De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 548]
| |
230 Mijn Heere [-] Heere P.C. Hóóft Drossart van Muijden &c Tot Amsteldam.1 Mijn Heere;
2 Dewijle mij U.E. van die familiare gasten gemaeckt heeft diemenGa naar eind2 3 inde keucken brenght om de spijsen te helpen keuren, eermend'er 4 over Tafel met de buijtengasten aen valt, zoo houde ick mijGa naar eind4 5 vrij van U.E. te moeijen met de verklaringe van mijn laeghGa naar eind5 6 oordeel over soo hoogen werck. Soo nochtans dat ick mijGa naar eind6 7 gaern voor 't ende vanden maeltijd quijte vanden danck dien ick 8 U.E. schuldigh ben geworden voorde eere van mijn' plaetseGa naar eind8 9 onder de voorste gekregen te hebben. Dat stell ick opdeGa naar eind9 10 rekening van soo menighe verbintenissen daermede ick aenGa naar eind10 11 U.E. voor eewigh schuldenaer belemmert blijve. Ende 12 nochtans magh ick, versaedt van uwer E. leckernijen, hiernaer 13 het hooft soo warm krijgen, dat U.E. qualick van mijGa naar eind13 14 geraken sal met soo weinigh woorden als hier alleenlickGa naar eind14 15 nu staen om U.E. te versekeren dat ick ben 16 Mijn Heere
17 U.E. dienstwillichste 20 Vrundt; 21 CHuygens. 20 'sGravenhage den xvijen 21 Meerte 1626.
Huygens bedankt Hooft voor de toezending van Henrik de Gróte (vgl. 227), waarvan hij voor de verschijning al stukken te beoordelen had gekregen. | |
[pagina 549]
| |
|