Alle de brieven. Deel 3: 1679-1683
(1948)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrecht onbekendGepubliceerd in:Geen publicatie bekend. | |
Korte inhoud:Observaties over den inhoud van tophi bij jichtlijders. Over de oorzaak van jicht. Onderzoekingen over keukenzoutkristallen, en hun invloed op het menschelijk lichaam. Over het nut van theedrinken. | |
Opmerkingen:Deze brief is een copie van dien van 14 November 1679, gericht aan Lambert van Velthuijsen. Alleen de eerste en de laatste alinea verschillen bij beide brieven. | |
Letter No. 53.
| |
Published in:No publication is known. | |
Summary:Observations on the content of tophi in gouty persons. The cause of gout. Investigations on crystals of common salt, and on their influence on the human body. The salutary effect of drinking tea. | |
Remarks:This is a copy of the letter dated 14 November 1679 and addressed to Lambert van Velthuysen. Only the first and the last paragraph differ in the two letters. | |
d'Hr Robert Hooke
Delft den 20e 9mbr: 79.
Mijn Heer.
In UEd: seer aengenamen vanden 17e Octobr Oude StijlGa naar voetnoot1) seijt UEd:Ga naar voetnoot2) dat noch aen mij geschreven hebt inde maent Augustij, doch die missive is bij mij niet ontfangen en daer beneffens gesien, dat mijne geringe observatien, en consideratien, die ick laestGa naar voetnoot3) aen UEd: hebbe gesonden,Ga naar voetnoot4) UEd: ende die gene die UEd: deselvige hadde gecommuniceert aen genaem waren, heb ick goet gedacht dese mijne speculatienGa naar voetnoot5) UEd: mede te communiceren, ick heb deselvige op het ernstich versoeck vande Heer Velthuijsen mede hem toe gesonden.Ga naar voetnoot6) ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... Jck hadde wel voor genomen eenige observatien en figueren van het hout hier nevens te senden, maer de tijt ontbreeckt mij, ick sal niet naerlaten deselvige met den eerstenGa naar voetnoot7) te senden, en sal t' sijndr tijt gaerne van UEd: verstaen, hoe dat dese speculatien UEd: bevallen. blijve
Mijn Heer UEd: Ootmoedige en onderdanige Dienaer
Antonj Leeuwenhoeck. | |
Mr. Robert Hooke.
Delft, November 20th 1679.
Sir,
In your welcome letter of October 17th, Old StyleGa naar voetnoot1), you tell meGa naar voetnoot2) that you wrote to me in the month of August, but I did not receive that letter. I also saw that the last slight observations and considerations that I sent youGa naar voetnoot3) pleased both yourself and those to whom you showed them; reason why I resolved to communicate to you the following speculations which I have also sent to Mr. Velthuysen at his earnest requestGa naar voetnoot4). ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... I intended to send you also some observations concerning wood and some figures of it; but time fails me for that. However, I will send you these at my earliest opportunityGa naar voetnoot5), and shall be glad to hear how you like these speculations. I remain, Sir,
Your humble and obedient servant,
Antonj Leeuwenhoeck. |
|