Quincampoix en Arlequin Actionist
(1892)–Pieter Langendijk– Auteursrecht onbekendTweede bedryf.Eerste tooneel.
Verbeeldt een Koffihuis, waar in eenige menschen rooken enz. jan, geesje, fransje, met een groote bult, en een brilledoos, waar op geschreven staat: BambarioGa naar voetnoot1).
fransje zingt.
Kom springt op klompen en op schoenen!
Want elk wordt ryk in Quincampoix.
Hy zwetst nu niet als van miljoenen,
Die kortsGa naar voetnoot2) moest slaapen in het strooij.
Wat is 't een goudeeuw voor de snyërs:
Want menig kalisGa naar voetnoot3) wordt een heer,
En de oude meiden krygen vryërs,
Niet om de ketel: maar het smeer.
Wil dees negotie nog wat duuren,
Ik wed 'er in de gansche stadt,
Geen meid of knecht zich zal verhuuren:
Want ieder droomt van grooter schat.
| |
[pagina 43]
| |
Pothuizen zal men konnen vinden,
By menigteGa naar voetnoot1) voor niemendal:
Want Jan de lapper, en zyn vrinden,
Houdt koets en paerden op den stal.
De Schouwburg zal 't nu niet lang maaken,
En haast ontbloot zyn van Akteurs:
Dewyl ze aan and're rollen raaken,
En speelen op de windvang-beursGa naar voetnoot2).
Turfdragers zullen met hunn' manden,
En kruijers met 'er wagens, wis,
In korten tyd viktorie brandenGa naar voetnoot3):
Wyl elk op 't minst een keuning is.
geesje.
Wel Fransje, heb je in 't zin hier wat voor gek te speulen,
Of heb jy ook een slag gekregen van de meulenGa naar voetnoot4),
In deezen wind? Wagt tot het vastenavond is.
fransje.
Hoe, meenje dat ik dit voor niet doe? neen, dat 's mis.
'k Zie dat de zotten nu den meesten rykdom winnen,
En geld ontbreekt me; dies moet ik iets nieuws beginnen.
Hoor, in Parys was korts een kaerel met een bult,
Gelyk als ik, die heeft zyn beurs daar meê gevuld.
Daar wierdt in Quincampoix schier geen partyGa naar voetnoot5) gesloten,
Of myn konfrater heeft zyn snaaijGa naar voetnoot6) daar van genoten,
Omdat men op zyn bult kon schryven met gemak.
Ik kan elkeen, als hy, met pennen inkt en lak
En lessenaar voorzien.
geesje.
Ha! ha! dat 's wel verzonnen.
Waar drommel of 'er niet al geld meê wordt gewonnen.
| |
[pagina 44]
| |
Tweede tooneel.
pieter, jan, geesje, fransje.
fransje zingt.
Zo ziet men dat zich kaale snaaken,
Verheffen kunnen door een fons,
En groeijen nu ze aan schyvenGa naar voetnoot1) raaken,
Op eenen nacht als Champinjons.
pieter.
Geef eens een pyp tabak! en koffi, kookend hiet.
jan.
En brand je nietGa naar voetnoot2)! messieurs, en brand, en brand je niet!
pieter.
Heb jy den makelaar Grypvogel niet vernomen?
jan.
Neen, maar ik denk dat hy hier datelyk zal komen.
Daar is de man al zelf.
| |
Derde tooneel.
grypvogel, pieter, jan, geesje, fransje.
grypvogel.
Monsieur vind ik u hier?
Geef uw Patroon, wanneer gy t'huis komt, dit papier,
't Kontrakt van duizend pond, hy zal daar nâ verlangen.
Ik zal de premie als 't geteikend is, ontvangen.
Een pyp tabak!
jan.
Een pyp tabak!
pieter.
Hy zal 't niet doen.
Je moet niet denken dat gy hem zo zot zult broênGa naar voetnoot3),
Ik ben verzekerd dat de Zuidzee niet zal daalen.
| |
[pagina 45]
| |
grypvogel.
Geef koffi!
jan.
Brand je niet! die 't breekt die moet betaalen.
| |
Vierde tooneel.
eerste jood, tweede jood, gevolg van Joden, grypvogel, pieter, jan, geesje, fransje.
eerste jood.
Koop of verkoop jy?
tweede jood.
'k Koop en verkoop in de zuid.
eerste jood.
Kom, by de leeven van de natie! spreek eens uit!
'k Verkoop jou MunkendamGa naar voetnoot1)!
tweede jood.
Ik ook.
eerste jood.
Zo niet te trekkenGa naar voetnoot2).
tweede jood.
Drie en een halfGa naar voetnoot3).
eerste jood.
Ik geef voor drieGa naar voetnoot4).
tweede jood.
Loop by de gekken.
eerste jood.
Ik bied jou twie. En as 'k men omkeer is 't gedaan!
gevolg van Jooden.
Bambario!
| |
[pagina 46]
| |
eerste jood.
Een quartGa naar voetnoot1)!
tweede jood.
Grypvogel, blyf jy staan,
En spikkeleer in jou consiencieGa naar voetnoot2), by je leeven.
Hoe veel partyen?
eerste jood.
Zes begutjeGa naar voetnoot3).
tweede jood.
'k Zel ze geeven.
Wie is jou miester?
eerste jood luistert den anderen eerst wat in.
't Is de puikje van de beersGa naar voetnoot4).
Een man als jy, met zulken nees, als Fransjes neersGa naar voetnoot5).
Hy schryft op de bochel.
| |
Vyfde tooneel.
windbuil, eerste jood, tweede jood. Gevolg van Jooden. grypvogel, pieter, jan, geesje, fransje.
eerste jood.
'k Verkoop jou Muiden, en SchiedamGa naar voetnoot6) met jou believen.
windbuil.
Blyf van myn lyf!
eerste jood.
Wil jy niet winnen? daar zyn brieven
Van de BahamaGa naar voetnoot7)!
windbuil.
Is het mooglyk wat je zegt!
eerste jood.
Durf jy niet bieden?
| |
[pagina 47]
| |
windbuil.
Smous je bent hier niet te regt.
Kom bied eens premie in de Zuid op zeven honderd.
eerste jood.
Ik trek de brieven uit myn zak. Staa nou verwonderd!
Zet nou de bril eens op je nees; ruik wat 'er staat!
windbuil.
Wel bied eens veertig.
eerste jood.
Neen.
windbuil.
Hoeveel dan kameraad?
eerste jood.
Hoor ik stel dartig om te neemen of te geevenGa naar voetnoot1).
windbuil.
Noch zes?
eerste jood.
Neen, by my niet te doen! neen by me leeven!
tweede jood.
'k Verkoop jou Rotterdam.
grypvogel.
Wat bied jy voor Tergou?
eerste jood.
Grypvogel, trek jou hoed voor myn eens uit. Voor jou
Is UitrechtGa naar voetnoot2).
grypvogel.
Ik bied één.
eerste jood.
'k Bie je anderhalf!
grypvogel.
Jou gekken,
Blyf van men lyf! of 'k klop je voor je malle bekken!
| |
[pagina 48]
| |
eerste jood.
Je bent een gek! je wilt niet winnen as je kan.
Krab eens de villis uit jou oogenGa naar voetnoot1) as een man.
| |
Zesde tooneel.
de barbier, met een gevolg, windbuil, eerste jood, tweede jood. Gevolg van Joden. grypvogel, pieter, jan, geesje, fransje.
pieter.
Kop koffi he!
jan.
Met zoet?
pieter.
Ja.
jan met koffi.
Brandje niet myn heeren.
barbier en gevolg.
Edam! Ramskoolbroek! CheelsGa naar voetnoot2)!
jan met koffi.
En brandje niet in 't keerenGa naar voetnoot3)!
barbier.
Kom humGa naar voetnoot4) verkoop jou nou EnkhuizenGa naar voetnoot5), en Edam.
pieter.
'k Was al verwonderd dat 'k dien gek niet eer vernam.
de joden gelyk.
Bank op november! bankGa naar voetnoot6)!
jan met koffi.
En brandje niet! in 't dingen!
barbier.
De bank! de bank!
| |
[pagina 49]
| |
pieter.
Zoek jy me van de bank te dringen?
barbier.
Nou Pietje doe humGa naar voetnoot1) niet een klein partytje?
pieter.
Neen,
Laat my passeeren: want ik moet zoo aanstonds heen.
grypvogel.
Nu ziet gy 't zelf, gij kunt Bonavontuur eens spreeken.
de joden tillen Fransje om hoog.
Zwol! KampenGa naar voetnoot2)! Cheels! de West!
pieter.
'k Vrees hier den hals te breeken.
grypvogel.
Blyf hier maar, Pieter: want je kent 'er tog niet deur.
pieter.
Kop koffi!
eerste jood.
Pyp tabak!
jan met koffi.
En brandje niet! sinjeur.
windbuil.
Heb jy Krispyn nog niet van Hooren hier vernomen?
pieter.
Ik zie hem daar met twee drie wortelboerenGa naar voetnoot3) komen.
| |
Zevende tooneel.
krispyn, louw, kees, windbuil, eerste jood, tweede jood, Gevolg van Jooden. grypvogel, pieter, jan, geesje, fransje.
krispyn.
Wie wil in Hoorn nog wat voor acht percent! die spreek!
| |
[pagina 50]
| |
barbier.
Monsieur Krispyn wat heb jy altyd slimme streek,
HumGa naar voetnoot1) keefze wel voor drie?
krispyn.
Ik weet zy zullen ryzen.
Die kompanjie is meer als van Schiedam te pryzen:
En ruim zo goed als die van AlkmaarGa naar voetnoot2), beste vrind.
de joden tillen Fransje om hoog.
De bubbel! bubbel! bles de bubbelGa naar voetnoot3). Wie koopt wind!
grypvogel.
'k Bied vyf en drie quart, wil je 't doen voor drie partyenGa naar voetnoot4)?
krispyn.
Wat zegje miester Louw?
Louw.
Ik zelze laeten glyen.
Zy schryven op de bochel.
Nu monsieur Barrebier spreek op nu, wat biedt gy.
barbier.
Ze keef jou vyf voor zesGa naar voetnoot5).
kees.
Geluk met de partyGa naar voetnoot6).
windbuil.
Kom geef voor drie, 'k zal dan twee regementenGa naar voetnoot7) neemen.
krispyn.
Nu miester Louw, kom, spreek.
louw.
'k Ben niet gewend te teemen,
‘Maar is die man wel goed?
krispyn.
Ik wil daar borg voor staan.
Geluk met de party.
louw.
Myn heer, het is gedaan.
| |
[pagina 51]
| |
de joden ligten Fransje omhoog.
Bambario!
eerste jood.
Begut Krispyn? jy kent bedriegen.
krispyn schryvende op den bochel.
Ik moet wat hebben voor myn ryên en myn vliegen.
pieter.
Zo, zo, Krispyn, jy weet te leeven; dat is fraaij.
grypvogel.
Krispyn, jy weet, my komt de helft toe van de snaaijGa naar voetnoot1).
joden.
Ho! Ane VrankeGa naar voetnoot2)!
barbier.
Dat heb jy lui afgesproken.
krispyn.
Barbiertje dat heb jy al wonder gaauw geroken.
pieter.
't Is wel Krispyn, 't is wel, 'k zal 't zeggen aan myn heer,
Wat jy hier uitvoert.
krispyn.
Hoor, verhaast je niet te zeer.
Dat beursje, Pietje, komt u toe, 't is vol dukaatenGa naar voetnoot3).
Gy krygt nog meer, zoo ik my mag op u verlaaten.
Wy moeten in deez' tyd juist zo oprechtGa naar voetnoot4) niet zyn.
Gebruik ook uw vernuft, en speel fyn kontra fyn.
Wy zullen in het kort veranderen van kleêren,
En speelen dan een rol gelyk twee groote heeren.
pieter.
Je zytGa naar voetnoot5) een eerlyk man, Krispyn, dat zie ik klaar:
Maar wordt myn heer eens die bedriegery gewaar,
Dan geeft hy ons de zak.
krispyn.
Dat kan ons weinig scheelen,
Wanneer wy ryk zyn, en naar ons genoegen deelen.
| |
[pagina 52]
| |
pieter.
FiatGa naar voetnoot1) Krispyn.
krispyn.
Ik neem u in de kompanjie:
Maar ik sluip weg, dewyl ik ginder Eelhart zie.
| |
Achtste tooneel.
eelhart, hendrik, windbuil, eerste jood, tweede jood, gevolg van Joden. grypvogel, pieter, jan, geesje, fransje.
eelhart.
Geef een kop koffi, en met één twee schoone pypen.
windbuil.
Myn heeren komt gy hier? dat kan ik niet begrypen.
tweede jood.
Eelhart, wat bied jy voor de Zuidzee? schreeuw eens uit.
eelhart.
Ik handel in geen wind. Ik bied niet eenen duitGa naar voetnoot2).
tweede jood.
Jy bent een groote gek.
windbuil.
Heer, wilt gy diskonteerenGa naar voetnoot3)?
eelhart.
Hebt gy een Wissel?
windbuil geeft Eelhart een Wissel.
Ja.
eelhart.
Ze is goed, zeg uw begeeren.
windbuil.
'k Ben twee miljoenen ryk, en ik heb geld van doen.
eelhart.
'k Eisch twee percent.
| |
[pagina 53]
| |
windbuil.
Een maand naâ zichtGa naar voetnoot1), 't is geen fatzoen,
Een half of drie quart dagt ik zou myn heer van praaten.
eelhart.
Gy kunt in Rotterdam 't dan diskonteeren laatenGa naar voetnoot2).
windbuil.
MordbleuGa naar voetnoot3) ik moet het doen, 'k heb overal geweest.
Ik sprak daar even een impertinenten beest,
Die dorst my acht percent afeischen in beleening.
eelhart.
Ja 't geld raakt weg. Hy had gelyk, heer, nâ myn meening:
Want geeft men veel voor wind die baast vervliegen moet,
Dan weet gy dat het geld weer naar proportie doet.
Eelhart schryft op den bochel.
Zie daar, gy kunt het geld by myn kassier doen haalen.
Dees Assignatie zal hy morgen doenGa naar voetnoot4) betaalen.
Van binnen word geroepen:
DelftGa naar voetnoot5)! Rotterdam! ter Gou! de Zuid! de VisscheryGa naar voetnoot6)!
Op het Tooneel roepenze:
Schiedam! Ramskoolbroek! Cheels!
windbuil.
De Zuid! daar moet ik by!
Zy loopen alle de deur uit.
| |
Negende tooneel.
eelhart, hendrik, grypvogel, pieter, jan, geesje, fransje.
eelhart.
Grypvogel, wy zyn hier alleen, en goede vrinden,
Ik heb iets voor, daar gy uw rek'ning by zult vinden.
| |
[pagina 54]
| |
grypvogel.
Myn heer, 'k ben als gy weet, een eerlyk makelaar.
'k Bedien myn meesters trouw; daarom gebie my maar.
'k Heb nimmer de eer gehad voor u te negotieeren:
Maar 'k zal betoonen dat ik ben een man met eeren.
eelhart.
Hoe veel partyen heeft myn broêr met u gedaan?
grypvogel.
Ik zal eens zien, wyl ze in 't notitiebokjeGa naar voetnoot1) staan.
Zes, heer, van duizend pond, en zeven van vyfhonderd.
eelhart.
Is 't mooglyk!
grypvogel.
Hoe, myn heer, zyt gy daar van verwonderd?
Dat is niet veel, bedenk hy is KontramineurGa naar voetnoot2).
Heer Windbuil die hier was, uw nichtjes serviteur,
Heeft tienmaal meer. Men moet wat in de waereld waagen.
Uw broêr doet op die wys al ongemeene slagen.
eelhart.
Maar 'k vrees dat hy daar na met eenen slag een vlugt
Zal neemen, dat hy steekt de beenen in de lucht.
grypvogel.
Hy heeft geen nood. 'k Zal u den grond van 't werk verhaalen.
Door zyn reskontresGa naar voetnoot3) kan hy 't werk heel lang doen draalen:
Want komt 'er een die zyn party eischt, zegt hy voort,
Als my geleverd wordt, beloof ik op myn woord,
Dat ik u leev'ren zal, en dat in korte dagen.
eelhart.
En als dat dan niet aan den kooper mogt behaagen?
grypvogel.
Daar is geen recht op. Zou men lev'ren eer men kan?
Neen, die reskontres gaan eerst voort, van man tot man.
eelhart.
Hoor, aan myn broêrs krediet is ons wat meer gelegen.
| |
[pagina 55]
| |
Indien gy, als gy zegt, zyt tot myn dienst genegen,
Ziet dat gy wederom al zyn kontrakten vind.
grypvogel.
Daar is nu kans toe, heer, zo gy u maar verbindt.
Hoe veel percent wilt gy meer dan de premie geeven;
Die hy ontvangen heeft?
hendrik.
De zuid is nu op zevenGa naar voetnoot1).
eelhart.
Kom 'k reskontreerGa naar voetnoot2) ze.
grypvogel.
Neen myn heer dat kan niet zyn,
Zy zullen ryzen in het kort.
pieter.
‘Dat heb jy fynGa naar voetnoot3).
‘Nu ryzen, en elk een zegt dat zy zullen daalen.
grypvogel.
‘Zwyg gek, ik zal aan jou de helft der snaaij betaalen.
'k Eisch zestigGa naar voetnoot4) voor me avansGa naar voetnoot5).
eelhart.
'k Bied dertig.
grypvogel.
Vyftig.
eelhart.
Neen.
Nog vyf.
grypvogel.
Voor veertig.
eelhart.
Neen.
grypvogel.
Wel 'k ben daar mê te vreên.
Wy zyn goe vrinden, en 'k heb order, 't zo te geeven.
| |
[pagina 56]
| |
eelhart.
'k Zal maaken dat u 't geld in bank wordt afgeschrevenGa naar voetnoot1).
Zy schryven op den bochel.
hendrik.
Grypvogel, nu, men laat het verder op u staanGa naar voetnoot2).
grypvogel.
Myn heeren! houdt uw plaats, gy moet niet heenen gaan,
Zo gy genegen zyt een stuivertje te winnen.
De inschryving zal terstond op deeze plaats beginnen.
De negotianten van de bobbel kompanjie
Verwacht men hier.
hendrik.
'k Zal niet vernoegd zyn voor ik 't zie.
Mag dat hier zo geschiên?
grypvogel.
'k Meen 't nu niet uit te leggen.
Gy zult wel merken wat die potzery wil zeggen.
Men heeft gewed, dat reets het volk zo is verblind,
Dat elk inteik'nen zal, al is het maar op wind.
hendrik.
Ik weet niet hoe het volk zo dol is en bezeeten,
Dat zy de intentie niet van deeze luiden weeten.
grypvogel.
De kleine plaatsjes, heer, die hebben groot gelyk.
Zy lachen in hun vuist, en worden schielyk ryk.
Zy zullen nog al meer inventien verdichten.
eelhart.
'k Denk geen kasteelen in de lucht te helpen stichten.
hendrik.
Ik hoor 't geraas, daar komt de gansche staatzie aanGa naar voetnoot3).
Ik zie Krispyn daar by, hoe pikkenGa naar voetnoot4) zal dit gaan!
| |
[pagina 57]
| |
Tiende tooneel.
krispyn met een kleed van staatzie aan, wordt gevolgd van alderhande volk, dat hem briefjes in de hand zoektGa naar voetnoot1) te stoppen.
grypvogel, hendrik, eelhart, pieter, jan, geesje, kees, windbuil, gys, fransje, eerste jood, tweede jood, barbier, boeren, louw.
eerste jood.
Myn heer daar is een briefGa naar voetnoot2), neem an met jou believen.
krispyn gooijt al de briefjes weg.
BrusGa naar voetnoot3) aan de pomp. 'k Wil niet gebruidGa naar voetnoot4) zyn met je brieven.
't Volk grabbelt.
Daar wordt een stoel boven op een tafel gezet, waar op Krispyn gaat zitten, en eenige boeren op de bank voor hem. Terwyl 'er van den één voor, en den ander nâ, briefjes op den bochel van Fransje geschreven worden. Silentium! myn heeren hoort!
Zegt dit projekt malkander voort.
Die is genegen in te schryven,
Men zal hem op dees tyd geryvenGa naar voetnoot5).
Ik ben de man die 't al gebie,
In de eed'le bubbel kompanjie.
krispyn leest.
'k Zal wisselbrieven diskonteeren,
En op de schepen assureeren;
Ook huizen, schuuren, turf en hout,
Pakhuizen, beesten, jong en oud.
Die voor 't geweld der TurkenGa naar voetnoot6) vreezen,
| |
[pagina 58]
| |
Die kunnen hier verzekerd weezen.
Wy zullen een Commercie doen,
Veel grooter als men zou vermoên,
Met Spanjaarts, Franschen, Portugiezen;
Nooit zal men op de waar verliezen.
De schepen worden reets gebouwd.
Wy zyn al meesters van het zout.
Men kan 't heel hoog in prys doen stygen:
Wyl 't elk van ons zal moeten krygen.
Men zoekt een paerelvisschery;
Opdat men wel verzekerd zyGa naar voetnoot1).
Die in deez' bobbel in wil schryven
Behoeft 'er juist niet in te blyvenGa naar voetnoot2):
Maar mag zig dienen van den wind,
Indien hy 't zo geraaden vind.
krispyn spreekt.
Dit is geen werkje van de keijenGa naar voetnoot3).
Noch 't graaven door een lengte heijenGa naar voetnoot4),
ô Neen, wy leggen dicht by zee,
En hebben een bequaame ree.
Hier zal men vry meerGa naar voetnoot5) voordeel haalen,
Als heele plaaten weg te maalenGa naar voetnoot6).
Wy bobbelboeren al den bruiGa naar voetnoot7)
Zyn wyze, en zeer bequaame lui,
Om met een wonderlyke gratie,
De beurs te blaazenGa naar voetnoot8) van de natie.
Nu mannen broeders maakt begin!
Legt in dees bos uw briefjes in.
eerste jood.
Myn heer, de Directeer, ei zeg me, by je leeven,
| |
[pagina 59]
| |
Daar is een PolisGa naar voetnoot1), 'k wil aan u wel premie geeven.
krispyn.
Wat is dat voor een ding? dat ken ik niet sinjeur.
eerste jood.
Een Polis.
krispyn.
'k Ken 't niet, veeg je poort daar aan, ga deur.
barbier, windbuil, tweede jood, en andere met briefjes.
Myn heer, ei blyf eens staan, neem an!
krispyn.
Wel seldreweekenGa naar voetnoot2)!
Ik ken je niet. Waar is ooit jou krediet gebleken?
Hou op! hou op! 'k geloof dit volk is zot of dol.
louw roept uit het venster.
Messieurs vertrek maar; want de kompanjie is volGa naar voetnoot3)!
windbuil.
Hoe, maatje ben je vol? wy hebben niet gedronken.
krispyn.
Wy hebben 't vleesch al op, kaauw jy nou aan de bonken.
hendrik.
Dat schynt doorstekenGa naar voetnoot4) werk! is dat een kompanjie?
't Profyt gaat in hun zak.
grypvogel.
Wie wil nu koopen! wie!
gys.
Wat hebje hier te koop? zeg mannen, wat veur zaeken?
hendrik.
Boer, jy kent hierGa naar voetnoot5) nu aan een grooten rykdom raaken.
gys.
Wat is hier dan te koop?
hendrik.
't Zyn acties goede vriend.
| |
[pagina 60]
| |
gys.
Wat is 't veur kost? laet ik eens proeven of 't my dient.
BestelGa naar voetnoot1) me maer voor eerst eens voor een halve stuiver.
krispyn.
Hou jy ons voor de gek?
gys.
Neen zeperGa naar voetnoot2), zuiver, zuiverGa naar voetnoot3).
Wat is het veur een drank? 'k wil eens proeven maet.
grypvogel.
Het is geen drank: 't bestaat in briefjes kammeraad.
gys.
Ja nou begryp ik het, nou jy 't me komt beduijen.
't Zyn van die pakjes, ookGa naar voetnoot4)? van die quakzalvers kruijen?
Wel hoe, je lacht? wel ik ben al een raere ventGa naar voetnoot5),
Al ben ik hier in steê zo euvel niet bekend.
Wat is dat nou veur volk?
hendrik.
Het zyn de Aktionisten.
gys.
Is 't meuglyk! wat je zegt! zyn dit nou de AtheïstenGa naar voetnoot6)!
Wel ongze koster heit daar dikwils van 'epreekt.
Ik wou wel dat ik wist wat in dat volk al steekt.
grypvogel.
Wel als je wilt, je kent een bubbel-actie koopen.
gys.
Wel tappen ze die dan by pintjesGa naar voetnoot7), of by stoopenGa naar voetnoot8)?
Het moet al lekker zyn, dat hou ik voor gewis,
Verstae je, om dat hier nou zo groot een nering is.
Ei lieve laat ik ook eens proeven, is 't zo lekker?
grypvogel.
Wel boer, ik wenschte jou voorzeker niet veel gekker.
Elke Actie maatje kost omtrent twee honderd pondGa naar voetnoot9).
| |
[pagina 61]
| |
gys.
Dat 's veul te veul, al was het ook nog zo gezond,
Geen mensch zel 't koopen.
krispyn.
Boer, dan kan je maar vertrekken.
gys.
Maar monsieur governeur, eer dat jy heen gaat rekkenGa naar voetnoot1);
Laat ik eens zien wat jy verkoopt.
krispyn.
Daar, domme loerGa naar voetnoot2),
Daar ziet het, 't is papier.
gys.
Al ben ik maar een boer,
Ik ken 't begrypen: 't zel een bobbelgaesjeGa naar voetnoot3) weezen.
Is dat nou zo veul waerd as daer op staet te leezen?
krispyn.
Ja, als je koopt kan jyGa naar voetnoot4) veel winnen op dien briefGa naar voetnoot5).
gys.
Ik wil wel winnen: maar ik heb myn geld ook lief.
As ik je daer nou iens een hoopen op zou tellenGa naar voetnoot6),
Dan moest je my met ien twie goeje borgen stellen.
krispyn.
Ik stel geen borg.
gys.
As jy dan raekten an de zwier,
En 't geld verbruideGa naar voetnoot7), hiel 'k niet angders as pampier.
Maar hoe veul renten zel je geeven alle jaeren?
krispyn.
Boer, als ik 't zelver weet dan zel ik 't jou verklaaren.
Wy zullen koopmanschap beginnen. Wint men veel
Zo kryg je veel; zo niet... Hoor ieder krygt zyn deel.
Maar boer ik mag myn hoofd niet langer met jou breeken.
| |
[pagina 62]
| |
gys.
Je zelt het gelt zo ligt ook uit myn beurs niet preeken.
'k Koop liever biesten veur myn plaetenGa naar voetnoot1), goeje vrind,
As jou pampiertjes; 'k maak myn zelven gien steekindGa naar voetnoot2).
Wie zou ze ook koopen?
krispyn.
Jy bent zot, boer, 'k moet vertrekken.
gys.
Dag monsieur governeur. Ik hou me van de gekken.
eerste jood.
Myn heer ik bid je stae, geef my nog een party
Tien twintig, 'k hou begut jou voor de schade vry.
'k Zal by de natie die heel hoog vernegotieeren.
Dan zel je krygen al wat dat je zelt begeeren.
Ik weet jy hebt nog voor je zelf een milioen.
Een makelaar als ik, begut, heb jy van doen.
krispyn.
Gy kunt Grypvogel maar van deeze zaaken spreeken.
Ik wil myn hoofd nu met geen wisje wasjesGa naar voetnoot3) breeken.
Hy is korrespondent der kompanjie, sinjeur.
Ik mag niet hand'len: want ik word nu direkteur.
tweede jood.
Myn heer Grypvogel, laat ik helpen in jou zaaken.
Ik ben in Medenblik, ik zel den wind wel maaken.
grypvogel.
Kom morgen aan myn huis daar spreek ik u het best.
Van binnen word geroepen:
De zuid! de zuid! de zuid!
Allegaar:
De west! de west! de west!
Einde van het tweede Bedryf.
|
|