| |
| |
| |
1. Studiemateriaal
In deze handleiding is kritisch verzameld wat enkele generaties taalkundigen over verantwoord taalgebruik geschreven hebben. Daarbij is gestreefd naar ordening van het materiaal en naar een voorzichtig maar duidelijk oordeel; niet naar volledigheid, evenmin naar originaliteit. Bij de meeste onderwerpen wordt verwezen naar boeken en artikelen waarin men stof voor grondiger studie kan vinden.
| |
1. 1. Er bestaat veel literatuur over correct taalgebruik; hieronder volgt een alfabetisch geordende lijst
J.M. Acket, C.F.P. Stutterheim, Stijlstudie en stijloefening, Bohn, Haarlem 196011. Een rijk boek; oefeningen in het waarnemen van stijlverschijnselen, minder in het signaleren van stijlfouten. |
F.B. Bakels, Goed taalgebruik en het persklaar maken van stukken, Scheltema en Holkema, Amsterdam 1956. Ondeskundige taaldictatuur. |
A. Blontrock, abc van het abn, Brussel-Amsterdam 1966 (alfabetisch gerangschikte woorden met correctie). |
H. de Boer e.a., Schriftelijk rapporteren, Aulaboek. Het hoofdstuk over het taalgebruik is van J.Veering. |
Charivarius, Is dat goed Nederlands? De Spieghel, Amsterdam 1940, 19488. Intelligent, getuigend van serieuze studie, maar in een aantal kwesties te streng logicistisch; De Vooys bespreekt het boek met veel waardering en veel kritiek, N.Tg. 35 (1941). |
F. de Clercq, Vlinders vangen. Een speelse speurtocht naar vlinderlichte dwaasheden in de tuinen van taal en stijl, Utrecht 1959. |
B.C. Damsteegt, In de doolhof van het Nederlands, Tjeenk Willink, Zwolle 19657. Een degelijk boekje. |
P. Dezaire, Ons Nederlands, een taal- en stijlboek, Utrecht 1964. (Prisma) |
W. Diemer, Hoe moet ik corrigeren? Een handleiding voor produktieve correctie, Stabo, Groningen 1961. |
W. Diemer, Waarop letten bij het schrijven in het Nederlands, Stabo, Groningen-Delden 19642. Samen met het werkboek vormen deze boekjes een drieluik. Diemer houdt bij zijn didactiek rekening met de frequentie van de fouten. De foute verwijzing blijkt bij de grammaticale misgrepen het meest voor te komen; het aaneenschrijven blijkt in
|
| |
| |
de spelling de meeste moeilijkheden op te leveren. Zie Diemer, Onze Taal 34 (1965) pag. 46 e.v. |
F.C. Dominicus, Schrijft u ook zulk Nederlands? Van Goor Zonen, Den Haag 1961. Gematigd logicistisch. Men kan de schrijver hier en daar wat streng vinden, maar zijn ijver voor het verzorgde Nederlands is niet onberaden. |
J. Grauls, Goed Nederlands in handel en economie, Vlaamse pocket 33. Verzameling kranteartikelen over verkeerde en goede termen, vooral bestemd voor Vlamingen. |
J. Grauls, Onze Taal, Vlaamse pocket 19 en 69. Artikelen uit de Vlaamse Linie en De Linie over de etymologie en de gebruikswaarde van allerlei woorden. |
J. Grauls, Taalcocktail, Vl. pocket 182. |
Ch.F. Haje, Taalschut. Schrijf weer Nederlands, Leidsche Uitgeversm., Leiden 1932. |
Ch.F. Haje, Taalschut bij het onderwijs. Leidsche Uitgeversm., Leiden 1935. De Vooys betitelt hem in De Nieuwe Taalgids 27 (1933) als een dilettantisch taalzuiveraar; boze tongen hebben hem zelfs de taalschutter genoemd. |
H. Heidbuchel, Hoe zeg en schrijf ik het? Vl. pocket 65. |
J. Leest, C.A. Zaalberg, Verstandelijke taal 11, Wolters Groningen, 196711. Stelcursus voor de middelbare school, met enkele paragrafen over zuiver Nederlands en een aantal verbeteroefeningen. |
J.A. Meijers, Zin en onzin in hedendaags taalgebruik, Van Ditmar, Amsterdam-Antwerpen 1952. |
J.A. Meijers, Allerlei Taalkwesties, Moussault, Amsterdam 1959 (alfabetisch geordend). |
G.A. Mesters, Schrijf, spreek zuiver Nederlands, Prisma. Enigszins chaotisch, maar met veel interessant materiaal (besproken: N. Tg. 48 [1955], pag. 55). J.M. Moerdijk en P. Sluimer, Taalgids voor de ambtenaar, 's-Gravenhage 19672. |
M. van Nierop, De taal waarmee wij leven, Standaardpocket 1962. Bundel kranteartikeltjes over taalgebruik en taalmisbruik. |
A. Pieete, Incorrect Nederlands, Purmerend 19683 (aanbevolen). |
L.J. Rogier, A. Pieete, Nederlandse briefstijl, Tjeenk Willink, Zwolle, 19635. Twee afdelingen: stijlkritiek, correspondentie. |
G. Royen, Taalpanoptikum, Het Spectrum, Utrecht-Brussel 1948. Ruim 200 kranteartikeltjes, zeer persoonlijk van opzet en stijl, prettig leesbaar. |
M. Servaes, H. Schrijver, Onze eigen taal (handboek van De Taalclub), 's-Gravenhage 1943. |
W.H. Staverman, W.L. Brandsma, Slecht Nederlands, Groningen 1956. Beknopt. Enkele onderdelen zijn niet gelukkig. |
| |
| |
J.P.M. Tacx, Nederlandse spraakkunst voor iedereen, Utrecht 1961 (Prisma). De auteur besteedt veel aandacht aan correcte en incorrecte vormen. |
R. Talpaert, P. Buyse, Verzorgde Schrijftaal. Heule, 19664. Een degelijk werk, vooral voor Vlamingen bestemd (bijzondere aandacht voor gallicismen). |
J. Veering, Spelenderwijs (zuiver) Nederlands, H.J.W. Becht, Amsterdam z.j. Onderhoudende lectuur, met kennis van zaken geschreven. |
A.A. Verdenius, In de Nederlandse taaltuin. Amsterdam 1943. |
J.C. van Wageningen, ‘Goed gezegd zo!’ Van Holkema en Warendorf, Amsterdam 1941. |
J.C. van Wageningen, Even tijd voor ... onze taal. Sijthoff, Leiden 1946. |
A. Wildschut, J. Karsemeijer, Onze stijlfouten, Wolters, Groningen 196516. Weinig theorie, veel oefenstof. |
J.G.M. Weck, 5000 opstellen leerden ..., W.Versluys, Amsterdam (schoolboekje). |
De Kon. Ned. Uitgeversbond heeft een serie kaarten uitgegeven met aanwijzingen voor het gereedmaken van kopij. De kaart ‘Perikelen van taal en stijl’ bevat bijna uitsluitend onzin. Zie de kritiek in Onze Taal, febr. 1960. |
| |
1. 2. Tijdschriften die ijveren voor zuiver Nederlands
Onze Taal, orgaan van het Genootschap Onze Taal, Parkstraat 32, Den Haag. Het Genootschap is opgericht in 1931. Het richtte zich aanvankelijk vooral tegen germanismen. Tegenwoordig neemt het een belangrijke plaats in bij de bescherming en cultivering van onze taal, niet alleen door de deskundige inhoud van het maandblad, maar ook door de tweejaarlijkse congressen (Taaldagen). Zie voor de belangrijke lezingen die daar gehouden zijn: Verzorgd Nederlands, Taaldag 1955; Onze Taal 27 (1958), pag. 49 t.m. 62; Onze Taal 30 (1961), pag. 1-19 (Congres 1960: de taal in het openbare leven); Onze Taal 32 (1963) pag. 1-20 (Congres 1962: Het Nederlands en het onderwijs); Onze Taal 34 (1965) pag. 1-16 (Congres 1964: De kunst van het woord). Onze Taal 43 (1974) pag. 1-20 (Congres 1973: Taal om mee te leven; het onderwijs in de Nederlandse taal).
Over de geschiedenis van de taalpolitiek, speciaal van Onze Taal, zie J. Veering, Mogelijkheden en moeilijkheden van taalverzorging, diss. Amsterdam 1966. Met uitgebreide literatuuropgave.
Nu Nog, orgaan van de Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal, Kanselarijstraat 14, 1000-Brussel. Hierin vinden vooral de Vlamingen
| |
| |
een duidelijke (Noordnederlands georiënteerde) leiding bij hun streven naar zuiver Nederlands.
| |
1. 3. Werken die een verantwoord taalgebruik in bedrijf en techniek beogen
Centrale Taalcommissie voor de Techniek, Technische woorden, 's-Gravenhage 1958. Met een belangrijk inleidend hoofdstuk over enkele grondslagen die door de C.T.T. aanvaard zijn voor de taalzuivering.
Bij dit samenvattend woordenboek behoren 44 afzonderlijk uitgegeven woordenlijsten betreffende het jargon van de verschillende technische vakken; bovendien nog een deeltje ‘algemene woorden’. Een belangrijke uitgave, die het resultaat is van vijftien jaren arbeid (1940-1955). De lijsten van de Centrale Taalcommissie hebben grote invloed gehad op de Nederlandse technische terminologie, maar ze zijn door het bedrijfsleven niet blind aanvaard. Ondertussen heeft de techniek zich ook ontwikkeld, zodat er behoefte ontstond aan nieuwe lijsten. Om die reden heeft het Nederlandse Normalisatie-Instituut in het begin van 1973 de woordenlijsten van de ctt ingetrokken: nieuwe commissies zijn aan het werk. Zie hierover: Onze Taal 42 (1973), pag. 25 e.v.
Het juiste woord, publikatie van N.V. Philips' gloeilampenfabrieken, afd. Centrale Normalisatie, 19614. Dit boekje getuigt van veel liefde en studie, maar op een aantal onderdelen kan de taalkundige ernstige kritiek uitoefenen.
Aanbevelingen voor woordgebruik in Unilever, z. pl. (1964).
Aanbevolen woorden in de land- en tuinbouwtechniek, Wageningen 1959 (Landbouwmechanisatie 15 (1964) pag. 77 e.v.).
P. Bonte, Taalperikelen in de brt, Brussel 1961.
Proeve van taalzuivering ten gerieve van de programmadiensten. Deel a: Woordenschat. brt, Brussel 1965.
Gids voor de redactie. Taal, stijl, spelling; Algemeen Handelsblad, Amsterdam 1964.
Taalkundige wenken, N. Rott. Courant, 1957.
De zuiverheid der journalistieke taal, A.N.P., Amsterdam 1936.
A. de Roo, Goed Nederlands op het kantoor. Deel iv, Het stellen van rapporten, Brussel 1958.
J. Roomer, Tekst en tekstschrijver in de reclame, Amsterdam 1963. Taal en spelling, P.T.T., z. pl., 1960.
Wenken voor sprekers en schrijvers bij voordrachten en publikaties op wetenschappelijk en technisch gebied, Centraal Comité voor Voordracht en Publikatie, Amsterdam 1957.
| |
| |
| |
1. 4. Literatuur over de compositie van een opstel of een verslag
H. de Boer e.a., Schriftelijk rapporteren, Aula-boek.
J.S. ten Brinke, Naar een beoordelingsmodel van het zakelijke opstel, Lev. Talen 1966, pag. 36-49.
C.J. en H. Elsinga, Wegwijzer naar opstel, brieven, parafrase, samenvatting, Versluys Amsterdam, 19716.
W.L.M.E. van Leeuwen, Kort en klaar, repetitorium voor Nederlands, Van Dishoeck, Bussum (uitverkocht).
A. Walrecht, Het opstel, Malmberg, Den Bosch 19748.
Moer (blad van de Vereniging voor Onderwijs in het Nederlands) 1971, nr. 2: Stellen.
W. Drop, De centrale betekenis van doelstelling en publiekgerichtheid bij het schrijven van zakelijke opstellen, Lev. Talen 1971, pag. 79-81.
W. Drop, Enkele beschouwingen vooraf bij het schrijven van informatieve opstellen, Lev. Talen 1971, pag. 505-510.
W. Drop en J.H.L. de Vries, Taalbeheersing; handboek voor taalhantering, Tjeenk Willink, Groningen 1974. |
|