Geur van geestelijcke specerijen, uytgebreyt in eenige stichtelijcke rym-wercken, over verscheyde stoffe(ca. 1690)–Frans Hoefnagel, Barent Pietersz. Kompas– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave [O Ziele! dorst naer 's Levens Heyl-fontijn] Op Christi Lijden. Op de Liefde Godts tot den Mensch. Toegepast op de Woorden, 1. Johannes 3, vers 1. 2, 3. Siet hoedanige Liefde heeft ons de Vader gegeven, &c. [Wie sich met Jesus wil versellen] De Ziele, beschouwende de volheydt in Jesus, is ten hooghste daer op verlieft. Op 't Lijden Christi.Door Kruys, in Huys. t' Samen-spraeck tusschen Godt en Mensche: als noodigend' Bruydegom, en weygerende Bruydt. De suchtende Bruydt, haer toevlucht nemende, tot haren beminde Bruydegom Iesus. Lijdens Troost. Over Philip. 3. Vers 20. Onse wandel is in den Hemel. Weghwijse, naer's Hemels Reyse: De Ziele gevoelende hare swackheydt, sucht tot den Heere om genade en kracht. [Myn oorspronck is den Heer] Een Ziele, benaeuwt en gewont zijnde, over hare swackheden, klaeght haren noodt. Genaden-Beede,, om Zielen-Vreede. Tweevoudige verwonderingen van Wereltlingh en Hemelingh. Gebedt om een Zaligh Eynde. [Wie vindt sich nu met my genegen] De Ziel, gewondt en verslagen over haer yverloose vlagen, sucht om den yver-geest. Gebedt: om versterckinge. [Tracht meer als ooyt, met hert en ziels begeeren] [Myn Ziel in ootmoet neergebogen] [Heylgierigh hert, dat naer de beecken schiet] [Als men met 't geestelijcke oogh] Wegh naer 't Heyl der Vroome. De Ziele liefkoosende, en vleyende tot de Heere JESUS, om Liefde. [Die 't pit en 't mergh van 't opperst Hemels soet] [Heyl-rijcke Godt, getrouwe Herder] Een Gebedt om versterckingh op den Wegh der Godtsaligheydt. Een Gebedt om vergevinge der sonden, en een voornemen om ernstelijck te leven. [Naer meerder heyl, naer meerder zaligheydt] Een Ziele in gelatenheydt haer Godt voorkomende. [Als ick somtijdts mijn gemoedt] De Ziele, gevoelende de Liefde Godts, is daer over danckbaer, verblijdt, en vol verlangen. 't Innerlijck verlangen der Zielen, na de volkome genietinge van de Heere Jesus. [Geen stant, noch staet soo heylrijck werdt beschreven] ['t Was Godts liefde vol van zegen] ['t Gemoedt vol vreught, beweeght den geest tot singen] Hartschatje, der Discipelen dien al om reysende niets niets gebreeckt. [Het Lam, dat lee voor onse schuldt] [Naerdien men peerels, silver, goudt] De Ziele met ootmoedigheydt aengedaen zijnde, toont haer genoege, en wil noch wel kleynder zijn. [Wel wijs bedachte Hemelingen] Laetste Afscheyts-bede van J.M. leggende op zijn Sterf-bedde. [Een nieuw Verbondt is ons gegeven] Den Errenstigen Opwecker. Den Verwinnende sal't al besitten, Apoc.21.7. Een Overslagh, Van 's Heeren Dagh.Of aendachtige Meditatie Op de Toekomst des Heeren. Tot een voorbereydinge des Gemoedts. [Wat is 'er soeter soet?] [Ick hebbe lief den Heere mijnen Godt] Troost-Liedt voor een Lijdendt Christen. Avondt-Gesang. Register. De Namen van de Autheurs.