[Janson van Keulen]
Hier by verschynt de brave Konstschilder JANSON van KEULEN, wiens geboortetyd ik niet weet, maar hy woonde 1630 aan 't Hof te Withal. Hy had al voor Ant. van Dyk aan dat Hof geweest, en Koning Karel had agting voor hem. Hy leefde (niet tegenstaande hy meê een Pourtretschilder was) met van Dyk, en van Dyk wederom met hem in goede vrientschap. 'T gebeurde dat van Dyk hem eens kwam bezoeken, en vindende hem heel mistroostig, vraagde naar de reden, dien hy antwoorde: dat hy een Dame schilderde die hy geen genoegen konde geven, en die, hoe veel vlyt hy daar toe aanwende, hem schold voor een brodder en knoejer, en hy overzulks zyns leevens moede was. Waar op van Dyk hem trooste: zeggende dat hy zulk zeggen niet agten moest. Dat hem zulks al meê overkomen was, en hy het door geduld had overwonnen. Wanneer Karel Stuart d'eerste, met het Parlement in onlust raakte, en de oproeren dagelyks vermeerderden, vertrok hy met zyn Ouders naar Holland daar hy ook zedert gebleven is, tot dat hy in 't jaar 1665 kwam t'overlyden binnen Amsterdam. Anderen willen dat hy, na dat hy zig aan verscheiden Hoven vermaard gemaakt, dog wel zyn meesten levenstyd te Londen (daar hy uit Hollandse ouders geboren was) doorgebragt had, naderhand te Utrecht gewoont heeft, en daar gestorven is.