Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] Het vroolijke meisje. Ik ben een meisje, frisch en jong, En ben God lof nog vrij, Ik haat een treurig hangend hoofd, Ro - mannen zot - ter - nij, Ik haat een treurig hangend hoofd, Ro - mannen zot - ter - nij. Licht vliet mijn bloed, ik min de scherts Ik min en zang en dans; Mijn rijkdom is een vroolijk hart,} bis. Mijn kroon een bloemenkrans.} bis. Ik ben als moeder Eva was, Wat ijdel, los van zin, Nieuwsgierigheid, nieuwsgierigheid,} bis. Gij zijt het, die ik min. Ik vlucht ook van de mannen niet, Mama heeft mij verklaard: Wij arme meisjes zijn alleen} bis. Om hunnentwil op aard.} bis. Daarom sluipt in mijn vroolijk hart Geen zotte trotschheid in, Heil mij, dat ik een meisje ben,} bis. Gezond van ziel en zin.} bis. Vorige Volgende