Al de volksdichten. Deel 1(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Langs 't walletje. Langs het walletje te varen Als men wind noch stroomen kent, Zal voor 't stranden U bewaren: - Wie naar 't midden van de baren Onbesuisd den steven wendt, Heeft zich zelven aan te klagen Als zijn boot wordt stuk geslagen. Och! 'k zag op de wilde stroomen Van de diepe levenszee Menig' varen zonder schromen, Die wel nooit teregt zal komen In de haven, op de reê: - Wie nog Stuurmanskunst moet lééren, Blijv' langs 't Walletje lavéren! Vorige Volgende