Het geestelijck bieken, of geestelycke sangh-dichten
(1674)–Herman Harts– AuteursrechtvrijOp de VVyse: Object dont le charmes sy doux.ALs ick ô! Bruno u aensien,
Gy hebt een Paradys der welden,
By nae, waer Adam moest uyt vlien,
En Godt de Cherubin voor stelden.
Ja als gy leeft op sulck on noosel wys,
Gy hebt voorwaer, gy hebt hier ook een Paradys.
2[regelnummer]
VVaer hem de quade hooverdy,
En gulsichyt heeft uyt-gedreven;
Daer weder keert, en nadert gy
Door u ootmoedich, en reyn leven.
| |
[pagina 114]
| |
Dat u dan recht geeft tot het hemelryck;
Ja maeckt oock van nu aen de Engelen gelyck.
3[regelnummer]
Gy vliedt de werelt, en haer werck,
Op dat z'u niet en mocht besmetten:
Gy soeckt de Celle, en de Kerck,
Om daer op uwe grondt te letten.
Hoe wel is't al bewaert! geen valsch Serpent,
Of curieuse vrouw en kompter oyt ontrent.
4[regelnummer]
Gy draeght een hert, een haire kleedt,
Maer hebt u beddeken vol blommen:
De pyne en doet u geen leedt,
Die voortbrenght innige Ryckdommen.
Ga naar voetnoota Al swyghde oock, en syde meest alleen;
Gy syt aen Godt altyt en Godt aen u gemeen.
5[regelnummer]
O! Orde welgeschickt! waer in
Den Heere wert gediendt by dagen,
En nachten met een hert, en sin,
Tot zyn genoegen, en behagen.
Wie daer zyn Tabernakel maken kan,
O! gelucksaligen en uytverkore Man!
6[regelnummer]
VVant ymandt van u kleynte seyt,
Ga naar voetnootb Godt openbaert hem aen de Kleyne:
Die wynich oock heeft met geleyt,
Als mensch geworden wird' gemeyne.
Een wilt, en wilt niet vreesen kleyn getal;
Hy leeft die u beschermt; en toch beschermen sal.
7[regelnummer]
Al is de Duvel quaet, en ergh;
Die wel doet, en heeft niet te vreesen:
UGa naar voetnootc Stadt die staet op eenen Bergh.
En Bruno gy sorght voor de VVeesen.
U fondament is goet; den eerste muur
Die staet noch, en sal staen dat niemandt hem en ruur.
|