Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] Goeden nacht. Goe-den nacht! Goe-den nacht! Slaap, mijn schoo-ne!sluimer zacht! Wie, wie kan er beter sla-pen, Dan die de on-schuld heeft tot wapen, En de lief-de tot zijn kracht? Goeden nacht! Goeden nacht! Goeden nacht! (bis.) Moê gedarteld, slaapt gij zacht; Vleit ge uw hoofd op't kussen neder. Droom nu, liefste, zoet en teeder, Om u heen zweeft een englenwacht! Goeden nacht! (bis.) Goeden nacht! (bis.) Maar geen engel geve er acht! Veilig rust ge in eigen hoede; Droomend slaapt gij wel te moede, Tot Auroor u tegenlacht, - Goeden nacht! (bis.) Vorige Volgende