Sporthelden uit ons verleden. Deel 1
(1980)–Guno Hoen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 170]
| |
JeugdDam grootmeester L. Sen A Kauw werd geboren op 10 april 1919 aan de Koningstraat 50. Samen met nog een broer en drie zusters groeide hij op onder niet al te ideale omstandigheden. Zijn vader was als bruggenmaker in dienst van O.W. & V., terwijl zijn moeder uitsluitend de huishouding verzorgde. Over zijn jeugd praat Louis liever niet breedvoerig, daar hij voornamelijk voor wat de behandeling door zijn vader betreft, niet al te prettige herinneringen heeft overgehouden. Zijn vader verliet het gezin toen Louis en zijn broer en zusters nog heel jong waren. Zijn moeder heeft het nadien erg moeilijk gehad. Haar inkomen als wasvrouw was geheel onvoldoende om haar kinderen naar behoren te onderhouden. Trots al deze sociale en financiele problemen in het gezin zag Louis kans om met prachtige cijfers zijn getuigschrift van de Sint Jozef lagere school te behalen. Op advies van Pater Vincentius, die nog in leven is, werden de ouders van Louis aangeraden Louis verder een hogere schoolopleiding te laten genieten. Daar zijn moeder niet in staat was om de kosten hieraan verbonden te dragen, gaf zij aan Louis de raad om hierover zijn vader aan te spreken. De reaktie van Louis vader was zeer negatief. Vanaf dat moment tot 1960, toen zijn vader stierf heeft Louis nooit meer een woord tot zijn vader gesproken. Louis heeft mede door de schuld van zijn vader een schone kans om een hogere schoolopleiding te genieten voorbij moeten laten gaan. | |
[pagina 171]
| |
Zijn volgende stap om verder als jongeman het leven op eerlijke wijze te mogen ingaan was een vak aan te leren. Zijn moeder wist hiervoor een kleermakersbaas te bewegen, van wie Louis een opleiding genoten heeft, die hem reeds op jeugdige leeftijd en ook later ten goede is gekomen. | |
SportLouis, geboren en getogen aan de Koningstraat in de omgeving van Poelepantje (Domineekreek), beheerste, dank zij wijlen Meester Campagne reeds op heel jeugdige leeftijd de zwemkunst. Reeds op vierjarige leeftijd mocht Louis, onder toezicht van Meester Campagne, de eerste zweminstructeur van Suriname met de eerste zwemlessen beginnen. In latere jaren heeft Louis heel veel goede diensten als een van de beste zwemmers van Suriname mogen verrichten. Voor Suriname en meer in het bijzonder de Justitie, heeft Louis zich verdienstelijk gemaakt als opspoorder van verdronken personen. Deze job heeft hij jarenlang met heel veel succes verricht. Evenwel stopte hij abrupt hiermee toen de toenmalige Procureur-Generaal Grunberg zich op een gegeven moment niet aan zijn woord hield m.b.t. een zeer inspannend duikerskarwei van Louis. In de geruchtmakende zaak, waarbij een zekere Nasiebdhar zou zijn vermoord en het lijk vermoedelijk door de moordenaars in de Suriname rivier zou zijn geworpen, werd Louis zoals altijd weer, door de politie ingeschakeld. De opdracht hiervoor werd gegeven door eerder genoemde Procureur-Generaal. Hiervoor was een vrij hoge vergoeding in het vooruitzicht gesteld. Het was een van de zwaarste karweitjes die Louis ooit in zijn leven heeft moeten opknappen. Zes weken lang, gedurende ± 8 uren per dag, heeft Louis in opdracht van de justitie toen de nodige duikerswerkzaamheden venricht. Verschillende gedeelten van de Suriname rivier zoals: Acaribo, Domburg en Leonsberg werden door Louis afgetast. Bij deze gevallen bereikte hij vaak een diepte van ruim 20 meter. Na deze vrij zware taak - waarbij het leven van de duiker op het spel stond - werd de belofte van de Procureur-Generaal voor een flinke vergoeding niet nagekomen en mocht Louis zich met drie gulden en vijftig centen per dag tevreden stellen. | |
[pagina 172]
| |
Blijkbaar had de justitie zich wel degelijk aan haar woord gehouden, wanneer het lijk van Nasiebdhar door Louis uit het water was gehaald. Trots alle inspanning - zes weken lang -bleef het succes uit. | |
DammenIntussen was Louis reeds geruime tijd gestart met het damspel. Op Poelepantje had hij twee vrienden leren kennen die sterk in deze denksport waren geinteresseerd. Dat waren Eddy Artist en George Eenraam. Beiden waren eigenaar van een auto met de nummers 168 en 117. Ieder van hen had altijd een dambord in zijn auto. Als taxi-chauffeur hielden zij zich altijd op te Poelepantje. Om de tijd te doden wanneer er niets te verdienen viel, speelden ze altijd onderling een partijtje dam. De belangstelling voor het damspel groeide met de dag, en vanzelfsprekend ook het aantal dammers. Bekende figuren in onze samenleving die deze tak van sport toen in deze omgeving serieus gingen beoefenen zijn: Johan Adolf Pengel, later Minister President van Suriname en de heren Duiker, Lim A Po en Hafiskhan. Louis belangstelling voor het damspel bereikte snel een ongekende hoogte. Zo sterk zelfs dat hij de hindoestanen die hun karren met houtskool 's avonds op Poelepantje lieten staan om bij daglicht naar Paramaribo verder te reizen, ging opwachten voor een partijtje dam. De inzet hiervoor was vaak niet meer dan een stuiver of een dubbeltje maar voor die tijd was het een vrij groot bedrag. De belangrijkste knepen van het damspel heeft Louis geleerd van dammers zoals Johan Adolf Pengel. Ook de dammer Duiker had bepaalde damsystemen die Louis heeft overgenomen om deze in latere jaren met succes toe te passen. Op ongeveer 20-jarige leeftijd beheerste Louis het damspel op een vrij redelijk niveau. Zijn grootste tegenstanders waren toen de dammers Ellis (nu wijlen) en Dompig die werkzaam is bij de prijszetting. Andere geduchte tegenstanders uit zijn jeugd zijn geweest Lo Then Sjoe, Lim A Po, Hafiskhan en Dorder. In 1948 werd op de hoek van de Pontewerfstraat en de Rust en Vredestraat de eerste damvereniging, met name Suriname, opge- | |
[pagina 173]
| |
richt. Een dambond bestond er toen niet. In 1950 organiseerde de vereniging Suriname het eerste damtournooi in Suriname met als inzet het Landskampioenschap. Louis eindigde op de eerste plaats, maar kreeg de landstitel niet, daar de organisatoren plotseling met het foefje voor de dag kwamen dat een landstitel niet mogelijk was zonder een dambond Men weigerde hem als landskampioen te erkennen. Voor zijn prestaties kreeg hij slechts een gouden speld ter waarde van nauwelijks tien gulden. Kort hierna werd officieel de eerste Surinaamse Dambond opgericht ten huize van de heer Fari waar eerder genoemd tournooi werd gehouden.
In 1953 viel Sen A Kauw de grote eer te beurt om Suriname voor de eerste keer in een interlandwedstrijd te vertegenwoordigen In feite was dit niet helemaal officieel daar Louis uitkwam tegen een Surinamer die op de Nederlandse Antillen werkzaam was, nl. Amzand. Amzand was damkampioen van de Nederlandse Antillen en als zodanig vertegenwoordigde hij de Antillen in 1953 in Suriname. Amzand werd als een dambeginneling door Sen A Kauw verslagen. Sen A Kauw veegde met heel veel gemak de schijven van deze tegenstander van het bord.
De grootste Surinaamse rivalen tijdens zijn damloopbaan zijn geweest S. de Vries en Doelgani, vroeger werkzaam bij Bruynzeel. Alle andere Surinaamse dammers van zijn tijd stopte hij met gemak in zijn zak. Reeds kort na de oprichting van de Surinaamse Dambond moest de eer Louis reeds te beurt vallen om Suriname op internationaal niveau te vertegenwoordigen. De heer August Holland fungeerde toen als voorzitter van de Surinaamse Dambond met als ondervoorzitter Tjallie Nieleveld en Asin e.a. als bestuursleden. In juni van dat jaar werd het eerste Surinaamse damtournooi georganiseerd om de landstitel die door Sen A Kauw op gradioze wijze werd gewonnen. Om welke reden het bestuur van de Dambond pas vier maanden na dit tournooi hem officieel als titelhouder erkende, en toen pas de prijsuitreiking deed, werd Sen A Kauw pas later duidelijk. | |
[pagina 174]
| |
Feit is, dat hij hierdoor werd uitgesloten om Suriname in Nederland te mogen vertegenwoordigen in het werelddamtournooi. De heren van de bond waren sterk teleurgesteld in het feit dat Sen A Kauw als kampioen uit de bus kwam en niet een van hun favorieten zoals Hugo Miranda, Amzand of Doelgani. Dit heeft Louis eerste afvaardiging naar Europa om Suriname in het W.K. damtournooi te vertegenwoordigen, belemmerd. Het zou nog ettelijke jaren duren voor hij Suriname als zodanig zou mogen vertegenwoordigen. Sen A Kaw presteerde het om vanaf 1950 t/m 1956 de titel van Landskampioen op zijn naam te vestigen. Uit handen van het eerste bestuur Holland mocht hij verschillende malen de nodige decoraties in ontvangst nemen. In hetzelfde jaar van de officiele oprichting van dit bestuur, 1952, behaalde Sen A Kauw officieel het damkampioenschap van Suriname. Het eerste brevet dat aan Louis werd uitgereikt luidde als volgt: Surinaamse Dambond Zoals eerder geschreven behaalde Sen A Kauw nog meerdere malen het Nationaal Damkampioenschap van Suriname. Dit gaf hem het recht, om nog even vaak het brevet voor deze grootste eer uit handen van het bestuur te ontvangen. In 1956 lichtte Amzand hem met meer geluk dan wijsheid uit | |
[pagina 175]
| |
het zadel. Hij heroverde in 1958 de titel en behield deze tot en met 1960. In 1960 was er voor de dambondsheren geen andere keus. Zijn spelniveau verplichtte hen zijn afvaardiging naar Europa waar te maken. In het werelddamtournooi, waarin de allergrootste dammers van deze aardbol waren vertegenwoordigd, eindigde hij onder zeer moeilijke omstandigheden op de achtste plaats. De grootmeesters die deelnamen aan het wereldkampioenschap 1960 waren de vogende: Ir. Koeperman, Rusland, oudwereldkampioen; Hugo Verpoest, Kampioen van Belgie; A. Verse, Kampioen van Frankrijk; Boris Dukel, oud-kampioen van Nederland; I. Born, oud-kampioen van Nederland; Baba Sy, kampioen van Senegal; Tsjegolev, 19 jaar, Kampioen van Rusland en thans Wereldkampioen; Ir. A. graaf de Descales, kampioen van Marokko; M. Deslauriers, van Canada, oud-wereldkampioen; Freek Gordijn, oudkampioen van Nederland; Agliardi, kampioen van Monaco; L. Sen A Kauw, kampioen van Suriname en R. Saint-Fort, kampioen van Haiti. In feite zou hij in het tournooi niet op de achtste plaats zijn geeindigd, wanneer de omstandigheden bij zijn aankomst in Nederland gunstiger waren geweest. Sterk gefrustreerd door de behandeling van de Surinaamse Dambond verspeelde Louis aan het begin van het tournooi nodeloos enkele punten. Hij werd o.a. door het bestuur van de Surinaamse Dambond gedwongen om uitspraken die hij in een interview met sportverslaggevers in Nederland had gedaan, terug te nemen. Hij had nl. aan de heren verslaggevers verklapt, dat hij van de Surinaamse Dambond slechts een bedrag van tien gulden had ontvangen voor verblijfkosten in Nederland. In Nederland werd hij door niemand opgevangen en moest hij zelf uitkienen hoe hij verder zijn weg moest vinden. Hij installeerde zich in een goedkoop hotelletje. Toen na een paar dagen bleek dat hij de hotelkosten niet kon betalen, nam de hotelhouder zijn spullen in beslag. Op advies van kennissen maakte hij contact met de heer Post, Gevolmachtigd Minister van Suriname in Nederland. Op het Kabinet van Suriname in Nederland werd hij verwezen naar de Direkteur - de heer Juglall - die hem ook nog een hondse behandeling gaf. ‘Ja,’ zei hij, ‘jij bent zeker die rot Surinamer die Suriname gaat vertegenwoordigen in het Werelddamtournooi.’ | |
[pagina 176]
| |
De onthullingen van Louis op het kabinet m.b.t. de ontberingen die hij tot dat moment had meegemaakt werden als fantasie geinterpreteerd. Zonder enige hulp mocht hij het Kabinet weer verlaten, niet wetende wat hij verder zou moeten beginnen. Op weg naar Nederland had het vliegtuig op de Nederlandse Antillen een vertraging van negen uur gehad. Het tientje dat hij van de Surinaamse Dambond had meegehad was er in lang niet meer. Zijn koffer en andere spullen waren zoals eerder gezegd door de hotelhouder in beslag genomen en tot overmaat van ramp geloofde niemand zijn problemen die hij met alle ernst en eerlijkheid o.a. aan de ambtenaren van het Kabinet had voorgelegd. Op weg, ja, waarheen! ontmoette hij een Surinamer met name Baltus, die jaren in Nederland woonachtig was. Nadat hij hem van het een en ander op de hoogte had gesteld, gaf deze hem de raad deze zaak aan verslaggevers voor te leggen. Het interview dat toen van hem werd afgenomen, bracht redding in de zaak. De voorzitter van de Nederlandse Dambond e.a. schoten hem dadelijk financieel en moreel te hulp, waardoor hij gedurende zijn verder verblijf in Nederland van verdere ellende bespaard bleef. Naderhand heeft hij in Nederland hulp mogen genieten van de Surinamers Lauriers, Cambell en Ewald Meyer (later Minister van Onderwijs in Suriname). Het jaar 1960 was voor Suriname een niet al te gelukkig jaar op sportgebied. Suriname maakte in dat jaar zeer slechte beurten bij voetbal en andere takken van sport. O.a. hadden wij op basketbalgebied in Rome gefaald en was Suriname reeds in de eerste ronde uitgeschakeld. De toenmalige Minister President van Suriname, de heer Emanuels, weigerde hierdoor financiele medewerking te verlenen aan andere sportlui. De heren Jong A Kiem en Mac Donald hadden zich uitgesloofd voor de bijdrage van de reis van Sen A Kauw naar Europa, maar hun bijdrage was lang niet voldoende voor deze dure reis. | |
L. Sen A Kauw, Dam GrootmeesterNaast de zeer onprettige situaties in Nederland heeft Louis ook nog aangename ervaringen opgedaan tijdens het W.K. tournooi. Zijn benoeming tot grootmeester was een van de meest aangename momenten in zijn leven. Merkwaardig dat niet de Surinaamse Dam- | |
[pagina 177]
| |
bond, maar de Nederlandse Dambond hem als zodanig bekroonde. Een merkwaardig voorval deed zich voor, waarbij een dag voor de wedstrijd tussen Sen A Kauw en Verse, de damkampioen van Frankrijk, de fransman uit zijn land een telegram mocht ontvangen, dat hij tot grootmeester was uitgeroepen. De volgende dag spande Sen A Kauw zich dubbel in en won van Verse. Dit was voor het bestuur van de Nederlandse Dambond aanleiding om Sen A Kauw tot grootmeester uit te roepen. In feite had dit eerder moeten gebeuren, daar Louis volgens de Internationale regels als meervoudig Surinaams damkampioen, door de Surinaamse Dambond moest worden benoemd. De Surinaamse Dambond had toen geen andere keus en riep Sen A Kauw samen met Waldring en Amzand uit tot nationaal dam grootmeester. | |
De belofte werd niet nageleefdIn 1960 kreeg Louis tijdens zijn verblijf in Nederland, een prachtige aanbieding om in Nederland te blijven wonen. Dit hield ondermeer in, dat Louis, die van huis uit kleermaker was zich verder zou mogen bekwamen in een costuum confectiebedrijf. Toen dit de Surinaamse Dambond ter ore kwam, werd door het bestuur alles in het werk gesteld om grootmeester Louis Sen A Kauw voor Suriname te behouden. In deze kringen ging men er zelfs toe over om een commissie voor goede diensten samen te stellen, bestaande uit de heren Petzold, Veira en Bakas Adjied, om Sen A Kauw te bewegen van zijn buitenlandse plannen af te zien. Aan hem werd toen de belofte gedaan dat hij van Surinaamse zijde in afzienbare tijd een opdracht zou krijgen om gedurende zes maanden de nodige buitenlandse ervaringen in zijn vak op te doen. Echter is deze belofte nooit nageleefd. Naderhand heeft Louis heel veel spijt gehad, het Nederlandse aanbod te hebben afgeslagen. Mede door deze tekortkoming van de Surinaamse Dambond heeft Louis zijn maatschappelijke positie moeten verspelen. De vele problemen die Louis in zijn damcarriere en daarbuiten met opeenvolgende Surinaamse Dambondsbesturen heeft moeten ervaren hebben hem psychisch een flinke klap gegeven. Jarenlang | |
[pagina 178]
| |
Van l.n.r.: Ir. I, Koeperman, Kiew (thans oud-wereldkampioen); H. Verpoest, Antwerpen (kamp. v. Belgie 1960); A. Verse, Pantin (kamp. v. Frankrijk 1960); B. Dukel, IJmuiden (kamp. v. Nederland 1959); P. Dionis, Parijs (3e kamp. v Frankrijk 1960); J.M. Bom, IJsselstein (2e kamp. v. Nederland 1960); Baba Sy, Dakar (Kamp. v. Senegal 1960); W. Tsjegolew, Moskou (kamp. Sowjet-Unie 1959); Ir. A.A.M.F. graaf De Descallar, Casablanca (kamp. v. Marokko 1960); M. Deslauriers, Montreaf (kamp. v. Canada 1960); F. Gordijn, 's-Gravenhage (3e kamp. v. Nederland 1960); A. Agliardi, Monaco (kamp. v. Monaco 1960); L. Sen A. Kauw, Paramaribo (kamp. v. Suriname 1960).
De kampioen van Haiti 1960, R. Saint-Fort te Port-au-Prince, ontbreekt op de foto, daar hij op dat moment nog niet gearriveerd was. heeft hij met heel veel geestelijke problemen moeten worstelen die hem net niet in de L.P.I. hebben doen belanden. | |
Even weer in de runningNadat Sen A Kauw wegens bovengenoemde problemen geruime tijd de actieve dammerij de rug had toegekeerd, werd door het bestuur van de Surinaamse Dambond in 1978 op hem een beroep gedaan, om het damspel wederom te helpen stimuleren. | |
[pagina 179]
| |
In dit jaar werd hij aangewezen om de Surinaamse Damkampioen 1978, Norden, naar de finale W.K. in Italie te begeleiden. Over deze geschiedenis m.b.t. de afvaardiging, reis en verblijf van Norden, wil de begeleider zich liefst niet uitlaten. | |
Sociaal, financieel slechtGrootmeester Louis Sen A Kauw heeft de overheid jarenlang als receptionist in het kader van de Werkverschaffing gediend. Door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, geniet hij nu sinds een jaar, een onderstandje waarmee hij nauwelijks de dagelijkse kosten van levensonderhoud kan bestrijden. Trots al deze problemen blijft de eerste Surinaamse dam grootmeester Louis Sen A Kauw, nog de hoop koesteren, dat het voor hem nog niet te laat is, zodat het leed dat hem is aangedaan eens wordt hersteld. |
|