that the same can only with great difficulty gnaw through the bark of the old, or dry and hard wheat, for which reason many will die from lack of nourishment; This has become very evident to me. For I had three separate glasses lying on my study, and in one of the same in which there were more than sixty young Worms, I laid a few grains of wheat, among which there was one little grain of wheat that had been broken through lengthwise, and which broken grain of wheat alone was gnawed through by the Worm, so that all the other grains of wheat were left undamaged, and I observed that of all the Worms only one or two had remained alive. The cause of this, I concluded, was that the wheat which I had put in the glass was uncommonly hard and dry, since the same had been standing in a box on my study for two or three years. Now when I had seen in another glass, that the Worms or little Wolves which had just come out of the eggs, crawled over the wheat without being able to bore into the wheat, I cut several grains of wheat to pieces, and I laid those near the little Worms, and I found that, owing to these actions many remained alive. At the end of the month of September I did get a Baker to bring to me a handful of selected rye in which were very many little Worms called the Wolf. This rye and the little Worms I put into a large glass flask, and I saw that nearly all the Worms left the rye, and walked up on the flask, when I burnt a little sulphur in the flask, thereby to kill the Worms, and I observed that in a short time all the Worms had died. I cannot omit to add to this that, in the beginning of the month of September, I happened to talk to an Old, and quiet Man, who had had to do with corn ever since his youth, and always has several lofts stacked with wheat. I asked him whether he had seen the Wolf in his wheat yet. To which he replied: when it is a little bit later, and the weather is then misty, we shall get the Wolf in the corn, | ||||||||||||
Ik het dien goeden Ouden Man in sijn wesenGa naar voetnoot109), alsoo ik dagt, dat ik hem van sijn voor oordeel, niet soude konnen afbrengen. Hier hebt gij Hoog Edele Heeren mijne aantekeningen die ik ontrent de voorteelinge van het schadelijke Dierke, de Wolf, hebbe gehouden. Ik wil hoopen dat dit eenigeGa naar voetnoot110) tot voordeel sal strekken. Dit sal aparent het selfde Wormke sijn, dat in Persien het koorn op eet, waar van de Heer TavernierGa naar voetnoot111) in sijn Reijse van Persien, het vierde boek in het eerste hooft deel dusGa naar voetnoot112) spreekt. Ga naar margenoot+Op dese wijseGa naar voetnoot113) snijt men de Rivieren in Persien af, en stuijt hun loop, om 't gebrek van regenGa naar voetnoot114) daar door goet te maken: de wijlGa naar voetnoot115) de gront uijt sijn natuur goet is, soo brengt hij hoe weijnig hij ook besproeijt werd, alle dingen in overvloet voort. Men heeft egter te aan merken, dat het graan, twelk ter plaatse wast, daar dese water gragten sig niet uijt strekken, goet is, en gelijk het onse bewaart werd: in plaatse dat het geen, twelk vande besproeijde landen komt minder geagt werd, en dat men 't geen agt maanden lang kan bewaren, sonder van sekere Wormkens die daar in groeijen, gegeten te werden; en om het selfde van Verderf te bewaren, maakt men er meel af, en seker men mag wel seggen, dat dit quaat eenig goed voort brengt: want indien men dit graan kon bewaren, men soude het sonder twijfel op hoopenGa naar voetnoot116). Dat het graan, dat in drooge landen wast in Persien bevrijd is vande Worm, oordeel ik alleen te sijn, datGa naar voetnoot117) het soo hard is, dat de Wormkens heel kleijn sijnde, en uijt de eijeren komende, de Schors niet en konnen door knagen, als hier vooren nog maal is geseijt. DaarGa naar voetnoot88) in tegen deel, het graan in besproeijde landen wassende, volkomender rijp, en sagter van schors sijnde, de jonge Wormen uijt | ||||||||||||
and then it spins the corn. I let that good Old Man beGa naar voetnoot42), because I thought that I would not be able to get him to give up his judgement. Here, Very Noble Sirs, you have my notes which I did keep concerning the procreation of the harmful little Animal, the Wolf. Let me hope that this may be to some people's advantage. This will apparently be the same little Worm which eats up the corn in Persia, about which Mr. TavernierGa naar voetnoot43), in his Reijse van Persien, speaks as follows, in the first chapter of the fourth bookGa naar voetnoot44). Ga naar margenoot+In this mannerGa naar voetnoot45) they cut off the Rivers in Persia, and hold up their course, in order thereby to compensate for the lack of rain: since the soil is naturally good, it produces all things in abundance, however little it is irrigated. It should be noted, however, that, as these irrigation canals do not extend themselves, the grain growing locally is good, and is stored like ours: whereas that which comes from the irrigated lands is considered less good, and that one cannot keep it eight months without its being eaten by certain little Worms that grow there in it; and in order to protect it against Destruction, they make flour of it, and one may surely say that this evil produces some good: for if it were possible to keep this grain, it would doubless be stored. That the grain which grows in dry lands in Persia is free of the Worm, I only consider to be because it is so hard that the little Worms, being very tiny on coming out of the eggs, cannot gnaw through the Bark, as said again heretofore. Whereas, on the contrary, the grain growing on irrigated lands, and being more completely ripe and softer of bark, the young Worms coming out of the eggs of Moths, can gnaw | ||||||||||||
de eijeren van Motten voort komende, soo danige graanen konnen door knagen, en dus van binnen inde granen gevonden werdenGa naar voetnoot118). Ga naar margenoot+Inde glase tuba te meer malen verhaalt, waarin ik niet beter wist, of ik hadde in alle de taruwen niet dan de Wolf op geslooten. SooGa naar voetnoot119) sag ik na verloop van eenige dagen, een ongediertGa naar voetnoot120) de Klander genaamt, te voorschijn komen. Dese Klander heb ik soo op geslooten, in agtinge genomenGa naar voetnoot121), omme na te speur[en] of daar geen meerder klanders souden voort komen. Ik hebbe dese klander veel maal in agtinge genomen, en wanneer hij doende was met eeten, en sijn snuijt dan in een taruw gebragt hebbende, bleef hij soo vast aan die taruw houden, dat schoon ik de taruw quam om te werpen, hij het taruwtge niet en quam te verlatenGa naar voetnoot122), en als het inde winter, of kout weer was, soo lag de klander sonder de minste beweginge, als voor doot. Dog als ik een weijnig warmte ontrent de klander bragt, soo begon hij sig te bewegen. Hij is, na dat hij meer dan agtien maanden int leven was gebleven sonder dat ik een ander vernamGa naar voetnoot37), gestorven. In een andere glase tuba heb ik 10. â. 11. Klanders en 100. taruw graanen op geslooten, soo danig, dat ik aan beijde de eijnden vande glase tuba sulke, kleijne opening hebbe gelaten, als een Paarts hair dikte is, op dat de selvige lugt souden hebben. Wanneer ik nu twintig en meer Klanders, door de glase tuba sag loopen, heb ik deselvige geopent, om te sien, hoe veel Klanders dat selfs nog inde taruw-granenGa naar voetnoot123) souden beslooten leggen, en ik bevond, dat door behulp van de 100. taruw-granen, 80. jonge klanders souden voortgekomen hebben, soo het kleijne Dierke, dat bij ons deGa naar margenoot+ Mijt genaamt werd, niet int glas geweest, ofte gekomen was, endeGa naar voetnoot124) aldaar in soo een groote menigte sag voort geteelt, dat ik daar over verstelt stond, en welke Mijte niet alleen de wormen, die tot klanders souden geworden hebben, en die inde taruwen beslooten lagen, soo hadden op gegeten, dat niet als de huijt was over gebleven; Maar | ||||||||||||
through such grains, and may therefore be found in the inside of these grainsGa naar voetnoot46). Ga naar margenoot+In the often-mentioned glass tube, in which I knew no better than that I had shut up only the Wolf in all the wheat, I saw, after a lapse of some days, a verminous insect, called the Calander, emerging. I did examine this Calander thus imprisoned, in order to find out whether more calanders might not come forth there. I did examine this calander many times, and when it was busy eating, and having pushed its snout into the grain of wheat, it kept holding so tight to that grain that, although I then knocked the grain over, it did not let go of the little grain, and when it was winter, or cold weather, the calander lay without the slightest movement, as if it were dead. But when I did bring a little warmth around the weevilworm, it began to move. It died after having been alive for more than eighteen months, without my having seen another one. In another glass tube I did lock up 10 to 11 Calanders and 100 grains of wheat, in such a way that I left, at both ends of the glass tube, such small openings as the thickness of a Horse's hair, in order that the same might have air. Now when I saw twenty or more Calanders walking in the glass tube, I opened the same, in order to see how many Calanders might still be enclosed in the grains of wheat themselves, and I found that, with the aid of the 100 grains of wheat, 80. young calanders would have been born, if the little Animal which weGa naar margenoot+ call the Mite had not been or come in the glass, and which I saw multiplied there in such a great multitude that I was perplexed at it, and which Mite had not only eaten up the worms that would have grown into calanders and which lay enclosed in the grains of wheat, so that nothing but the skin was left; But the Mite had even | ||||||||||||
de Mijte hadde selfs verscheijde Klanders, soo als die nog inde taruw lagen, op gegeten, en niet als de huijt over gelatenGa naar voetnoot125). De over geblevene en ongeschonde taruwen, die inde glase tuba waren, die stelde ik vastGa naar voetnoot126), taruwen te sijn, die haar volkome wasdom niet en hadden, en dat die int bovenste vande taruw-air, sijn geplaast geweest; en daar beneffens, dat meel van dese taruwen, als niet volkome rijp sijnde, die deelenGa naar voetnoot127) soo vast en hard sijn aan een gedroogt, dat de klanders die selvige met haar snuijt niet en hebben konnen door booren. Dese geseijde taruws basten, en sijn soo wit niet, en hebben meer glans, als de volwasseneGa naar voetnoot128). Inde geseijde glase tuba, en sag ik niet alleen een groot getal vande Mijte, die volwassen waren, maar ik sag nog grooter getal onvolwassene, ende dat van soort tot soort soo kleijn, dat veele eerstGa naar voetnoot91) uijt haar eijeren waren gekomen, en daar beneffens een groot getal eijeren. Op die tijd als de Wormkens de Wolf genaamt, tegen de muijren op liepen, en uijt het koorn verhuijsden, sag ik ook veel kleijne Dier- | ||||||||||||
eaten up several Calanders just as they were still lying in the wheat, and had left nothing but the skinGa naar voetnoot47). The remaining and undamaged grains of wheat that were in the glass tube were, so I ascertained, grains that were not fully grown, and that had come from the upper part of the ear of wheat; and moreover, that the parts of the flour of these grains of wheat, not being completely ripe, had in drying adhered together into such a firm and hard mass that the calanders were unable to bore through them with their snout. These said barks of wheat are not so white, and have more gloss, than the fully grown onesGa naar voetnoot48). In the said glass tube I saw not only a great number of the Mites that were fully grown, but I also saw a still larger number of half-grown ones, and from sort to sort they were so tiny that many had only just come out of their eggs, and in addition a great number of eggs. At the time when the little Worms called the Wolf were walking up the walls, and quitting the corn, I also saw many little Animals, | ||||||||||||
Ga naar margenoot+kens, die niet grooter waren, als groote sandenGa naar voetnoot129), ook mede tegen de muijeren op loopen, waar van veele versameltGa naar voetnoot31) waren. Hier op ging ik na huijs, en ik prepareerde mij verscheijde glaasjens, omme dese kleijne versamelde Dierkens op te sluijten, ten eijnde, was het mogelijk, mede hare voorteelinge te ontdekken. Dese Dierkens waren haar agterlijf breet en kort, eenigsints over een komende met het agterlijf vande Luijsen, die bij de Menschen gevonden werden. De hoornenGa naar voetnoot85) van dese dierkens waren vier, daar van twee bij na soo lang waren, als haar gantsche lighaam. De andere hadden maar een derden deel vande lengte, vande eerste hoornenGa naar voetnoot130). Dese Dierkens leijden seer kleijne eijeren, die op ijder eijnde wat punctagtigGa naar voetnoot131) waren, over een komende door het vergroot-glas te beschouwen, als of wij Citroenen sagen. Vorders sag ik, dat dese Dierkens niet lang int leven bleven, dat ik oordeelde, uijt gebrek van voetsel te geschieden, want ik merkte, dat den een den anderen door honger, voor een gedeelte tot spijs hadde gebruijkt. Eenige van de geseijde eijeren, heb ik in mijn sak gedragen, om te sien, of ik door die warmte in korten tijd uijt deselvige, geen levende Schepsels souden doen voortkomen. Maar geen verandering vernemende, heb ik die glaasjens in een doosje, op mijn Comptoir geleijt, en soo nu en dan, de eijeren door het vergroot-glas besien. Inde maant van Meij, sag ik dat alle de eijeren ledig waren, en dat selfsGa naar voetnoot132) eenige vande seer kleijne Dierkens, die uijt de eijeren waren gekomen, doot lagen. Andere liepen seer vaardigGa naar voetnoot133) door het glas, sijnde van het selfde maaksel, als de vader en moeder hadden geweest. Soo dat dese Dier- | ||||||||||||
Ga naar margenoot+that were no bigger than a large grain of sandGa naar voetnoot49), also walking up the walls, many of which were mating. I thereupon went home, and I prepared several small glasses, in which to shut these mating little Animals, in order, if it were possible, to discover also their procreation. These little Animals had their abdomen broad and short, somewhat resembling the abdomen of the Lice which are found on Human beings. The feelers of these little animals were four, of which two were almost as long as their whole body. The others had only a third of the length of the first feelersGa naar voetnoot50). These little Animals laid very small eggs, which were a little pointed at each end, resembling, so that, in looking at them through the magnifying glass, they resembled Lemons. I further saw that these little Animals did not remain alive long, which I considered to be because of lack of nourishment, for I observed that, due to hunger, one had partly used the other one as nourishment. I did carry some of the said eggs in my pocket, in order to see whether, through that warmth, live Creatures might not come out of the same. But perceiving no changes, I laid those glasses in a box on my Study, and now and then looked at the eggs through the magnifying glass. In the month of May I saw that all the eggs were empty, and even that a few of the very tiny little Animals, that had come out of the eggs, were lying dead. Others were scurrying about in the glass, being of the same form as the father and mother had been. So that these little Animals | ||||||||||||
kens haars gelijk voortbrengen, gelijk veel Luijsen en de Mijt doen, en geen veranderingGa naar voetnoot5) onderworpen sijn, als de Vlo, Ruspen, Vliegen, en veel ander ongedierteGa naar voetnoot134). De volgende aantekeningen komen mij inde hand, die ik niet na laten kan hier bij te voegen. Ga naar margenoot+Ik heb eenige dagen regen water in een schoon glas op mijn Comptoir gehouden, dat uijt een regen-bak was gekomen, in welk water een root WormkeGa naar voetnoot135) was, dat ik om sijn bijsondere maaksel verscheijde maal observeerde. In dit water teelde voort, in korte dagen twee soorten van een menigte levende schepsels, die men ordinair in soete of versche wateren vind. De grooste soort, oordeelde ik soo kleijn te sijn, dat dertig duijsent te samen, sulken grooten lighaam, niet en souden konnen uijt maken, als een grof sand isGa naar voetnoot136). Dese Dierkens heb ik op bijsondereGa naar voetnoot86) dagen, soo lang besien, dat niet alleen mijn oogen, maar dat selfs mijn handen moede wierden, en dat alleenGa naar voetnoot137), om dat ik sag, hoe veele van dese Dierkens versamelt waren, en lang versamelt bleven, en hoe de grooteGa naar voetnoot138) de kleijne voortsleepten, of daar mede voort swommen, door behulp van seer veel pooten, waar mede dese dieren sijn versien, soo dat ik nu klaarder als oeijt de versameling van dese Dierkens aan sag. Ja ik sag die soo naakt, als of wij voor onse bloote oogen, Vliegende SchepselsGa naar voetnoot139) versamelt sagen. Dese observatien deden mij naeuwkuerig agt geven, op kleijnder dierkens, die mede int water swommen, en welkers getal, wel twintig maal meer was, als de eerst geseijde Dierkens. Eenige van dese Dierkens waren mede versamelt, en ik sag insgelijks dat die niet alleen lang versamelt bleven, maar dat de eene tsij deselve door het water swom, of aan het glas was loopende, den anderen voort trok of na sleepteGa naar voetnoot140). | ||||||||||||
produce their likeness, as do many Lice and the Mite, and are not subject to changeGa naar voetnoot5) like the Flea, Caterpillars, Flies, and much other verminGa naar voetnoot51). I cannot omit to add the following notes that came to my hand. Ga naar margenoot+For some days I did keep rain-water in a clean glass on my Study, which had come out of a rain-water cistern, in which water there was a little red WormGa naar voetnoot52) which, because of its remarkable shape I examined several times. In this water, two sorts of a multitude of living creatures, which one ordinarily finds in fresh water, were multiplying within the space of a few days. The largest sort I judged to be so small that thirty thousand of them together could not amount to a body as big as a coarse sandGa naar voetnoot53). I have watched these little Animals so long on different days that not only my eyes but even my hands got tired, and thatGa naar voetnoot54) only because I saw how many of these little Animals were mating, and remained pairing a long time, and how the big ones were dragging the little ones along, or were swimming along with them, with the aid of very many legs with which these animals are provided, so that I now saw the mating of these little Animals more clearly than ever. Nay, I saw this very distinctly, as if, with the naked eye, we were seeing Flying Creatures matingGa naar voetnoot55). These observations made me pay close attention to still smaller little Animals, which were also swimming in the water, and whose number was quite twenty times greater than the first mentioned little Animals. Some of these little Animals were also pairing, and I saw that they, too, not only remained mating a long time, but that one, either swimming through the water, or walking along the glass, pulled the other one along, or dragged it after itselfGa naar voetnoot56). | ||||||||||||
Seker Heer vraagt mij hoe tusschen en in de knopjens van de appel-bloesem, eer de bloesems nog open sijn, Wormkens of jonge Ruspen komen. Ik antwoorde dat die onmogelijk anders, dan door voorteelinge konde voort-komen. Ga naar margenoot+Int voor jaar als de boomen beginnen te botten, soo vernemen wij ordinair swarte vliegen, dog het eene jaar veel meer als het andere, dese vliegen komen op de botten vande bloesem sittenGa naar voetnoot141). Ik heb onse Gemene Man, en ook tuijnders wel hooren seggen, dat de swarte vliegen, met de noorde wint tot ons over komen. Andere beelden haar in, dat die uijt de Zee komen, en dat het een voor boode is, dat de Rijpen, of Ruspen, inde boomen sullen koomen. Men heeft bij ondervindinge, dat verscheijde soort van Ruspen in VliegenGa naar voetnoot142) veranderen, en uijt dese Vliegen haar eijerren, komen weder Ruspen voort. Wij weten dat het Wittge of CapelletgeGa naar voetnoot143), sig veel maal vervliegt of verplaast, en datGa naar voetnoot144) als het een weijnig stil sit, een of meer Eijtgens op de bladeren neer stelt. Ik hebbe een Eijtge dat een Wittge op een blat van een boom hadde geset, daar afgenomen, ende dat voor een vergroot glas gestelt, en[de] na dat het twee â. drie dagen daar voor gestaan hadde, vernam ik dat het jonge wormke of RuspGa naar voetnoot145), uijt het Eijtge was gekroopen. Ik hebbe de schors van soo danig Eijtge, dat niet grooter is als een grof sandGa naar voetnoot129), om desselfs aardig maaksel, laten af teijkenen, alsGa naar margenoot+ hier met fig. 14: ABCDE. werd aangewesen. Ik hebbe ook mede de schors, of schil van het selvige Eijtge, op de andere sijdeGa naar voetnoot146) laten afteijkenen, om aan te wijsen, hoe het Wormke de schors van het Eijtge, heeft ontstukken gearbeijt, terGa naar margenoot+ plaatse daar het uijt gekroopen is, als hier met fig: 15. sijnde FGHIKL. de ommetrek van het Eij ende GHMKL. het deel dat ontstukken gebrooken is, en waar uijt het Dierke gekroopen is. Alle de Ribagtige deelen, die men inde schors van het Eij komt te sien, schijnen mij toe, dat holGa naar voetnoot147) sijn, en die sullen na alle aparentie voor vaaten gedient hebben, waar uijt de schors is gemaaktGa naar voetnoot82). | ||||||||||||
A certain Gentleman asks me how little Worms or young Caterpillars can get among and into the buds of the apple-blossom before the blossoms are yet open. I replied that they could not possibly occur there otherwise than by procreation. Ga naar margenoot+In the spring when the trees begin to bud, we ordinarily observe black flies, but one year many more than another; these flies come and sit on the buds of the blossomGa naar voetnoot57). I have sometimes heard our Common Man, and also market gardeners, say that the black flies come over to us with the north wind. Other people imagine that they come out of the Sea, and that this is an omen that the Caterpillars will be coming into the trees. It is known from experience that several kinds of Caterpillars change into FliesGa naar voetnoot58), and from the eggs of these Flies, more Caterpillars come forth. We know that the white or Cabbage ButterflyGa naar voetnoot59) flies about or displaces itself many times, and that, when it is somewhat quiet, it lays down one or more little Eggs on the leaves. I did remove a little Egg, which a Cabbage Butterfly had laid on a leaf of a tree, away from it, and placed it before a magnifying glass, and after it had stood in front of it for two or three days, I noticed that the young little worm or Caterpillar had crawled out of the Egg. I have had the shell of such an Egg, which is no bigger than a coarse sandGa naar voetnoot49), drawn because of the curious structure of the same,Ga naar margenoot+ as is shown here in fig: 14. ABCDE. I also did have the shell or scale of the same Egg drawn on the other sideGa naar voetnoot60), to show how the little Worm did break the barkGa naar margenoot+ to pieces at the place where it crawled out, as here in fig: 15., FG HIKL. being the circumference of the Egg, and GHMKL. the part broken to pieces, and out of which the little Animal did crawl. All the Rib-like parts that one may see in the shell of the Egg, it seems to me, are hollow, and to all appearances they did serve to contain the vessels from which the shell is madeGa naar voetnoot33). | ||||||||||||
Het is ons nu bekent, dat de WittgensGa naar voetnoot143) hare Eijeren niet op eene plaats, of digte bij malkanderen leggen; Maar op veel bijsondereGa naar voetnoot86) plaatsen, en wel voornamentlijk, als men haar weijnig rust laat, of dat die van ander ongedierteGa naar voetnoot120), of gevogelte vervolgt werden. Soo kan het insgelijks met de swarte vliegen toegaan, die een eijtge op de botten vande bloesem geleijt hebbende, vervliegenGa naar voetnoot148) op andere botten, waar door dan van weijnig vliegen, veel uijtkomende bloesem, geschonden werd: en ik en twijffel niet, wanneer wij agt gaven op de geseijde swarte vliegen, ende de Ruspen die kort op de swarte vliegen volgen, of ons soude blijken, dat de Ruspen die uijt swarte vliegen voortkomen, weder bij veranderingGa naar voetnoot5) tot swarte vliegen worden. Dog die lust heeft kan het na soeken, mij dunkt dat ik genoeg bewesen heb, dat uijt bedervingeGa naar voetnoot149) geen levende schepsels kan voort komen. Want hoe kan het in gesonde hersenen komen, dat een Mottge hier vooren te meer verhaalt, datGa naar voetnoot150) versien is met teel-leden, seer nette oogen nette hoornenGa naar voetnoot85), met een bos veerenGa naar voetnoot24) voor op het hooft, de Wieken beset met soo een groot getal veeren, die de menbrane vande wieke soo besetten, of bedekken, dat men die niet kan komen te sien, ten sij die vande veeren ontbloot werdenGa naar voetnoot151). Daar bij heeft ijder veer sijn bijsondereGa naar voetnoot86) maaksel, en daar boven nog met vaaten en senuwen, die ijder veertge sijn stijfte geven. Int kort, daar is aan soo een veragt Mottge, soo een volmaaktheijt, en konstig werk, datGa naar voetnoot152) de groote levende schepsels, in volmaaktheijt over treft. Ik kan niet na laten hier bij te voegen, dat seker Heer die de voorteelinge, volgens mijn gevo[e]len tegen sprak, vraagde hoe de witte Wormkens, die wij makenGa naar voetnoot153) noemen, van binnen inde kaas quamen. Ga naar margenoot+Ik antwoorde dat die Wormkens, op dese manierGa naar voetnoot154) inde kaas konden komen. De Wormkens komen seijde ik, na alle aparentien uijt Vliegjens voort, welke hare eijeren leggen op de kaas, en uijt die eijeren de Wormkens, die wij als deselve volwassen sijn, Maeije of | ||||||||||||
We now know that the Cabbage Butterflies do not lay their Eggs at one place, or close together; But in many different places, that is, chiefly when they are given little peace, or when they are pursued by other insects or birds. The same may also happen in the case of the black flies which, having laid a little egg on the buds of the blossom, fly away to other buds, thus through only a few flies, many blossoms are damaged on coming out: and I do not doubt that, if we gave attention to the said black flies, and the Caterpillars that follow shortly after the black flies, it would become clear to us that the Caterpillars which come out of the black flies, in changingGa naar voetnoot5), again become black flies. But whosoever chooses to investigate it; it seems to me that I have given enough proof that from putrefaction no living creature can come forth. For how can it enter a healthy mind that a little Moth as described many times heretofore, which is provided with genitals, excellent eyes, proper feelers, with a bunch of feathers in the front of its head, the Wings covered with such a large number of feathers, which so cover or conceal the membranes of the wing that one cannot get to see it unless they were deprived of the feathers. Moreover, each feather has its own special structure, and over and above that, with vessels and nerves that give each little feather its stiffness. In short, there is, in such a despised little Moth, such a completeness, and work of art, that it excels the large living creatures in perfection. I cannot omit to add to this that a certain Gentleman, who contradicted the propagation in accordance with my feeling, asked me how the little white Worms which we call cheese-maggots, get into the inside of cheese. Ga naar margenoot+I replied that those little Worms get into the cheese in the following manner. The little Worms, I said, to all appearances come from small Flies that lay their eggs on the cheese, and from these eggs the little Worms which, when they are fully grown, we call Maggots. | ||||||||||||
Make noemen. Dese Wormkens nogGa naar voetnoot155) der selver eijeren en konnen wij om der selver kleijnte niet sien, en eeten soo ik mij inbeeld, door de korsten vande kaas, als die nog sagt sijn, en kruijpen alsoo tot in het binnenste vande kaas, daar sij soo groot werden, dat wij die met onse bloote oogen komen te sien. En dus sullen wij seer selden of te niet, Maeijen inde kaas vinden, of de korst van de kaas is geschonden, of doorgeten vande Wormkens, ten anderen konnen de vliegen, haar eijeren wel leggen op de te samen gestremde melk, als de kaas gemaakt of gevrongen werd. Alsoo ik dien Heer voor die tijdGa naar voetnoot156), niet verder konde voldoen, soo heb ik voor genomen, daar van ter gelegener tijd, mijn selven daar ontrent meerder genoegen te gevenGa naar voetnoot157). Het is nu ontrent twee jaar geleden, dat mij een kaas inde handen quam, waar in ikGa naar voetnoot158) verscheijde witte wormkens of Maeijen sag; ik nam eenige uijt de kaas, en ik sloot die in een glase tuba op, en om dat het midden inde winter was, droeg ik die in mijn sak, en ik observeerde die veel maal, en sag eijntelijk, dat die Wormkens een weijnig korter wierden, en vorders in een tonneke of Popke veranderde. Welk tonneken of PopkenGa naar voetnoot159); in plaats van spier wit, een roode Couluer aan namGa naar voetnoot160). Na verloop van nog eenig dagen, was ik in mijn gedagten voldaanGa naar voetnoot161), want uijt de tonnekens waren swarte Vliegjens voort gekomen, die door de glase tuba liepen, en vlogen. Na welke tijd ik nog verscheijde malen dese Wormkens die ik uijt de kaas nam, in glaasjens op slootGa naar voetnoot162), en het is mij noeijt gemistGa naar voetnoot163), of daar sijn bij veranderingGa naar voetnoot5), vliegjens van voort gekomen, ten ware dat ik de Wormkens hadde op geslooten, die nog hare volkome wasdom niet en hadde: als wanneer die als dan sonder veranderingeGa naar voetnoot7) quamen te sterven. | ||||||||||||
We cannot see either these little Worms or their eggs, because of their smallness, and as I assume, they eat through the rinds of the cheese while these are still soft, and thus creep into the inside of the cheese, where they become so big that we can see them with the naked eye. And thus we shall very seldom or not at all, find Maggots in the cheese without the rind being damaged, or eaten through by the little Worms; on the other hand the flies may well lay their eggs on the curdled milk, when the cheese is made or pressed. Since I could not satisfy that Gentleman any further at the time, I resolved to obtain greater certainty on this matter at a suitable moment. It is now about two years ago that a cheese got into my hands in which I saw several little white worms or Maggots; I took some out of the cheese, and I shut them up in a glass tube, and as it was in the middle of the winter, I carried them in my pocket, and I examined them many times, and I finally saw that the little Worms were getting slightly shorter, and afterwards changed into a cocoon or Pupa. Which cocoon or Pupa; instead of snow-white, took on a red ColourGa naar voetnoot61). After a lapse of another few days I was confirmed in my opinion, for little black Flies had come out of the cocoons, and were walking and flying about in the glass tube. After which time I have several times confined these little Worms that I took out of the cheese, in glasses enclosed, and I have always found that in changingGa naar voetnoot5), little flies emanated therefrom, unless I had locked up little Worms that had not yet their full growth: when they thereupon died without changing. | ||||||||||||
Dese verhaalde Vliegjens, en hebbe ik niet boven drie dagen int leven konnen houden, en ik hebbe in die tijd ook niet ontdekt, datse eijeren hadden geleijt. Hier op begaf ik mij ten huijse van een groot kaas-kooper, die ik vraagde of hij geen kaasen in huijs hadde, daar Maeijen in waren, en alsoo hij mij sekere soort van kaasen toonde, die alle daar mede besmet waren, vraagde ik hem verder, als het warm weer word, of hij dan niet veel roode kleijne tonnekens of Popkens, gelijk ik hem toonde bij sijn kasen vond leggen, en of hij ook dan niet veele kleijne swarte vliegjens, ontrent sijn kaas sag vliegen, het welke hij seijde, soo te geschieden. Hier op versogt ik, dat wanneer de Vliegjens door sijn huijs vlogen, datGa naar voetnoot164) mij daar van kennisse wilde geven, het welke hij aan nam. Dese tijd gekomen sijnde, sag ik nu, dat het de selfde soort van Vliegjens waren. Ik sloot verscheijde in glaasjens op, maar sij quamen na verloop van twee à. drie dagen, alle te sterven, sonder dat ik vernemen konde, dat sij eijeren geleijt hadden. Hier uijt beelde ik mij inGa naar voetnoot26), dat dese vliegjens voetsel ontbrak, en uijt die oorsaak soo ras quamen te sterven. Ik hebbe mijne observatien niet verder vervolgt, alsoo ik mij ten genoege konde versekeren, door alle de observatien, die ik ontrent dese en diergelijke schepsels hebbe na gespuert, dat dese Wormkens, die men Maken of Maeijen noemt, niet anders voort quamen, als door voortteelinge, ende dat uijt de Eijeren vande Vliegjens. Ik en wil niet twijfelen, of ik hebbe de Geleerde Werelt, met dese mijne observatien, nog meer als voor desen voldaanGa naar voetnoot165), namentlijk, datter geen schepsel, het geene met een beweginge, anders geseijtGa naar voetnoot166), een levende, of bewegende ZielGa naar voetnoot167), werd voortgebragt, als | ||||||||||||
I have not been able to keep these said little Flies alive for more than three days, and neither have I discovered in that time that they had laid eggs. I thereupon proceeded to the house of a big cheese-merchant, whom I asked whether he had not some cheeses in his house in which there were Maggots, and as he showed me a certain make of cheese that were all infested with them, I asked him further whether, when the weather gets hot, he did not see many small, red little cocoons or Pupae, such as I showed him, lying near his cheeses, and whether he did not then see also many tiny black flies flying around his cheese, which he told me would be done. I thereupon requested that, when the little Flies were flying through his house, he might bring that to my notice, which he undertook to do. This time having arrived, I then saw that they were the same kind of little Flies. I shut up several in glass tubes, but they all died after a lapse of two or three days, without my being able to perceive that they had laid eggs. From this I assumed that these little flies were lacking nourishment, which was the reason why they died so quickly. I have not pursued my investigations, since I had made sure to my satisfaction, thanks to all the observations that I had followed up in investigating these and similar creatures, that these little Worms that are called Maggots were not produced otherwise than by propagation, that is, from the Eggs of the little Flies. I cannot doubt that, with these my observations, I have convinced the World of Learning still more than heretofore, namely, that no creature which is produced with a movement, or, to put it differently, with a living SoulGa naar voetnoot62), except by propagation. My in- | ||||||||||||
door voorteeling. Mijn voornemen isGa naar voetnoot168) daar ontrent niet meer na te spueren, als alleen de Ael, en Paling, welkers voorteelinge ik na veel arbeijt, ook hebbe ontdekt, en waar ontrent ik nog eenige weijnige observatien sal doenGa naar voetnoot169). Afbreekende blijve na presentatie van mijn onderdanigste dienstGa naar voetnoot170)
Hoogh Edele Heeren.
Hare Hoog Edele Aderonderdanigste (!) Dienaar.
Antoni van Leeuwenhoek
De Missive van Hare Hoogh Ed: Heer Secretaris aan mij geschreven ontfange ik na het voltrekken deses. Ik sal int korteGa naar voetnoot171) daar op antwoorde. | ||||||||||||
tention concerning this is to follow up nothing except for the Eel, whose propagation I have also discovered after much labour, and about which I will yet do some few more observationsGa naar voetnoot63). Breaking off here, I remain, after offering my most humble servicesGa naar voetnoot64)
Very Noble Sirs.
Your Honours' Most Humble Servant.
Antoni van Leeuwenhoek
The Missive from His Honour the Secretary written to me I have received after completing the present. I will shortly reply to it.Ga naar voetnoot65) |
|