[Adriaan en Izaak van Ostade]
Na deze verschynen ten Toneel
ADRIAAN en IZAAK van OSTADE. Deze waren, zoo ik 't wel heb, Lubekkers van geboorte, maar hebben hunnen meesten levenstyd tot Haarlem gewoont. Adriaan is geboren in 't jaar 1610, en gestorven 1685. Adr. Brouwer en hy waren op een tyd Leerlingen van Frans Hals, en Izaak van Ostade een Leerling van zyn broeder; dog stierf eer hy de hoogte van den konstberg beklommen had, waar zyn broeder de laurieren voor zyn yver en moeite plukte. Deze maakte in den jare 1662 al zyne Konst en huisraad, dien hy had tot geld, en kwam van Haarlem met dien buidel naar Amsterdam, met voornemen, om daar meê (bedugt voor de geweldenary der Fransen) naar Lubek te vlugten; dog de Konstminnende Konstantyn Sennepart wist hem zoo schoon te belezen, dat hy by hem bleef in zyn huis, alwaar hy die konstige gekoleurde teekeningen, die de Heer Jonas Witzen naderhand nevens eenige Teekeningen van Battem kogt, voor 1300 gulden gemaakt heeft: die ik verscheide malen met groot vermaak beschouwd heb.
Boere hutjes, keetjes, stalletjes, inzonderheid binnehuisjes, met al hun bouwvalligen huisraad. Herbergjes en kroegjes, met hun gantschen toestel, heeft hy zoodanig geestig en natuurlyk weten te verbeelden, als ooit iemant gedaan heeft. Als ook de beeltjes in hunne bekleeding, en allerhande bedryven, zoo natuurlyk boers en geestig,