schilderen agterlieten, daar in is staande gebleven.
Hy kwam in den jare 1645. by den zelven om de Konst te leeren, en bleef 'er twee volle jaren, wanneer hy zig weder naar Dordrecht begaf, en de Konst tot heden toe loffelyk heeft geoeffent.
Van Rembrant zeit * Pels, dat hy
... Door de gansche Stad op bruggen, en op hoeken,
Op Nieuwe, en Noordermarkt zeer yv'rig op ging zoeken
Harnassen, Mariljons, Japonsche Ponjerts, Bont,
En Rafelkragen, die hy schilderagtig vont.
Maar onze de Gelder, heeft niet minder dan hy een voddekraam van allerhande soort van kleederen, behangsels, schiet-en steekgeweer, harnassen, enz. tot schoenen en muilen inkluis, by een verzamelt; en de zoldering en de wanden van zyn schildervertrek, zyn behangen met floersche en gestikte zyde bewindselen en sluijers, sommige geheel, andere gescheurt even als de gewonnen legervaandels op de zaal van 't Haagsche Hof.
Uit dezen ryken voorraad haalt hy de toerustinge zyner beelden: gelyk hy dan ook voor gebruik houd, zynen Leeman van hoofd tot teen te bekleeden, en in zulk een gedaante te zetten, als hy noodig heeft, 't geen hy dan met het penceel, of met duim en vinger nabootst. Somwylen smeert hy ook de verf wel, als hy by voorbeeld een franje of borduursel op eenig kleed wil schilderen, met een breet tempermes, op het paneel of doek, en krabt de gedaante van het borduursel, of de draden der franje daar uit met zyn penceelstok, zonderende geene wyzen uit, als zy maar tot zyn oogmerk behulpig zyn; en 't is te verwonderen hoe natuurlyk en