De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)
(1976)–Arnold Houbraken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 274]
| |
groote kragt in dezelve. Van hem is een groot stuk te zien in de Gaandery van 't Amsterdamse Raadhuis, verbeeldende de t' zamensweeringen der oude Batavieren in 't heilig of Schaaker Bosch, daar Claudius Civilis de voornaamste Hoofden en Edelen, op een gastmaal genoodigt, in zyn belang overhaald, om 't juk der Romeinen van hunne halzen af te werpen. Hy was 1675 nog in leven en schilderde voor den Hertog van Holsteyn in Frederikstadt. Zyn pourtret, door G. Dou geschildert, hebben wy in de Plaat N geplaatst onder Adr. Brouwer. Ook worden inzonderheid zyne pourtretten geprezen. Vondel laat zig op de Afbeelding van den Edelgeboren Heer Godart Baron van Amerongen, Heer van Ginkel enz. door J. Ovens geschildert dus hooren:
De schilder mengelde, om Heer Godart af te maalen,
Opregte rustigheid, en Ridderlyken zwier
In doogen daar men d' eer van Utrecht uit ziet straalen;
Gelykze Frederik ontvonkten met hun vier,
Toen hy op 't Baltisch Hof den borst schild hem vereerde:
Nu bruist hy moedig door den Spaanschen Oceaan
Naar Flippus, die in Oost en Westen triomfeerde,
En blixemt op den vloek der Turksche halve Maan.
Madrid zal juichen op den glans van Amerongen,
En 't Bisschoplyke Sticht, wanneer de Staatgezant,
Onthaalt op t groot Paleis, door eenen straat van tongen
Het bontgenoodschap strekt van 't vrye Nederland.
Dan welkomt d' avondstar de zevenstar der Staaten.
Op 's Helds getrouheid mag de Vryheid zig verlaaten.
MDCLX.
| |
[pagina 275]
| |
's Gravenhage heeft vroegtyds al meê brave konstenaars voortgebragt om dien roem niet alleen aan bemuurde steden te laten. |
|