't Is vol van schatten hier...
(1986)–Anton Korteweg, Murk Salverda– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 235]
| |
Theo van Doesburg in de ciné-dancing van het amusementscomplex Aubette in Straatsburg, 1927. Van Doesburg had een belangrijk aandeel in de binnenarchitectuur van het gebouw.
Foto: eigendom van de Rijksdienst Beeldende Kunst, Den Haag. Begrijpen is voor kunst altijd uitgesloten... Poëzie laat zich niet begrijpen - zij grijpt. Met deze regels corrigeert I.K. Bonset in ‘Het nieuwe vers,’ gepubliceerd in De Stijl van juni 1920, het manifest ‘De Literatuur,’ van april 1920, dat het woord zowel volgens het begrip als volgens de klank wil herstellen. De dualiteit tussen begrip en klank vormt het voornaamste kenmerk van de poëzie, het proza en de literaire theorie van Theo van Doesburg, I.K. Bonset en Aldo Camini. Theo van Doesburg, die werd geboren als Christian Emil Marie Küpper en zijn naam adopteerde naar zijn stiefvader Theodorus Doesburg, stelde in fabels en sprookjes vanaf 1908 zijn creativiteit in dienst van de vorming van een beter menstype. Hij keert zich tegen oorlog, nationalisme en vooroordeel omdat ze godsdienst, liefde en medemenselijkheid doden. In 1916 legt hij zich voor het eerst toe op de schrijftechniek. Hij gebruikt klanken als ‘trom, rrrom, bom bom’ om het protest tegen de vernietiging uit te beelden. Zijn poëzie vertoont na 1915 onder invloed van dada en surrealisme een vrije functionele typografie gebaseerd op elementaire klankwoorden. Met de ondertekening van het genoemde manifest eindigt in 1920 de literaire loopbaan van Van Doesburg. Einde 1918 stelde hij aan Tristan Tzara (1896-1963) de Hollandse dadaïst Bonset voor. I.K. Bonset, een naam die met een kleine ingreep is te lezen als IK ben zot, debuteert in mei 1920 in De Stijl met het gedicht ‘X-beelden’. De identiteit van de dichter bleef geheim tot na zijn dood. Pas in 1975 verschijnt Nieuwe woordbeeldingen naar een handschrift met teksten uit 1913-1920, waaraan de letterklankbeelden uit 1921 zijn toegevoegd. In april 1921 duikt er opnieuw een onbekende schrijver in De Stijl op: Aldo Camini, ingeleid door Theo van Doesburg: ‘er schijnt echter in hen die de wereld als citroenpers gebruiken een bepaald soort intuïtie aanwezig te zijn, waarmee het hen vergund is zonder veel inspanning de sappigste citroenen te vinden.’ Van Doesburg besluit het manuscript te publiceren als Caminoscopie, 'n antiphilosofische levensbeschouwing zonder draad of systeem. In het laatste nummer van De Stijl, van januari 1932, wordt ook deze schrijver ontmaskerd. Theo van Doesburg, beter bekend als schilder en architect, wilde als Aldo Camini de filosofie verbannen uit de literatuur en als I.K. Bonset ‘de innerlijke bewogenheid rechtstreeks beelden in de klank.’ Want: ‘poëzie is geen philosofie en
Eerste pagina van de ‘Anthologie Bonset’, een aflevering van De Stijl, geheel gewijd aan de gedichten van I.K. Bonset.
Omslag van het derde nummer van het dada-tijdschrift, onder redactie van Theo van Doesburg en zijn alter-ego I.K. Bonset.
| |
[pagina 236]
| |
Theo van Doesburg op het vastenavondbal van het Bauhaus te Weimar, 1922. Foto: eigendom van de Rijksdienst Beeldende Kunst, Den Haag.
Theo van Doesburg aan Constant van Wessem.
Den Heer Constant van Wessem. // Geachte Heer v. Wessem. / De directie van een groot, radicaal / mo- / dern kunsttijdschrift te Parijs, verzocht mij hem / in relatie te brengen met een uiterst modern / musicus, die met de hollandsche muzikale / Avant-garde goed op de hoogte is. Misschien / kunt U mij iemand opgeven, die hiervoor / in aanmerking zou komen. Het moet iemand / zijn die modern denkt en is en lust heeft / in het schrijven van korte, pittige, geestige kronieken* / over de Hollandsche muziek-wereld! Voelt U er / misschien voor? Waarschijnlijk honoreert het, daar / het een uitgever in handen gegeven is, die over een / groot kapitaal beschikt. // Gaarne verneem ik liefst spoedig of U iemand / weet en zoo niet, of U in principe er voor / voelt. Ik geef U dan spoedig uitvoeriger inlichtingen. // met avantgardistische groeten / * zgn. ‘notes’ // Theo van Doesburg // Leiden / 14 Sept 1920allerminst historie... Zij is het zijn zelf dat zich door klank, klankverhouding en klankcontrast uit.’ Hiertoe ontwikkelt Bonset een systeem om de klank zoveel mogelijk mechanisch voort te brengen. De typografie wordt gebruikt als partituur. De lezer dient een dichterlijk beeld te scheppen zonder te zijn gebonden aan een bepaalde voorstelling. In 1922-1923 verspreidde Bonset/Van Doesburg vier nummers van Mécano met konstruktieve gedichten van onder andere Kurt Schwitters die ook meewerkte aan de Dada-veldtocht van Theo en pianiste Nelly van Doesburg in 1923 door Holland. Hoewel Bonset zelf maar matig bevredigd was door zijn pogingen het uitdrukkingsmiddel der poëzie te herstellen, vormen zijn theorieën na 1950 de basis voor de konkrete poëzie, genoemd naar Art Concret, het tijdschrift dat Van Doesburg in 1930, een jaar voor zijn dood, oprichtte. | |
Overig literair werkVolle maan (1913), De maskers af (1916), De schilder De Winter en zijn werk; een psychoanalytische studie (1916), De nieuwe beweging in de schilderkunst (1917), Drie voordrachten over de nieuwe beeldende kunst (1919), Klassiek-barok-modern (1920), Wat is Dada? (1923), Grundbegriffe der neuen gestaltenden Kunst (1924), Die Scheuche (1925, met K. Schwitters en Käte Steinitz), De vijand (1981), Het andere gezicht van I.K. Bonset; literaire geschriften (1983), Naar een beeldende architectuur (1983), De nieuwe beweging in de schilderkunst en andere opstellen (1983), Grondbegrippen der nieuwe beeldende kunst (1983). |
|