Gedichten. Deel 1
(1899)–P.C. Hooft– Auteursrecht onbekend
[pagina 48]
| |
Sang.
| |
[pagina 49]
| |
25[regelnummer]
Vierige Liefd verschenckt haer self; statige TrouweGa naar voetnoot25)
Aen haer doot-vyandt hoût, wat sij, met loven, vest;Ga naar voetnoot26)
Des koos 't vergoodt gemoedt van mijn vercooren vrouwe
Eerlijcke Trouw voort schoonst, jonstige Liefd voort best.
Sond. 12/18
De stricken daer mijn hart ootmoedich sich verwonnen,
30[regelnummer]
Voor vrijdoom veilicheit verkiesend', innegeeft,
Sijn, boven d' ander, dees twee levendighe sonnen,
Cieraeden daer den Tijt niet op te spreken heeft.Ga naar voetnoot32)
Mij wijd' jck tot u dienst, mijn Lief, mijn Licht, mijn Leven,
Versekert dat u Liefd mijn Liefd ontfangen sal,
35[regelnummer]
En nemmermeer u Trouw mijn Trouwe sal begeven,
Dat wt haer tsamen-stem rijs' eene-wils geschal.Ga naar voetnoot36)
Maend. 12/19/1605
M.V.A.J.S.
|
|