[Joan de Heem]
En aangezien wy den regten tyd van zyn geboorte niet weten, hebben wy hem hier geplaatst; om door hem en JOAN de HEEM, een der berugtste Bloem- en Fruitschilders, het jaar 1600 luister by te zetten.
Wy hebben ontrent het leven van sommige Konstschilders aangemerkt, dat, gelyk der menschen levenstyd verdeelt word in Lente, Zomer, en Herfst, de Konst ook gelyk als van de kindsche jaren opklimt, hare hoogte heeft, en weder daalt: zoo dat, die mannen in de Konst waren, naderhand met den ouden dag, kinderen daar in wierden. Maar daar van is het tegendeel in onzen de Heem gebleken; wiens Konstzon, na dat zy eens ten kimme was verrezen, nimmer daalde; want het is bekend dat hy tot zyn t'zeventigste jaar geleeft en de Konst geoeffent heeft; en egter zyn laatste penceelwerk het beste en konstigste was. Onder alle muntte uit zeker groot Tafereel, gemaalt met een krans van allerhande Fruit en Bloemen, 't geen hy voor den Konstminnende Johan vander Meer, die ook als Konstschilder op zyn beurt ten Toneel zal komen, schilderde, die hem daar voor betaalde de somme van 2000 gulden.
Dezen vander Meer die een Loodwitmakery en treffelyke woning buiten Utrecht hadde, trof het ongeluk, dat de soldaten in den jare 1672 dit alles tot den grond toe verwoesten, zoo dat hy daar door in een slegten staat raakte. Dit stuk ter naauwer nood voor de woede geborgen, scheen hem de eenigste hoop te wezen tot herstelling; des hy besloot met goedkeuring van den Heer van Zuile-